De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) had om uitstel gevraagd omdat er onder meer nog inhoudelijke vragen waren over de regeling.
De NOW is een voorschotregeling voor steeds drie maanden. Daarna stelt het UWV op basis van de definitieve subsidieaanvraag vast op hoeveel geld de werkgever recht heeft. Dat kan leiden tot een nabetaling of terugvordering. De eerste NOW-tranche betrof de periode maart tot en met mei vorig jaar. Werkgevers hoeven de definitieve aanvraag nu pas op 31 oktober te hebben ingediend.
Alle werkgevers moeten hun definitieve aanvraag nu op dezelfde datum inleveren. Werkgevers die een accountantsverklaring nodig hebben, kregen eerder minder tijd. Door de aanpassing wordt de regeling voor het UWV volgens Koolmees “eenduidiger en beter uitlegbaar“.
Ook voor de andere tranches van de NOW – behalve de tweede – wordt de sluitingsdatum voor de definitieve aanvraag verruimd. Er zijn nu vijf NOW-tranches.
De NOW is een van de belangrijkste steunmaatregelen van het kabinet om het bedrijfsleven door de coronacrisis te helpen. Hierdoor kunnen werkgevers een flink deel van hun loonkosten terug krijgen. Vorig jaar gaf het kabinet zo’n 13 miljard euro uit aan de NOW.
Bron:ANP
In de wetenschap dat gemeenten Tozo 1 onder moeilijke omstandigheden hebben moeten uitvoeren en de opvatting dat ook onder moeilijke omstandigheden van gemeenten mag worden verlangd dat zij op juiste en volledige wijze uitvoering geven aan een beperkte set fundamentele basiscriteria (inclusief het naar vermogen inzetten om eventuele onjuistheden in de uitvoering te corrigeren en te reduceren), wordt voor Tozo 1 onderscheid gemaakt tussen fundamentele -, belangrijke – en formele rechtmatigheidseisen. In bijlage I bij de beleidsregel is dit onderscheid nader verduidelijkt.
In de beleidsregel is aangegeven dat de hardheidsclausule alleen van toepassing is op kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn ten aanzien van belangrijke rechtmatigheidseisen. De hardheidsclausule wordt niet toegepast voor kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn vanwege fundamentele rechtmatigheidseisen. Die kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Voor de toepassing van de hardheidsclausule spelen de formele rechtmatigheidseisen geen rol, aangezien de accountant hierover niet rapporteert in termen van als fout of onzeker aan te merken kosten.
Voor de toepassing van de hardheidsclausule hoeven gemeenten geen verzoek in te dienen bij SZW. Wel is vereist dat het college en de gemeenteraad een gezamenlijk ondertekende bestuursverklaring afgeven, waarmee zij te kennen geven dat ondanks de verantwoorde fouten en onzekerheden, sprake is geweest van een zorgvuldige uitvoering van de Tozo. Indien gemeenten de uitvoering van de Tozo hebben overdragen aan een samenwerkingsverband op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dan is, onder voorwaarden, het samenwerkingsverband bevoegd de bestuursverklaring af te geven.
Voor de inzending van een bestuursverklaring geldt geen formele termijn, maar voor een voortvarende en soepele vaststelling van de rijksvergoeding is het gewenst dat de inzending uiterlijk 30 september 2021 plaatsvindt via de SZW-postbus: financieringtozo@minszw.nl.
Het toepasselijke model van de bestuursverklaring kan gedownload worden via de site van de vng.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat de minister van SZW ook toepassing zal gegeven aan de hardheidsclausule indien fouten en onzekerheden worden verantwoord ten aanzien van het vaststellen van de identiteit van de Tozo-aanvrager. De hierbij geldende voorwaarden zijn vermeld in de brief aan de Tweede Kamer van 24 november 2020 (Kamerstukken II, 35 420, nr. 191). Deze toepassing van de hardheidsclausule heeft betrekking op de behandeling van aanvragen die tot en met 31 maart 2021 kunnen worden ingediend, waarmee de toepassing buiten de reikwijdte van de beleidsregel valt.
Beleidsregel hardheidsclausule Tozo 1 – Besluit | 05-02-2021
In tegenstelling tot andere jaren is het dit jaar meer dan ooit belangrijk om te realiseren dat de ontwikkelingen van de loonstrookjes met grote voorzichtigheid moeten worden bezien. In sommige sectoren gaat het ondanks de corona-crisis nog steeds goed, andere sectoren verkeren in zwaar weer. De lockdown die deze week nodig bleek, maakt eens te meer duidelijk dat we voorlopig nog in een periode van grote onzekerheid leven.
In normalere tijden is het eerste loonstrookje van het jaar voor veel mensen wel een belangrijk moment. Daar wordt voor het eerst zichtbaar of mensen in loondienst er op voor- of achteruit gaan. Dit is immers het eerste moment waarop het gevolg van beleidswijzigingen op het inkomen zichtbaar worden. De brief laat de veranderingen op het loonstrookje zien die het resultaat zijn van het kabinetsbeleid en van de verwachte veranderingen in de pensioenpremies. Om dit te kunnen doen, wordt verondersteld dat het brutoloon gelijk blijft en iemand bijvoorbeeld geen loonsverhoging krijgt of te maken krijgt met veranderingen in het aanvullend pensioen.
De loonstrookjes 2021 laten een plus zien. Het positieve beeld op het loonstrookje komt door de lastenverlichting die deze kabinetsperiode is ingezet. Het belastingtarief eerste schijf, waarin de meeste mensen belasting betalen, gaat vanaf januari omlaag . Daarnaast worden de arbeidskorting met maximaal € 386,00 en algemene heffingskorting met maximaal € 126,00 verhoogd, hiervan profiteren werkenden en mensen die een uitkering ontvangen.
In de brief wordt ook kort ingegaan op de koopkrachtontwikkeling voor 2021, omdat dat een vollediger beeld geeft van de ontwikkeling van het besteedbaar inkomen van huishoudens. Op basis van de meest recente raming wordt een mediane koopkrachtplus van 1,0% verwacht. De verwachting is dat komend jaar de cao-lonen gemiddeld minder zullen stijgen dan de prijzen, waardoor de reële lonen dalen. De koopkrachtstijging komt door lasten verlichtende maatregelen. Minister Koolmees benadrukt in de brief dat het in deze coronatijd moeilijk te zeggen is wat de ontwikkeling is van de koopkracht van huishoudens. Sommige mensen hebben door corona hun baan verloren of zullen de komende tijd op zoek moeten naar nieuw werk, veel ondernemers hebben het zwaar. Dergelijke ontwikkelingen zitten niet in de standaard koopkrachtplaatjes. Gevolg is dat we nu met nog meer nuance moeten kijken naar de koopkrachtplaatjes dan gebruikelijk.
Kamerbrief over de veranderingen op de loonstrookjes van Nederlandse huishoudens in januari 2021 pdf
Staatssecretaris Bas van ’t Wout: “Zelfstandig ondernemers doormaken een uitzonderlijk moeilijke tijd met grote onzekerheden. Aan het begin van de crisis hadden wij niet voorzien dat deze tot nu zou voortduren. Helaas is dit wel de situatie. Een situatie waar zij niets aan kunnen doen. Daarom zorgt het kabinet nu dat zelfstandigen iets meer lucht krijgen.”
Naast uitstel van aflossen en de tijdelijk stopgezette renteopbouw wordt ook de looptijd waarbinnen een verstrekte lening afgelost moet zijn verlengd. Deze wordt met zes maanden verlengd naar in totaal 3,5 jaar. Wie toch per januari 2021 of sneller dan binnen 3,5 jaar wil aflossen, kan dat uiteraard nog steeds doen.
De Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo) is onderdeel van het steun- en herstelpakket voor de economie en de arbeidsmarkt. De Tozo kent twee voorzieningen, aanvullende inkomensondersteuning en een lening voor bedrijfskapitaal. De tijdelijke regeling is afgeleid van de bijstand voor zelfstandigen (Bbz). De Tozo loopt tot 1 juli 2021.
Bijna 30.000 bedrijven hebben de afgelopen weken een aanvraag gedaan voor NOW 3. Er zijn inmiddels 21.000 aanvragen toegekend. Deze bedrijven vertegenwoordigen ongeveer 380.000 werkenden. De regeling staat nog tot 13 december open. De meeste van de inmiddels goedgekeurde aanvragen voor de NOW dit najaar komen uit de horeca en de catering (ongeveer 160.000 werkenden). Gevolgd door vervoer en logistiek en commerciële dienstverlening. Voor de Tozo is het moeilijker aan te geven hoeveel aanvragen er exact zijn ingediend, omdat deze aanvragen via de verschillende gemeenten gaan. Er zijn zo’n 61.000 aanvragen voor inkomensondersteuning en ongeveer 4.000 aanvragen voor een bedrijfslening gedaan.
Nu de aanwezigheid van het coronavirus langduriger gevolgen heeft voor onze gezondheid en economie dan er in het voorjaar werd gehoopt, komt er samenloop in de uitbetaling en afwikkelingen van de verschillende regelingen. Terwijl UWV bezig is met het uitkeren van de voorschotten van NOW 3 en voorbereidingen treft voor de subsidieperiode vanaf januari tot april 2021, start de uitvoeringsorganisatie komende week ook met het versturen van de eerste vaststellingen van het definitieve subsidiebedrag van NOW 1.
Dit laatste betekent dat werkgevers de komende maanden duidelijkheid krijgen over het precieze subsidiebedrag waar ze recht op hebben voor maart, april en mei 2020. In het voorjaar hebben ze immers de NOW 1 aangevraagd op basis van een verwacht omzetverlies. Hierop heeft UWV tachtig procent van de NOW als voorschot uitgekeerd. Bij de vaststelling wordt gekeken wat het daadwerkelijke omzetverlies was en hoe de loonsom zich heeft ontwikkeld. Voor sommige bedrijven betekent dit dat ze een aanvulling op het voorschot kunnen verwachten. Andere bedrijven moeten (een deel van de) NOW terugbetalen. Op basis van de eerste 20.000 aanvragen voor de vaststelling is de verwachting dat in ongeveer zestig procent van de gevallen sprake is van een terugbetaling. Dit is een ruwe schatting omdat in elk geval de grote bedrijven met hoge subsidiebedragen de vaststelling zullen aanvragen na het opmaken van de jaarrekening begin 2021.
Voor bedrijven die ook deze maanden getroffen worden door de crisis of die gesloten zijn om onze gezondheid te beschermen, zal een snelle nabetaling welkom zijn maar zal een terugbetaling zeer ongelegen komen. Ondernemers kunnen met UWV telefonisch een afspraak maken voor een betaalperiode van een jaar. Minister Koolmees benadrukt dat ook afspraken over langere termijnen mogelijk zijn.
Minister Koolmees: “Ik begrijp dat het voor ondernemers in de eerste fase van de crisis lastig was om het omzetverlies en de loonontwikkeling in te schatten. Veel ondernemers zullen het zekere voor het onzekere hebben genomen. Sommige ondernemers hebben het momenteel zwaar. Dus ik heb met UWV afgesproken dat ze waar dat nodig is coulant omgaan met de betaaltermijnen.’’
Kamerbrief Monitoring Arbeidsmarkt en Beroep NOW en Tozo
Minister Koolmees en Staatssecretaris Van ’t Wout sturen de vijfde editie van de brief ‘monitoring arbeidsmarkt en beroep NOW en …
Kamerstuk: Kamerbrief | 03-12-2020
Kamerbrief vaststellingsbeschikkingen NOW 1 en dilemma’s NOW
Sinds 7 oktober 2020 kunnen werkgevers een aanvraag indienen voor definitieve vaststelling van de NOW 1-subsidie.
Kamerstuk: Kamerbrief | 03-12-2020