In de nieuwsbrief vindt u onder andere informatie over de vrije ruimte voor de werkkostenregeling, de zorgbonus en de lagere bijtelling voor zonnecelauto’s.
Eventuele aanvullingen op de onderwerpen uit deze nieuwsbrief, wijzigingen uit het Belastingplan 2021 en de tarieven, bedragen en percentages voor 2021 staan in de volgende uitgaven van de nieuwsbrief.
In deze nieuwsbrief vindt u informatie over de nieuwe regels voor het inhouden en betalen van de loonheffingen vanaf 1 januari 2021. Wij verwijzen hierin naar het ‘Handboek Loonheffingen 2020 ’ (hierna: Handboek 2020).
U vindt het Handboek 2020 op belastingdienst.nl/loonheffingen. Het ‘Handboek Loonheffingen 2021 ’ zullen we zo spoedig mogelijk publiceren.
In deze nieuwsbrief vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
1 Vrije ruimte werkkostenregeling 2021
2 Verruiming gerichte vrijstelling studie en opleiding
3 Lagere bijtelling privégebruik elektrische auto met geïntegreerde zonnepanelen (zonnecelauto)
4 Tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing.
5 AOW-leeftijd in 2021
6 Overgangsrecht levensloopregeling
7 Zorgbonus
8 Verduidelijking begrip publieke kennisinstellingen voor de afdrachtvermindering S&O
9 Wijzigingen in de aangifte loonheffingen
Nieuwsbrief Loonheffingen 2021 pdf
Uitgave 1, 27 november 2020
Het webinar werd georganiseerd door de Belastingdienst en heeft op 30 september plaatsgevonden. Het ging onder andere over de gevolgen van de coronamaatregelen voor de loonheffingen, inkomsten- en vennootschapsbelasting en de invordering.
Hieronder leest u de vragen en antwoorden.
Voor vaste kostenvergoedingen die de werkgever vanaf 13 maart 2020 toekent, gelden de normale fiscale regels. Meer hierover leest u in paragraaf 4.6.1 Handboek Loonheffingen.
Dit geldt niet voor werknemers die na 13 maart in dienst komen. Zij hadden namelijk vóór 13 maart nog geen onvoorwaardelijk recht op de vergoeding.
Voor vaste kostenvergoedingen die een werkgever vanaf 13 maart 2020 toekent, gelden de normale fiscale regels. Meer hierover leest u in paragraaf 4.6.1 Handboek Loonheffingen.
De goedkeuring uit het besluit ziet alleen op vaste reiskostenvergoedingen en op andere vaste vergoedingen. De goedkeuring uit het besluit is in dit geval alleen van toepassing als de werknemer zijn keuze om zijn IKB te ruilen voor deze vergoedingen vóór 13 maart 2020 heeft gemaakt. De datum van 13 maart 2020 is niet van belang als de werknemer wil uitruilen voor andere doeleinden.
De goedkeuring in het besluit ziet alleen op vaste reiskostenvergoedingen en andere vaste kostenvergoedingen. De datum van 13 maart 2020 is niet van belang als de werknemer wil uitruilen voor andere doeleinden. Als de werknemer zijn IKB inzet voor een fietsvergoeding, gelden de normale fiscale regels. Meer hierover leest u in paragraaf 21.7 en 4.15.1 Handboek Loonheffingen.
Ja, de kosten van een noodzakelijke voorziening, dus ook eventuele reparatiekosten zijn voor rekening van de werkgever, zonder dat hij deze verhaalt op de werknemer. Dat volgt uit de voorwaarden die gelden bij het noodzakelijkheidscriterium (zie het antwoord op vraag 6 en paragraaf Handboek Loonheffingen 20.17).
Dat de werkgever voor toepassing van het noodzakelijkheidscriterium alle kosten moet dragen, volgt artikel 31a, 2e lid, onderdeel g, onder 1°, en het 10e lid van dat artikel, Wet op de loonbelasting 1964.
De gerichte vrijstelling voor noodzakelijke gereedschappen et cetera is niet van toepassing als de voorziening onderdeel uitmaakt van een cafetariaregeling. Een IKB is een voorbeeld van een cafetariaregeling.
De vergoeding voor een coronatest is gericht vrijgesteld als deze voldoet aan de voorwaarden van een arbo-voorziening. Dit is een voorziening die rechtstreeks voortvloeit uit het arbeidsomstandighedenbeleid dat de werkgever voert op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Hieronder valt ook een geneeskundige keuring in het kader van preventie- en verzuimbeleid.
Meer over de voorwaarden leest u in paragraaf 20.1.9 Handboek Loonheffingen.
Als de gerichte vrijstelling niet van toepassing is, mag u de vergoeding aanwijzen als eindheffingsloon. Deze komt dan ten laste van de vrije ruimte. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt de werkgever 80% eindheffing.
Ja. De werkgever kan een gedeelte van het loon in zijn vrije ruimte onderbrengen. Hiervoor moet hij dit loon aanwijzen als eindheffingsloon. De aanwijzing moet wel gebruikelijk zijn.
De Belastingdienst beschouwt vergoedingen tot een bedrag van € 2.400 per persoon per jaar als gebruikelijk.
Meer informatie over de gebruikelijkheidstoets leest u in paragraaf 4.2 Handboek Loonheffingen.
De NOW-regeling is een tegemoetkoming voor werkgevers in de loonkosten op basis van een bepaald omzetverlies. De werkgever moet zelf het loon uitbetalen. De tegemoetkoming in de loonkosten heeft dus geen invloed heeft op de hoogte van de vrije ruimte.
De werkgever moet toetsen of hiervoor een gerichte vrijstelling geldt. Meer over gerichte vrijstellingen leest u in paragraaf 20.1 Handboek Loonheffingen.
Als er geen gerichte vrijstelling van toepassing is, kan de werkgever de vergoeding mogelijk aanwijzen als eindheffingsloon. Deze komt dan ten laste van de vrije ruimte. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt de werkgever 80% eindheffing.
De antwoorden zijn informatief van aard. Wilt u een uitspraak van de Belastingdienst in een specifieke situatie, kunt u vooroverleg aanvragen.
Binnenkort leest u meer over de antwoorden op vragen die gesteld zijn over reiskostenvergoedingen en vergoedingen voor thuiswerken.
Handboek Loonheffingen
Besluit noodmaatregelen coronacrisis
Antwoorden gebruikelijk loon – Webinar corona
Fiscale gevolgen coronamaatregelen: Opname webinar
Werkgevers kunnen via de werkkostenregeling allerlei zaken aan hun personeel belastingvrij vergoeden en verstrekken. Denk bijvoorbeeld aan een kerstpakket of een bonus.
In het belastingplan is ook de eerdere verruiming voor het jaar 2020 opgenomen. Dit moest nog wettelijk worden vastgelegd. Vanwege de coronacrisis werd eerder de vrije ruimte voor dit jaar (2020) bepaald op 3% voor de eerste € 400.000 van de loonsom. Vanaf 2021 wordt dit 1,7%.
Vanaf 2021 wordt de vrije ruimte over het gedeelte van de loonsom dat boven de € 400.000 uitstijgt, verlaagd van 1,2% naar 1,18%. Hiermee wordt de extra vrijstelling van de scholingsaftrek betaald. Een werkgever kan scholingskosten in beginsel voor werknemers belastingvrij verstrekken. Hiervoor geldt een zogeheten gerichte vrijstelling, die kan worden toegepast op werknemers. Nu kunnen werkgevers onder voorwaarden ook belastingvrij bijdragen aan de scholing van ex-werknemers.
De gevolgen van de verlaging zullen met name optreden voor grotere bedrijven met een forse loonsom. Bedrijven met een loonsom tot € 400.000 hebben van de verlaging immers geen last. Het gevolg van de verlaging is dat bedrijven eerder de vrije ruimte overschrijden en daardoor sneller de eindheffing van 80% moeten betalen.
Zonder de verlaging zou een bedrijf met een loonsom van € 500.000 een vrije ruimte hebben van 1,7% x € 400.000 + 1,2% x € 100.000 = € 8.000. Met verlaging wordt dit 1,7% x € 400.000 + 1,18 x € 100.000 = € 7.980. Een verschil van 0,25%.
Voor een bedrijf met een loonsom van € 10.000.000 daalt de vrije ruimte van € 122.000 naar € 120.080. Een verschil van ruim 1,5%.
Werkkostenregeling (WKR) 2020
Studiekosten kind van de werknemer vergoeden
Vrije ruimte werkkostenregeling tijdelijk verhoogd
Het webinar werd georganiseerd door de Belastingdienst en heeft op 30 september plaatsgevonden. Het ging onder andere over de gevolgen van de coronamaatregelen voor de loonheffingen, inkomsten- en vennootschapsbelasting en de invordering.
Voor de loonheffingen kwamen de volgende onderwerpen aan bod:
Het volledige webinar duurde 2 uur en 12 minuten waarvan 35 minuten voor het onderdeel loonheffingen.
Tijdens het webinar zijn veel vragen gesteld. Als de Belastingdienst deze vragen heeft beantwoord, leest u dit in een bericht op Forum Salaris.
De informatie die de Belastingdienst verstrekte tijdens het webinar is gebaseerd op de gegevens die op 30 september 2020 beschikbaar waren.
Het webinar ‘Coronavirus fiscale maatregelen en de gevolgen’ kunt u hier bekijken.
Bekijk de power-pointpresentatie van het webinar van de Belastindienst.
Klik hier PPTX 1.6mb
Webinar fiscale coronamaatregelen PowerPoint presentatie
Coronavirus, fiscale maatregelen en de gevolgen: Expertsessie
Vrije ruimte werkkostenregeling tijdelijk verhoogd
Dienstbetrekking stagiairs, echt of fictief?
Overzichtsartikel WAB update
Een naamloze vennootschap (nv) verstrekt aandelenbonussen aan leden van de groepsraad. In de jaren vóór 2012 heeft de nv deze bonussen bij de betreffende werknemers individueel verloond, waarbij de nettowaarde van de bonus is gebruteerd tegen 108,3%.
Vanaf 2012 past de nv de werkkostenregeling toe en wijst de aandelenbonussen aan als eindheffingsloon. De nv is onderdeel van een concern. Omdat de vrije ruimte overschreden is, geeft zij de waarde van deze bonussen aan als eindheffing tegen een tarief van 80%.
De inspecteur accepteert de aanwijzing als eindheffingsbestanddeel niet. De waarde van de aandelenbonussen bedraagt meer dan de doelmatigheidsgrens van € 2.400 per werknemer per jaar. De inspecteur rekent de bonussen tot het werknemersloon voor zover ze meer bedragen dan € 2.400. De werkgever gaat in beroep.
Volgens de Hoge Raad moet de inspecteur bewijzen dat de aanwijzing als eindheffingsloon niet gebruikelijk is. Een verwijzing naar de doelmatigheidsgrens van € 2.400 is hiervoor niet genoeg. De Hoge Raad verwijst de zaak naar het hof.
Beide partijen onderbouwen hun stellingen opnieuw.
Een kleine groep werknemers ontvangt aandelenbonussen. Alleen voor deze groep wijst de werkgever de bonus aan als eindheffingsloon. Er is geen aanwijzing dat andere werknemers dezelfde aandelenbonus krijgen en dat de werkgever dit aanwijst als eindheffingsloon.
De inspecteur is daarom van mening dat het binnen het concern niet gebruikelijk is om bonussen onder te brengen in de vrije ruimte.
De Belastingdienst heeft een vragenlijst naar 88 vergelijkbare bedrijven verzonden om te onderzoeken of het gebruikelijk is dat een werkgever een bonus aanwijst als eindheffingsloon. Uit de vragenlijst blijkt dat meer dan de helft van deze bedrijven bonussen geeft aan werknemers. Er is maar 1 werkgever die bonussen aanwijst als eindheffingsloon. Bij deze werkgever zijn de bonussen beperkt van € 500 tot € 1.250.
Op basis van het bovenstaande heeft de inspecteur bewezen dat het niet gebruikelijk is om de aandelenbonussen aan te wijzen als eindheffingsloon. Volgens het hof is de uitvraag door de Belastingdienst representatief. Ook mag de Belastingdienst deze gegevens gebruiken om de gebruikelijkheid te onderzoeken.
Het hof oordeelt dat de nv de aandelenbonussen niet mag aanwijzen als eindheffingsloon. Het aanwijzen van deze bonussen voldoet niet aan de gebruikelijkheidstoets.
Gerechtshof Den Haag: ECLI:NL:GHDHA:2020:1562
Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2019:1050