Uitslag enquête

‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ intrekken

De enquête ging over een werknemer die gedurende het kalenderjaar de ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ laat intrekken door de werkgever.

De Belastingdienst Forum vroeg u welke stelling juist is. Van de 566 salarisprofessionals gaf 44% het juiste antwoord.

Hieronder kunt u de vraag nog een keer lezen en vindt u een toelichting op het juiste antwoord.

Vraag

Een werknemer rijdt in een bestelauto van de zaak. Voor deze bestelauto heeft de werknemer een ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ en rijdt er niet privé mee. De werknemer houdt geen rittenregistratie bij.

In augustus stapt de werknemer over naar een nieuwe functie bij dezelfde werkgever. Voor de nieuwe functie krijgt de werknemer een personenauto in plaats van de bestelauto. De werkgever trekt op verzoek van de werknemer de ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ in vanaf augustus.

Welke stelling is juist?

  1. De werknemer heeft geen rittenregistratie bijgehouden, daarom moet de werkgever over het hele kalenderjaar bijtelling toepassen. (13%)
  2. De werknemer heeft geen rittenregistratie bijgehouden, daarom moet de werkgever vanaf augustus bijtelling toepassen. Over de voorgaande maanden krijgt de werknemer een naheffingsaanslag. (9%)
  3. De werknemer mag vanaf augustus een ‘Verklaring geen privé gebruik auto’ aanvragen. De werknemer moet dan een sluitende rittenregistratie bijhouden en mag voor de resterende maanden naar tijdsgelang niet meer dan 500 kilometer privé rijden. (34%)
  4. De werknemer mag vanaf augustus een ‘Verklaring geen privé gebruik auto’ aanvragen. De werknemer moet dan een sluitende rittenregistratie bijhouden en mag op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijden. (44%)

De 4e stelling is juist.

Toelichting

Als een werkgever de ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ intrekt voordat de werknemer privé rijdt, dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat in de periode waarin de verklaring van toepassing was, de werknemer geen privékilometers heeft gereden.

Voor de resterende maanden kan de werknemer een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen als de werknemer op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 privékilometers gaat rijden en vanaf die datum alsnog een rittenregistratie bijhoudt.

De werkgever in deze peiling stelt het hele kalenderjaar een auto ter beschikking. Tot augustus is dit een bestelauto, en vanaf augustus een personenauto. Er is geen sprake van een situatie waarin alleen een deel van het kalenderjaar een auto ter beschikking staat. Daarom is voor het berekenen van het aantal privékilometers berekening naar tijdsgelang niet aan de orde.

Wetsartikel

Artikel 13bis Wet LB 1964

Relevante informatie

Handboek Loonheffingen 2024
– Paragraaf 23.3.10
– Paragraaf 23.3.11
– Paragraaf 23.4.7

Overheid, RVO, Kabinet, Belastingen, wet en regelgeving NL