In deze voorlopige berekening staat voor welke werknemers en voor welke bedragen de werkgever recht heeft op 1 of meer loonkostenvoordelen (LKV’s), op het lage-inkomensvoordeel (LIV) of op het jeugd-lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV). De berekening is gebaseerd op de aangiften loonheffingen en correcties over 2020 die tot en met 31 januari 2021 zijn gedaan.
Klopt de voorlopige berekening niet of mist u nog gegevens? Controleer dan eerst de ingediende aangiften loonheffingen 2020. Als u onjuistheden vindt, hebt u tot en met 1 mei 2021 de tijd om correctieberichten in te dienen. Correctieberichten na 1 mei 2021 neemt UWV niet mee in de definitieve berekening die u uiterlijk 31 juli ontvangt.
Wanneer uw ingediende aangiften wél kloppen en u toch nog vragen heeft, bel dan UWV Telefoon Werkgevers 088-8989295. Op de voorlopige berekeningen staat bij ‘Ons kenmerk’ een nummer. Houd dit nummer bij de hand als u belt.
Het kan zijn dat de werkgever geen voorlopige berekening heeft ontvangen, terwijl hij deze wel had verwacht. Ook dan kunt u contact opnemen met UWV Telefoon Werkgevers.
Op de internetsite van UWV leest u meer over de Wtl en vindt u de toelichting bij de specificaties van de voorlopige berekening Wtl 2020.
De verlenging van de aanvraagtermijn geldt voor alle werkgevers. Eerder was de einddatum 23 maart 2021. Voor werkgevers die een accountantsverklaring nodig hebben, was dit 29 juni 2021.
De termijn is verlengd omdat accountants meer tijd nodig hebben om controles te doen en jaarrekeningen op te stellen. Ook kunnen zorgorganisaties de continuïteitsbijdrage die zij vanwege de coronacrisis krijgen, nu meerekenen als omzet.
Een werkgever moet altijd een definitieve berekening aanvragen als hij een tegemoetkoming NOW heeft ontvangen voor de eerste aanvraagperiode. Als de werkgever geen aanvraag doet, gaat UWV ervan uit dat hij geen recht heeft op een tegemoetkoming. De werkgever moet het voorschot dan terugbetalen.
Bron: UWV
De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) had om uitstel gevraagd omdat er onder meer nog inhoudelijke vragen waren over de regeling.
De NOW is een voorschotregeling voor steeds drie maanden. Daarna stelt het UWV op basis van de definitieve subsidieaanvraag vast op hoeveel geld de werkgever recht heeft. Dat kan leiden tot een nabetaling of terugvordering. De eerste NOW-tranche betrof de periode maart tot en met mei vorig jaar. Werkgevers hoeven de definitieve aanvraag nu pas op 31 oktober te hebben ingediend.
Alle werkgevers moeten hun definitieve aanvraag nu op dezelfde datum inleveren. Werkgevers die een accountantsverklaring nodig hebben, kregen eerder minder tijd. Door de aanpassing wordt de regeling voor het UWV volgens Koolmees “eenduidiger en beter uitlegbaar“.
Ook voor de andere tranches van de NOW – behalve de tweede – wordt de sluitingsdatum voor de definitieve aanvraag verruimd. Er zijn nu vijf NOW-tranches.
De NOW is een van de belangrijkste steunmaatregelen van het kabinet om het bedrijfsleven door de coronacrisis te helpen. Hierdoor kunnen werkgevers een flink deel van hun loonkosten terug krijgen. Vorig jaar gaf het kabinet zo’n 13 miljard euro uit aan de NOW.
Bron:ANP
In de wetenschap dat gemeenten Tozo 1 onder moeilijke omstandigheden hebben moeten uitvoeren en de opvatting dat ook onder moeilijke omstandigheden van gemeenten mag worden verlangd dat zij op juiste en volledige wijze uitvoering geven aan een beperkte set fundamentele basiscriteria (inclusief het naar vermogen inzetten om eventuele onjuistheden in de uitvoering te corrigeren en te reduceren), wordt voor Tozo 1 onderscheid gemaakt tussen fundamentele -, belangrijke – en formele rechtmatigheidseisen. In bijlage I bij de beleidsregel is dit onderscheid nader verduidelijkt.
In de beleidsregel is aangegeven dat de hardheidsclausule alleen van toepassing is op kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn ten aanzien van belangrijke rechtmatigheidseisen. De hardheidsclausule wordt niet toegepast voor kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn vanwege fundamentele rechtmatigheidseisen. Die kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Voor de toepassing van de hardheidsclausule spelen de formele rechtmatigheidseisen geen rol, aangezien de accountant hierover niet rapporteert in termen van als fout of onzeker aan te merken kosten.
Voor de toepassing van de hardheidsclausule hoeven gemeenten geen verzoek in te dienen bij SZW. Wel is vereist dat het college en de gemeenteraad een gezamenlijk ondertekende bestuursverklaring afgeven, waarmee zij te kennen geven dat ondanks de verantwoorde fouten en onzekerheden, sprake is geweest van een zorgvuldige uitvoering van de Tozo. Indien gemeenten de uitvoering van de Tozo hebben overdragen aan een samenwerkingsverband op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dan is, onder voorwaarden, het samenwerkingsverband bevoegd de bestuursverklaring af te geven.
Voor de inzending van een bestuursverklaring geldt geen formele termijn, maar voor een voortvarende en soepele vaststelling van de rijksvergoeding is het gewenst dat de inzending uiterlijk 30 september 2021 plaatsvindt via de SZW-postbus: financieringtozo@minszw.nl.
Het toepasselijke model van de bestuursverklaring kan gedownload worden via de site van de vng.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat de minister van SZW ook toepassing zal gegeven aan de hardheidsclausule indien fouten en onzekerheden worden verantwoord ten aanzien van het vaststellen van de identiteit van de Tozo-aanvrager. De hierbij geldende voorwaarden zijn vermeld in de brief aan de Tweede Kamer van 24 november 2020 (Kamerstukken II, 35 420, nr. 191). Deze toepassing van de hardheidsclausule heeft betrekking op de behandeling van aanvragen die tot en met 31 maart 2021 kunnen worden ingediend, waarmee de toepassing buiten de reikwijdte van de beleidsregel valt.
Beleidsregel hardheidsclausule Tozo 1 – Besluit | 05-02-2021
De Belastingdienst kan bij de geautomatiseerde controle van de aangifte loonheffingen, fouten in de werknemersgegevens constateren die niet tot een weigering van de aangifte leiden. In dat geval krijgt de werkgever een foutenrapport ‘Foutmeldingen werknemersgegevens ’.
In dit foutenrapport staat informatie over het type fout met een korte omschrijving en een instructie om de fout te herstellen en in het vervolg te voorkomen.
U moet deze fouten herstellen. Dit is in het belang van u en uw werknemers.
De toelichting is een aanvulling op de ‘Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2021’ en bevat dus minder uitgebreide informatie.
U vindt de ‘Toelichting foutmeldingen werknemersgegevens 1e halfjaar 2021 ’ op belastingdienst.nl.
Gegevensspecificaties 2021 voor loonadministratie softwareontwikkelaars