Voor de bepaling van het belastbaar jaarloon voor de 30%‑regeling geldt een uitzondering. Wanneer dit belastbaar jaarloon lager is dan de inkomensnorm en dat komt door het ouderschaps- of zwangerschapsverlof, mag u uitgaan van het loon dat uw werknemer zonder dit verlof zou krijgen.
Deze uitzondering is uitgebreid met aanvullend geboorte-, pleegzorg- en adoptieverlof. Dit geldt met terugwerkende kracht tot 1 juli 2020.
Is het loon van uw werknemer lager dan het looncriterium door aanvullend geboorte-, pleegzorg- of adoptieverlof, dan mag u de 30%‑regeling vanaf 1 juli 2020 toch (blijven) toepassen.
Meer informatie over de 30%-regeling en werknemers die in Nederland komen werken, vindt u in paragraaf 17.4.2 van het Handboek Loonheffingen.
Intrekking of wijziging aanvullend geboorteverlof!
Handreiking geboorteverlof partner en WW-premie
Hoe, aanvullend geboorteverlof aangeven in aangifte?
Aanvullend geboorteverlof vanaf 1 juli 2020
Eerste negen weken ouderschapsverlof vanaf 2022 deels betaald
Geboorteverlof voor partners
In het voorstel Wet betaald ouderschapsverlof is ook een artikel opgenomen over het intrekken of wijzigen van het aanvullend geboorteverlof. Dat is in de Wet arbeid en zorg nog niet geregeld. De voorgestelde regeling is analoog aan de regeling die geldt bij ouderschapsverlof: de werkgever stemt in met een verzoek van de werknemer het aangevraagde aanvullend geboorteverlof niet op te nemen of niet voort te zetten als gevolg van het opnemen van zwangerschaps- of bevallingsverlof, of het opnemen van adoptieverlof.
Als er sprake is van onvoorziene omstandigheden kan een dergelijk verzoek ook worden gedaan. In dat geval hoeft een werkgever niet met het verzoek in te stemmen als een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich daartegen verzet.
Aan een verzoek hoeft de werkgever niet eerder gevolg te geven dan vier weken na het verzoek. Het (verdere) verlof wordt opgeschort en moet worden opgenomen binnen zes maanden, te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Verlof dat niet binnen deze termijn wordt opgenomen vervalt.
Van genoemde bepaling kan ten nadele van de werknemer worden afgeweken bij cao of bij schriftelijke overeenkomst met de ondernemingsraad. Uiteraard kan ook ten voordele van de werknemer worden afgeweken.
Omdat er op dit moment op dit punt nog niets geregeld is, zouden werkgevers voorlopig conform bovengenoemd voorstel kunnen handelen bij een verzoek van de werknemer. Voorlopig, omdat nog niet bekend is hoe de definitieve regeling er uit gaat zien: het voorstel is nog in behandeling bij de Tweede Kamer.
Omdat het aanvullend geboorteverlof al sinds 1 juli 2020 geldt, is voorgesteld deze bepaling in plaats van per 2 augustus 2022, al direct na publicatie van de wet in werking te laten treden. 100% Salarisverwerking zal hier u over berichten.
Handreiking geboorteverlof partner en WW-premie
Hoe, aanvullend geboorteverlof aangeven in aangifte?
Aanvullend geboorteverlof vanaf 1 juli 2020
Geboorteverlof voor partners
Arbeidsovereenkomst niet verlengd na zwangerschapsverlof
Dit was al van toepassing bij een loonsverlaging door opname ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof.
De goedkeuring uit het besluit wordt vanaf 1 januari 2021 toegevoegd aan artikel 8.2a Uitvoeringsregeling loonbelasting.
U vindt het besluit in de Staatscourant.
Artikel 10eb lid 1 en 2 Uitvoeringsbesluit loonbelasting
Artikel 8.2a Uitvoeringsregeling loonbelasting
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten
Dit besluit bevat een goedkeuring voor de uitvoering van de looncriteria opgenomen in de 30%-regeling. Het loopt vooruit op de regeling van de Staatssecretaris van Financiën tot wijziging van onder meer enige uitvoeringsregelingen op het gebied van belastingen (Eindejaarsregeling 2020).
Sinds 1 januari 2019 heeft de partner van de werknemer bij de geboorte van een kind recht op een week geboorteverlof. Indien het kind op of na 1 juli 2020 geboren is, bestaat daarnaast recht op vijf weken aanvullend geboorteverlof. Dit aanvullend geboorteverlof kan in de eerste zes levensmaanden van het kind worden opgenomen tegen 70% van het loon, betaald door het UWV. Deze verruiming van het geboorteverlof is geregeld in de WIEG. Onder omstandigheden kan het voorkomen dat door opname van het aanvullend geboorteverlof niet langer wordt voldaan aan het looncriterium voor de 30%- regeling. Om dit ongewenste gevolg weg te nemen zal artikel 8.2a URLB worden aangepast. Daarnaast wordt adoptieverlof en pleegzorgverlof aan deze bepaling toegevoegd. Dit besluit bevat een goedkeuring op grond waarvan deze wijziging reeds met ingang van 1 juli 2020 kan worden toegepast.
UBLB – Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
URLB – Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
UWV – Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Wet LB – Wet op de loonbelasting 1964
WIEG – Wet invoering extra geboorteverlof
In artikel 8.2a URLB is geregeld dat indien een werknemer door het opnemen van ouderschapsverlof of zwangerschapsverlof niet langer voldoet aan het looncriterium van de 30%-regeling, een eventuele loonsverlaging als gevolg van het opnemen van deze vormen van verlof buiten beschouwing blijft voor de toepassing van het looncriterium van de 30%-regeling.
In de Eindejaarsregeling 2020 wordt in het kader van de inwerkingtreding van de WIEG het aanvullend geboorteverlof toegevoegd aan de uitzondering op het looncriterium voor de 30%-regeling, omdat het doel en karakter van het aanvullend geboorteverlof overeenkomt met het ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof. Daarnaast wordt het adoptieverlof en pleegzorgverlof aan deze bepaling toegevoegd. Genoemde vormen van verlof worden derhalve eveneens buiten beschouwing gelaten als het gaat om de toets op het looncriterium.
Ik acht het doelmatig en wenselijk dat in de praktijk desgewenst de voorgenomen wijziging al met ingang van 1 juli 2020 kan worden toegepast. Daarom keur ik, vooruitlopend op wijziging van artikel 8.2a URLB, het volgende goed.
Ik keur goed dat ingeval het loon, bedoeld in artikel 10eb, eerste en tweede lid UBLB, van een werknemer als gevolg van het opnemen van aanvullend geboorteverlof, pleegzorgverlof of adoptieverlof in een tijdvak op jaarbasis lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 10eb, eerste lid, onderscheidenlijk tweede lid, UBLB in dat loontijdvak bij de toepassing van dat artikel ten aanzien van de werknemer wordt uitgegaan van het loon, bedoeld in dat artikel, dat de werknemer zou hebben genoten indien hij geen aanvullend geboorteverlof, pleegzorgverlof of adoptieverlof zou hebben opgenomen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2020.
Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2021.
Bron: Overheid
Een werknemer kan maximaal 5 weken aanvullend geboorteverlof opnemen als de partner net is bevallen. Hij krijgt dan een uitkering van UWV van 70% van het dagloon tot maximaal 70% van het maximumdagloon. De werkgever ontvangt de uitkering van UWV en betaalt deze door aan de werknemer. UWV kan de uitkering ook rechtstreeks aan de werknemer betalen. UWV draagt dan de loonheffingen af. Als een werknemer aanvullend geboorteverlof wil opnemen, vraagt de werkgever dit aan bij UWV.
De uitkering voor aanvullend geboorteverlof is loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. U past de witte tabel toe.
Een uitkering voor aanvullend geboorteverlof valt onder de Wet arbeid en zorg (WAZO). Hiervoor geldt altijd de lage WW-premie.
Als de werkgever de uitkering voor aanvullend geboorteverlof aan de werknemer betaalt, hebt u in 2020 en 2021 de keuze hoe u dit verwerkt in de aangifte:
Voor de begin- en einddatum van de aparte inkomstenverhouding is het genietingsmoment van de uitkering van belang. U verwerkt de uitkering in de aangifte(n) over het tijdvak waarin het genietingsmoment valt (of de genietingsmomenten vallen). Dit is het moment waarop de werkgever de uitkering betaalt. Als sprake is van een betaling in termijnen, dan loopt de inkomstenverhouding door tot en met de betaling van de laatste termijn van de uitkering.
U verwerkt de uitkering samen met het loon in de aangifte(n) over het tijdvak waarin het genietingsmoment valt (of de genietingsmomenten vallen).
Soms betaalt de werkgever nog een aanvulling op de uitkering voor aanvullend geboorteverlof. Deze aanvulling vermeldt u in de inkomstenverhouding voor het reguliere loon.
Als u de uitkering aanvullend geboorteverlof aangeeft in een aparte inkomstenverhouding, dan is de Code soort inkomstenverhouding code 31 (Ziektewetuitkering).
Geeft u de uitkering aan in dezelfde inkomstenverhouding als het loon, dan gebruikt u de Code soort inkomstenverhouding die geldt voor het reguliere loon.
Is het loon dat een werknemer ontvangt, samen met de uitkering, lager dan het overeengekomen loon in een aangiftetijdvak? Dan vult u Code incidentele inkomensvermindering ‘G’ in. U geeft de code op in de inkomstenverhouding van het reguliere loon. Dit is ook het geval als u de uitkering aangeeft in een aparte inkomstenverhouding.
U gebruikt code ‘G’ alleen als het reguliere loon – samen met de uitkering aanvullend geboorteverlof en een eventuele aanvulling door de werkgever – in het aangiftetijdvak lager is dan het overeengekomen loon.
Als u code ‘G’ invult, berekent UWV een eventuele uitkering niet over dit lagere loon.
U vermeldt het gebruikelijke aantal verloonde uren bij een uitkering aanvullend geboorteverlof.
Geeft u de uitkering aanvullend geboorteverlof aan in een aparte inkomstenverhouding? Dan vermeldt u bij volledig verlof het gebruikelijke aantal verloonde uren in deze inkomstenverhouding. Heeft de werknemer gedeeltelijk gewerkt in een aangiftetijdvak? Dan vermeldt u de verloonde uren die horen bij de gewerkte uren in de inkomstenverhouding voor het reguliere loon. Het restant verloonde uren vermeldt u in de inkomstenverhouding voor de uitkering.
De volgende rubrieken wijzigen niet bij de opname van aanvullend geboorteverlof:
Geeft u de uitkering aan in een aparte inkomstenverhouding? Dan vult u deze rubrieken voor deze inkomstenverhouding niet in.
Een werknemer verdient normaal € 1.000 per maand voor 100 verloonde uren. In periode augustus 2020 ontvangt hij alleen een uitkering aanvullend geboorteverlof van € 700. Hij ontvangt geen regulier loon en de werkgever betaalt geen aanvulling.
Een werknemer verdient normaal € 1.000 per maand voor 100 verloonde uren.
In periode augustus 2020 heeft hij gedeeltelijk gewerkt (60 uur) en gedeeltelijk een uitkering aanvullend geboorteverlof ontvangen. Daarnaast heeft de werkgever nog een aanvulling op deze uitkering betaald. De bedragen zijn als volgt:
Tabel met bedragen en verloonde uren per loonbestanddeel
Artikel 4.2a tot en met artikel 4.2c Wet arbeid en zorg
Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2020
Memo verloonde uren
uwv.nl/aanvullend geboorteverlof
WIEG regeling vanaf 1 juli
Regelingen rondom geboorteverlof zijn vastgelegd in de Wet invoering extra geboorteverlof, afgekort tot WIEG. Het geboorteverlof voor partners die in loondienst werken, ook wel kraamverlof, vaderschapsverlof of partnerverlof genoemd – is op dit moment eenmaal het aantal werkuren per week. Werkt iemand bijvoorbeeld 5 dagen 4 uur per dag? Dan krijgt hij of zij 20 uur verlof: 5 x 4 werkuren. De werkgever moet het loon tijdens dit verlof volledig doorbetalen. De werknemer kan deze verlofdagen naar eigen inzicht opnemen, als het maar binnen 4 weken na de geboorte van het kind is.
Per 1 juli 2020 kunnen partners tot maximaal 5 weken aanvullend geboorteverlof opnemen, minder mag ook. Ook voor dit verlof is de arbeidsduur per week het uitgangspunt. Een parttimer die 3 dagen per week werkt, heeft recht op maximaal 5 maal 3 dagen aanvullend geboorteverlof. Werknemers krijgen tijdens die maximaal 5 weken een uitkering ter hoogte van 70% van hun dagloon. De werknemer moet deze verlofweken opnemen binnen 6 maanden na de geboorte van het kind. Voorwaarde is wel dat een werknemer eerst het ‘gewone’ geboorteverlof van eenmaal het aantal werkuren per week opneemt. Bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang mag de werkgever in overleg met de medewerker de verlofdagen anders inroosteren. De werkgever mag het verlof zelf dus niet weigeren, maar wel de periode waarin het recht gebruikt wordt.
In de week geboorteverlof aansluitend op de bevalling betaalt u het loon volledig uit. Tijdens de 5 aanvullende weken krijgt u als werkgever een vergoeding van 70% van het dagloon van de medewerker, tot maximaal 70% van het wettelijk maximumdagloon. U vraagt de uitkering aan bij UWV. UWV betaalt de uitkering aan u uit, u verrekent dit vervolgens in de loonbetaling aan de werknemer. In sommige cao’s is al geregeld dat ook tijdens dit aanvullende verlof gewoon 100% loon wordt uitbetaald, waarvan dus 70% voor rekening van UWV komt.
Alles wat u moet weten over het aanvragen van het aanvullend geboorteverlof, bijvoorbeeld welke gegevens u daarbij nodig heeft van uw werknemer en hoe de betalingen plaatsvinden, vindt u op uwv.nl aanvullend geboorteverlof aanvragen. Wilt u uw werknemer informeren en zijn of haar vragen kunnen beantwoorden? Alle relevante informatie voor u en uw werknemer vindt u op onze overzichtspagina over het aanvullend geboorteverlof.