Uit verschillende publieksonderzoeken van bijvoorbeeld TNO en RIVM blijkt dat werkgevers en werkenden zich grotendeels houden aan het dringende advies om thuis te werken. Daarvoor spreekt het kabinet haar waardering uit, want dat is lang niet altijd makkelijk. Er is ook een grote groep werkenden die niet thuis kan werken. Voor die mensen, die bijvoorbeeld werken in de zorg, bij fabrieksproductie of in het vervoer, betekent dat: zorgen dat de werkplek veilig is. Voor die werkgevers en werknemers die nu nog het werk op kantoor doen, maar waar dat ook thuis zou kunnen, betekent het: extra inzet om ook die groep over de streep te trekken.
Daarom werkt het kabinet op dit moment samen met sociale partners aan duidelijke criteria voor thuiswerken. Dat moet zowel werkgevers als werkende meer duidelijkheid geven over wanneer thuiswerken mogelijk moet zijn. De criteria worden naar verwachting halverwege februari breed bekend gemaakt. Zodra die er zijn, zal de Inspectie SZW, en waar nodig met andere toezichthouders, door middel van interventies handelen naar meldingen over niet-opvolging van die criteria. Om vitaal thuiswerken verder te stimuleren en te ondersteunen maakt het kabinet vijf miljoen euro vrij. En om in te kunnen grijpen op plekken waar het écht mis gaat, is het kabinet bezig met een spoedwetswijziging die het sluiten van panden bij een bronbesmetting mogelijk maakt.
De algehele ervaren gezondheid van de werknemers die in najaar 2020 thuis werkten is niet verslechterd ten opzichte van een jaar eerder, zo blijkt uit onderzoek van TNO. Maar we weten dat langdurig thuiswerken zwaar kan zijn. Daarom zet het kabinet ook in op ondersteuning van mensen die thuiswerken. Vooral eenzaamheid is een aandachtspunt, blijkt uit een peiling van TNO.
Onderzoek wijst uit dat de werksetting de op twee na grootste besmettingsbron vormt. Maar het is niet mogelijk om die cijfers verder uit te spitsen naar type werklocatie. Daardoor is het lastig om vast te stellen waar het besmettingsrisico precies het grootst is.
Kamerbrief TNO cijfers thuiswerken
Minister Koolmees gaat in deze brief aan de Tweede Kamer in op de recent beschikbaar gekomen cijfers over thuiswerken, op de …
Kamerstuk: Kamerbrief | 04-02-2021
Tussentijdse rapportage Inspectie SZW
Rapport | 03-02-2021
U mag een werknemer uit het buitenland een onbelaste vergoeding geven voor de extra kosten voor tijdelijk verblijf in Nederland. Als u de 30%-regeling gebruikt, mag u – zonder nader bewijs – maximaal 30% van het loon inclusief vergoeding aanwijzen als gericht vrijgestelde vergoeding voor extraterritoriale kosten.
Wilt u vanaf de 1e werkdag gebruikmaken van de regeling? Dan moet het verzoek binnen 4 maanden na die dag bij de Belastingdienst binnen zijn. Anders mag u pas gebruikmaken van de regeling vanaf de 1e dag van de maand waarin u het verzoek doet.
Vul het formulier in en laat het ondertekenen door de werkgever en werknemer. Zorg dat u alle gevraagde bijlagen met het verzoek meestuurt. De Belastingdienst neemt de aanvraag pas in behandeling na ontvangst van alle gegevens. Na ontvangst krijgt u binnen 16 weken bericht.
Stuur het formulier en bijlagen naar:
Belastingdienst/kantoor Buitenland
Postbus 2865
6401 DJ Heerlen
U vindt het formulier ‘Verzoek loonheffingen 30%-regeling 2021’ op belastingdienst.nl.
Paragraaf 17.4 Handboek Loonheffingen
Werkelijke ET-kosten vergoeden of verstrekken naast de 30%-regeling
Voortzetting 30%-regeling bij wisseling van werkgever
Deze bedragen gelden voor ambtenaren op dienstreis, maar u mag deze ook gebruiken voor werknemers die vergelijkbare kosten maken.
In onderstaande tabel vindt u de bedragen die u in 2021 mag vergoeden:
De bedragen die gelden voor buitenlandse dienstreizen vindt u in de ‘Tarieflijst verblijfskosten buitenlandse dienstreizen per 1 januari 2021’ op caorijk.nl.
In paragraaf 10.3 en 10.4 van ‘CAO Rijk 2020 (II)’ leest u meer over de voorwaarden die gelden.
Bedragen CAO Rijk 2020 per 1 januari 2021
Tarieflijst verblijfskosten buitenlandse dienstreizen per 1 januari 2021
Cao Rijk 2020 (II)
Bron: caorijk.nl
In de brief staan de percentages voor de gedifferentieerde premie Whk. U hebt deze percentages nodig voor de aangiften loonheffingen 2021.
Een grote of middelgrote werkgever ontvangt een beschikking Whk. Voor een grote werkgever stelt UWV de gedifferentieerde premie Whk individueel vast. Voor een middelgrote werkgever neemt UWV een gewogen gemiddelde van het individuele premiepercentage en het sectorale premiepercentage.
Verzorgt u de aangifte voor een middelgrote of grote werkgever? Dan heeft u voor de hoogte van de gedifferentieerde premie Whk de beschikking nodig. Het is belangrijk dat u deze opvraagt bij de werkgever.
Een werkgever is een middelgrote werkgever als het premieloon in 2019 meer was dan € 346.000 en maximaal € 3.460.000. Bij een premieloonsom van meer dan € 3.460.000 is sprake van een grote werkgever.
Een kleine werkgever ontvangt een mededeling Whk. Voor kleine werkgevers stelt UWV de gedifferentieerde premie per sector vast. Weet u onder welke sector een kleine werkgever valt? Dan kunt u zelf de percentages Whk opzoeken in de Staatscourant.
Een werkgever is een kleine werkgever als het premieloon in 2019 maximaal € 346.000 was.
Controleer de beschikking Whk 2021
Gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2021
Snel premie Whk 2021 berekenen
Nieuwsbrief Loonheffingen 2021
Normenbrief 1 januari 2021 – online
Rekenregels per 1 januari 2021
Aangiftebrief Loonheffingen 2021
Dat blijkt uit een recente uitspraak van de kantonrechter in Zutphen.
De 62-jarige man werkte sinds 2007 als monteur bij machinebouwer Hosokawa Micron in Doetinchem. Dat bedrijf hanteert een strikt antirookbeleid.
De monteur, die erkent dat hij lijdt aan een ernstige rookverslaving, werd afgelopen jaren regelmatig aangesproken op zijn rookgedrag. In april van dit jaar gaf zijn werkgever hem een schriftelijke waarschuwing, omdat hij de man er ernstig van verdacht te roken tijdens het werk.
De monteur was niet op heterdaad betrapt en ontkende te hebben gerookt. Maar zijn leidinggevende merkte dat een ruimte waar hij werkte ‘sterk rook naar tabaksrook’. Bovendien zag hij daar sigarettenas liggen.
Toen de monteur op 16 juli wel werd betrapt bij het ‘stiekem roken in het grondstoffenmagazijn’, ontsloeg zijn werkgever hem op staande voet. Dat is de zwaarste sanctie die een bedrijf een werknemer kan opleggen. Dat betekent geen ontslagvergoeding, en vrijwel altijd verliest de werknemer zijn recht op WW.
De monteur was het er niet mee eens en stapte naar de rechter.
Volgens de werknemer was het bedrijf te streng geweest, mede gezien de gevolgen die het ontslag voor hem had. Ook vond hij dat zijn werkgever zich niet aan zijn eigen beleid hield. Dat houdt namelijk in dat iemand pas na twee officiële, schriftelijke waarschuwingen kan worden ontslagen.
Volgens de monteur telde een eerdere schriftelijke waarschuwing uit 2017 niet mee. Die ging namelijk over het aantal en de duur van zijn rookpauzes. Bovendien was die waarschuwing gegeven in het kader van het ‘oude’ rookbeleid.
De kantonrechter in Zutphen gaf de man afgelopen donderdag gelijk. Het ontslag op staande voet van de monteur wordt beschouwd als te streng, ook door zijn bescheiden kansen op de arbeidsmarkt gezien zijn leeftijd en beperkte opleiding.
Ook oordeelde de kantonrechter dat de brief van april niet kan gelden als laatste waarschuwing, omdat het antirookbeleid bepaalt dat er voor ontslag twee schriftelijke waarschuwingen nodig zijn.
Van de kantonrechter mag Hosokawa Micron de arbeidsovereenkomst wel op een normale manier beëindigen, wegens een ernstig verstoorde arbeidsrelatie.
De machineproducent moet de werknemer doorbetalen vanaf zijn (nietige) ontslag in juli tot januari. Dat komt neer op zo’n 16.000 euro bruto. Daarnaast moet het bedrijf hem transitievergoeding van ruim 13.000 euro betalen.
In totaal ontvangt de monteur dus bijna 30.000 euro. Daarnaast kan hij aanspraak maken op een WW-uitkering.
Advocaat Jan Soentjens van de monteur is tevreden over de uitspraak. Volgens hem kunnen werkgevers lering uit de zaak trekken. “Als het gaat om ongewenst gedrag, zoals roken, of ongewenst gebruik van het internet, maar ook controles op het gebruik van alcohol of drugs, is het verstandig om hun eigen beleid goed vast te leggen.”
Dat beleid moet uiteraard voldoen aan allerlei vereisten, tekent de advocaat aan. “Zoals instemming van de ondernemingsraad, indien aanwezig. En werkgevers moeten zich bovendien aan hun eigen beleid houden.”
Hosokawa Micron onthoudt zich van commentaar. “Wij gaan geen uitspraken over deze zaak doen, ook gezien privacy-overwegingen”, zegt personeelschef Bart Derksen. “De uitspraak is recent gedaan, en wij zijn ons daar nu op aan het beraden.”
Bron: RTL Z