Een tijdelijke uitbreiding van het aantal uren is arbeidsrechtelijk een tweede arbeidsovereenkomst. Per arbeidsovereenkomst beoordeelt u of de hoge of lage WW-premie van toepassing is. Op de tijdelijke uitbreiding van het aantal uren is de hoge WW-premie van toepassing. Er is namelijk geen sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Als voor de reguliere arbeidsovereenkomst de lage WW-premie geldt en voor de tijdelijke uitbreiding de hoge WW-premie, dan kunt u de tijdelijke uitbreiding van de uren op 2 manieren verwerken in de aangifte:
Kiest u ervoor om de reguliere arbeidsovereenkomst en de tijdelijke uitbreiding van de uren in 1 inkomstenverhouding in de aangifte op te geven, dan:
Het aangeven van de tijdelijke uitbreiding van het aantal uren in dezelfde inkomstenverhouding als de reguliere arbeidsovereenkomst is toegestaan voor de jaren 2020 en 2021. Ook correctieberichten die betrekking hebben op deze jaren mag u op deze manier indienen. Vanaf het jaar 2022 moet u regulier loon en een tijdelijke uitbreiding van het aantal uren aangeven in aparte inkomstenverhoudingen.
Een werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. De arbeidsovereenkomst geldt voor 20 uur per week met een maandloon van € 1000. Via een addendum krijgt hij vanaf mei een tijdelijke uitbreiding van zijn uren tot 30 uur per week. Zijn maandloon wordt dan € 1.500.
Voor de vaste arbeidsovereenkomst van 20 uur per week geldt de lage WW-premie. Het addendum met de tijdelijke 10 extra uren per week is een aparte arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarop de hoge WW-premie van toepassing is.
Manier 1:tijdelijke uitbreiding van uren in nieuwe inkomstenverhouding
Manier 2:tijdelijke uitbreiding van uren in één inkomstenverhouding
Kennisdocument premiedifferentiatie WW, vraag 1.12
Een managementovereenkomst geldt niet als arbeidsovereenkomst voor toepassing van de lage WW-premie. Als er alleen een managementovereenkomst is, dan moet u de hoge WW-premie toepassen.
Is de werknemer verplicht verzekerd bij de holding en bij de werkmaatschappij, dan geldt de doorbetaaldloonregeling voor alle loonheffingen. De holding moet dan vaststellen of zij voldoet aan de 3 voorwaarden voor het toepassen van de lage WW-premie:
Is de werknemer niet bij de holding maar wel bij de werkmaatschappij verzekerd voor de werknemersverzekeringen? Dan moet de werkmaatschappij toetsen of voldaan is aan de 3 voorwaarden voor het toepassen van de lage WW-premie.
De doorbetaaldloonregeling is voor de werknemersverzekeringen alleen van toepassing als de werknemer bij de werkmaatschappij en bij de holding werknemer is.
Is de werknemer niet bij de holding maar wel bij de werkmaatschappij verzekerd voor de werknemersverzekeringen, dan moet de werkmaatschappij de premies werknemersverzekeringen zelf afdragen. De holding draagt dan geen premies werknemersverzekeringen af. Voor de loonheffing en de Zorgverzekeringswet kunt u de doorbetaaldloonregeling toepassen.
Is een werknemer vóór 1 januari 2020 werkzaam voor de holding en werkmaatschappij, dan krijgt u tot 1 juli 2020 de tijd om te voldoen aan de vereisten voor de lage WW-premie. U mag de lage WW-premie toepassen als vóór 1 juli 2020 één van de volgende documenten in de loonadministratie aanwezig is:
Hieruit moet blijken dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is.
De lage WW-premie geldt vanaf 1 januari 2020 als uit de arbeidsovereenkomst of het addendum blijkt dat de werknemer al op uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd bij de werkmaatschappij in dienst was.
Als u niet voor 1 juli 2020 aan bovenstaande voorwaarden voldoet, moet u met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie toepassen. Hiervoor moet u correctieberichten indienen.
Handreiking voorwaarden lage WW-premie
WAB: verlenging termijn om arbeidsovereenkomsten aan te passen
Doorbetaaldloonregeling: paragraaf 4.14 Handboek Loonheffingen
Vergeet daarom niet vóór deze datum de arbeidscontracten van deze groep medewerkers die op 1 juli nog bij u in dienst zijn, schriftelijk vast te leggen.
Hebt u op 1 juli 2020 de schriftelijke vastlegging nog niet geregeld? Dan moet u voor deze werknemers met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 de hoge WW-premie betalen in plaats van de lage WW-premie.
Voor werknemers die u op 1 januari 2020 of daarna in dienst hebt genomen, moet u het arbeidscontract meteen schriftelijk vastleggen.
Meer informatie over het schriftelijk vastleggen leest u in: Hoe legt u een arbeidscontract schriftelijk vast?
Vanaf 2020 WW-premie naar type contract
Flexwerker kost werkgevers veel hogere ww-premie dan voor vaste werknemer
Verandering oproepers flexwerkers met WAB regels
Uitzending en payrolling krijgen handreiking SZW over contracting
Minister Koolmees heeft op 9 december 2019 in een brief aan de Tweede Kamer gemeld dat werkgevers voor 1 april 2020 moeten voldoen aan de voorwaarden voor de lage WW-premie. Als gevolg van het coronavirus is het niet voor alle werkgevers mogelijk om aan die voorwaarden te voldoen. Daarom is deze periode verlengd tot 1 juli 2020.
Werkgevers mogen de lage WW-premie afdragen, ook als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (die geen oproepovereenkomst is) nog niet schriftelijk is vastgelegd. Dit geldt ook als de arbeidsovereenkomst of het addendum nog niet door beide partijen is ondertekend.
In deze situaties kunnen werkgevers in de loonaangifte de indicatierubriek ‘Schriftelijke arbeidsovereenkomst’ vullen met ‘Ja’. Deze coulance geldt alleen voor arbeidsovereenkomsten van werknemers die vóór 1 januari 2020 in dienst zijn gekomen. Voor andere arbeidsovereenkomsten geldt de coulance niet.
Uiterlijk voor 1 juli 2020 moet voor deze werknemers 1 van de volgende documenten in de loonadministratie aanwezig zijn:
Daaruit moet blijken dat de werknemer al op uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst was.
Als een werkgever niet voor 1 juli 2020 aan deze voorwaarden voldoet, maar de arbeidsovereenkomst wel voortduurt na 30 juni, is hij met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.
Lees meer in de brief van minister Koolmees op rijksoverheid.nl.
Kennisdocument premiedifferentiatie WW (vraag 1.6)
Handreiking voorwaarden lage WW-premie
Een fout herstellen is niet hetzelfde als herzien. Er is sprake van een fout als u bijvoorbeeld ten onrechte hebt aangegeven dat er geen sprake is van een oproepovereenkomst terwijl dit wel het geval is. Als de aangiftetermijn verstreken is herstelt u dit met een correctiebericht.
Hierin geeft u de juiste contractindicatie aan en de juiste premie. U vult ‘J’ in bij de rubriek ‘Oproepovereenkomst’. De hoge WW-premie vermeldt u in de rubriek ‘Premie AWf hoog’. En niet zoals bij herzieningssituaties in de rubriek ‘Premie AWf herzien’.
Een werknemer komt op 1 maart 2020 in dienst. In de aangifte vermeldt u dat sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, die geen oproepovereenkomst is. U gebruikt de lage premie. U verwerkt het maandloon van € 1.000 in een maandaangifte.
Stel de lage premie is 3% en de hoge premie is 8% (fictieve percentages). Voor de maanden maart, april en mei geeft u de WW-premie aan in de volgende rubrieken van de loonaangifte:
Tabel WW premie maanden maart, april, mei
Op 10 juni komt u erachter dat u ten onrechte hebt opgegeven dat er geen sprake is van een oproepovereenkomst. Hierdoor is ten onrechte de lage premie toegepast. Voor de maanden juni, juli augustus en verder geeft u de hoge premie als volgt aan:
Tabel WW premie maanden juni, juli, augustus
Voor de tijdvakken maart, april en mei dient u correctieberichten in. U wijzigt de indicatie ‘oproepovereenkomst’ van ‘N’ in ‘J’. Ook corrigeert u de aanwas in het cumulatieve premieloon van ‘laag’ naar ‘hoog’, evenals de premie AWf.
In de correctieberichten verwerkt u dit als volgt:
Correctietabel WW premie maanden maart, april, mei
Kennisdocument Premiedifferentiatie WW
Nieuwsbrief Loonheffingen 2020
Overzichtsartikel WAB
Herzien lage WW-premie in de loonaangifte
Herzien WW-premie als dienstbetrekking binnen 2 maanden eindigt