Vanaf 1 januari 2020 moet u per werknemer nagaan of de lage of hoge WW-premie geldt. In deze handreiking leest u welke voorwaarden gelden voor het toepassen van de lage WW-premie.

Handreiking. Update 12 december 2023

De lage WW-premie geldt voor een werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft die voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • De arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd, en
  • De arbeidsovereenkomst is schriftelijk vastgelegd, en
  • De arbeidsovereenkomst is geen oproepovereenkomst.

In de aangifte loonheffingen moet u deze voorwaarden met een J/N-indicatie in 3 rubrieken vermelden. Voor de lage WW-premie geeft u de indicaties als volgt op:

RubriekIndicatie
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijdJ
Schriftelijke arbeidsovereenkomstJ
OproepovereenkomstN

Is één van deze indicaties anders, dan geldt de hoge WW-premie.

Let op!

Er zijn hierop een aantal uitzonderingen. Meer hierover leest u in deze handreiking onder het kopje ‘Altijd lage WW-premie’.

1e dag aangiftetijdvak

U toetst of op de 1e dag van het aangiftetijdvak de lage WW-premie of de hoge WW-premie geldt. Die premie geldt dan voor het hele aangiftetijdvak.

Voorbeeld
Een werknemer heeft een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Op 15 november krijgt hij een vaste arbeidsovereenkomst die voldoet aan de voorwaarden van de lage WW-premie. Tot en met de aangifte van november past u de hoge WW-premie toe. Vanaf de aangifte van december past u de lage WW-premie toe. De werkgever heeft namelijk een aangiftetijd van een maand.

Addendum

Een eis voor de lage WW-premie is dat een werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst heeft. Dit mag ook een addendum zijn. Dit addendum moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. Werknemer en werkgever hebben het addendum schriftelijk vastgelegd.
  2. Hieruit blijkt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is.
  3. U bewaart het addendum bij de loonadministratie.

Voorbeeld
Voor een werknemer van wie de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is overgegaan naar onbepaalde tijd, is niet altijd een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aanwezig. U past dan de hoge WW-premie toe. Bij een addendum dat voldoet aan bovenstaande voorwaarden, mag u de lage WW-premie toepassen.

Digitale arbeidsovereenkomst

Aan de voorwaarde dat een arbeidsovereenkomst schriftelijk is vastgelegd, voldoet u ook bij een digitale arbeidsovereenkomst. U mag een arbeidsovereenkomst bijvoorbeeld ook scannen of opslaan in een HR-systeem.

Oproepovereenkomst

Bij een oproepovereenkomst geldt de hoge WW-premie.

Een werknemer heeft bij een oproepovereenkomst geen zekerheid over het aantal uren dat hij werkt en het loon dat hij ontvangt. Een nul-urencontract en een min-maxcontract zijn voorbeelden van een oproepovereenkomst.

In de volgende gevallen is sprake van oproepovereenkomst:

  1. Het aantal uren dat een werknemer werkt is niet vastgelegd als één aantal uren per periode van maximaal een maand. Dit geldt ook voor een min-maxcontract; of
  2. Het aantal uren dat een werknemer werkt is niet vastgelegd per periode van maximaal een jaar waarbij het loon gelijkmatig over het jaar is gespreid. Meer informatie leest u onder het kopje ‘Seizoensarbeid’; of
  3. De werknemer heeft geen recht op loon vanwege uitsluiting van de loondoorbetalingsplicht (artikel 7:628a, lid 9 of lid 10 Burgerlijk Wetboek).

Seizoensarbeid

In sectoren met seizoensarbeid is het niet altijd mogelijk om werknemers een vast contract met een vast aantal uren per week of maand aan te bieden. De lage WW-premie geldt daarom ook voor een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd waarbij:

  1. het aantal uren per jaar is overeengekomen, en
  2. het recht op loon gelijkmatig over het jaar is gespreid (de jaarurennorm).

Altijd lage WW-premie

Er zijn 5 uitzonderingen waarin u altijd de lage WW-premie toepast:

  1. Voor een werknemer met een leerwerkovereenkomst op grond van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
    • De leerwerkovereenkomst moet door de werkgever, de werknemer en de school zijn ondertekend. Ook moet deze zijn gedagtekend en opgenomen in de administratie van de werkgever.U mag de lage WW-premie pas toepassen nadat alle 3 de partijen ondertekend hebben. Wordt de laatste handtekening gezet na de ingangsdatum van de leerwerkovereenkomst? Dan mag u over de tussenliggende periode de lage WW-premie niet toepassen. U toetst op de 1e dag van het aangiftetijdvak of aan de voorwaarden voor de lage WW-premie is voldaan.
    • Bevat de praktijkovereenkomst of de daarmee samenhangende arbeidsovereenkomst een uitzendbeding, dan is de werkgever vanaf 2023 de hoge WW-premie verschuldigd.
  2. Voor een werknemer die jonger is dan 21 jaar en met maximaal 48 verloonde uren per vierwekenaangifte of 52 verloonde uren uur per maandaangifte.
    • U beoordeelt dit per tijdvak.
    • Voorbeeld
    • Een 20-jarige werknemer heeft 60 verloonde uren in tijdvak januari. Voor dit tijdvak past u de hoge WW-premie toe. In tijdvak februari heeft hij 35 verloonde uren. Voor dit tijdvak past u de lage WW-premie toe. 
    • Voor de toets aan de leeftijd van 21 jaar geldt de leeftijd die een werknemer heeft op de eerste dag van de vierwekenaangifte of maandaangifte.
  3. Voor uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen: WW, ZW, WIA en WAO.
    • Dit geldt niet alleen voor uitkeringen die UWV rechtstreeks aan de werknemer betaalt maar ook als de werkgever de uitkering van UWV ontvangt en aan de werknemer doorbetaalt (werkgeversbetaling). Bovendien geldt de lage WW-premie als een werkgever eigenrisicodrager is en de uitkering zelf betaalt. 
  4. WAZO-uitkeringen in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie, pleegzorg, aanvullend geboorteverlof en (per 2 augustus 2022) betaald ouderschapsverlof.
  5. Toeslagen op grond van de Toeslagenwet.

Altijd hoge WW-premie

Er zijn 2 uitzonderingen waarin u altijd de hoge WW-premie toepast:

  1. Voor een werknemer die een uitzendovereenkomst met een uitzendbeding heeft (artikel 7:691, lid 2 Burgerlijk Wetboek).
  2. Voor een werknemer met een fictieve dienstbetrekking.

    Bij een fictieve dienstbetrekking is geen sprake van een dienstbetrekking zoals bedoeld in artikel 3 Werkloosheidswet.

Let op!

Voor een werknemer die jonger is dan 21 jaar met maximaal 48 verloonde uren per vierwekenaangifte of 52 verloonde uren per maandaangifte, geldt altijd de lage WW-premie. Ook als deze werknemer een fictieve dienstbetrekking heeft. 

Gerelateerde informatie

Paragraaf 7.2 Handboek Loonheffingen 2023
Kennisdocument premiedifferentiatie WW 

Gerelateerd bericht

Voor BBL-leerling met uitzendbeding geldt vanaf 2023 de hoge WW-premie

Gerelateerde handreiking

Hoge/lage WW-premie

Meer informatie

Kennisdocument premiedifferentiatie WW

100% Salaris, 100- Salarisverwerking, 100 loon, 100 salaris, 100 loonadministratie, Salarisverwerkers, salarisverwerking,