Onder de toekenningen zit onder meer het leveren van een bijdrage aan de vitaliteit van inwoners in de regio Groningen. In de provincie is sprake van krimp en vergrijzing enerzijds en in de gezondheidssector is een transitie gaande van ziekte en zorg naar gezondheid en preventie anderzijds. Aandacht voor vitaliteit in de breedste zin van het woord wordt daarom steeds belangrijker. Via het publiek-private programma ‘Vitaliteitscampus’ wordt bijgedragen aan een duurzame inrichting van de regio middels een programma waarin een samenwerking wordt gestart in de sectoren Sport & Bewegen en Zorg & Welzijn. Door een combinatie van onderwijsontwikkeling, professionalisering en onderzoek worden professionals opgeleid en bijgeschoold en worden mbo-studenten ambassadeurs van vitaliteit.
De trek naar de stad is in volle gang. Veel mensen ruilen daarmee een groenere omgeving in voor een meer bebouwde omgeving. In de wetenschap dat een groene omgeving veel positieve effecten heeft op het welbevinden van mensen, is aandacht hiervoor in de stad belangrijk. Het onderwijs, het bedrijfsleven en de gemeente Breda gaan daarom het arbeidsmarktvraagstuk van de regionale groensector oppakken om deze van voldoende en goed, toekomstbestendig opgeleid personeel te voorzien. Naast het arbeidsmarktvraagstuk wordt dan ook ingezet op ontwikkeling van kennis op thema’s als klimaatadaptatie, circulariteit en biodiversiteit. Ook krijgen studenten inzicht in de relatie tussen deze groene omgeving enerzijds en haar inwoners anderzijds, wat vraagt om sector-overstijgende samenwerkingen.
In het project Smart Technology werken onderwijs, bedrijfsleven en overheid in de regio West-Brabant samen aan het opleiden van de technici van de toekomst, een grote uitdaging voor deze sector. Dit wordt gedaan door de ontwikkeling van hybride leeromgevingen in de regio en de professionalisering van docenten en begeleiders vanuit het bedrijfsleven. Het doel van de samenwerking is om personeel in de beroepsgroep de vaardigheden aan te bieden die aansluiten bij technologische ontwikkelingen als automatisering, robotisering en gebruik van slimme machines.
Het doel van het Regionaal Investeringsfonds (RIF) is om mbo-studenten nog beter voor te bereiden op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt, door hen al tijdens hun studie te laten werken met state of the art-technieken en -methoden. Met deze toekenningen zijn er sinds 2014 in totaal 165 regionale samenwerkingsverbanden tot stand gekomen. Zij hebben vanuit het fonds in totaal ruim 154 miljoen euro ontvangen. Het bedrijfsleven, onderwijs en andere overheden hebben daarnaast 312 miljoen euro geïnvesteerd.
De Belastingdienst slaagt er volgens de commissie onvoldoende in om bestaande rechtsbescherming ook voldoende kenbaar en toegankelijk te maken voor alle burgers en kleine ondernemers. Dit speelt niet alleen bij de Belastingdienst of specifieke onderdelen daarvan, maar geldt ook voor rechtshulp in zijn algemeenheid.
De Commissie noemt als belangrijkste oorzaken:
Vijlbrief noemt de conclusies ‘belangrijk en leerzaam’. In zijn brief geeft hij voorbeelden van hoe de Belastingdienst al bezig is met het verbeteren van de praktische rechtsbescherming. Zo kan iedere particulier die daar behoefte aan heeft, een beroep doen op hulp bij aangifte en wordt bij de totstandkoming van wet- en regelgeving voortaan altijd gekeken of het ‘doenbaar’ is voor iedereen.
Daarnaast belooft Vijlbrief betere voorlichting over de rechten en plichten van burgers en bedrijven en bekijkt hij of het makkelijker kan worden om een foutje in de aangifte recht te zetten. Ook laat hij onderzoeken hoe het proces bij ambtshalve beschikkingen beter kan, bijvoorbeeld door meer persoonlijk contact te zoeken met de belastingplichtige.
Kamerbrief met beleidsreactie op rapport commissie praktische rechtsbescherming
Kamerstuk: Kamerbrief | 22-04-2021
Een kind krijgen is een mooie en bijzondere gebeurtenis, maar er verandert ook veel. Samen met je partner moet je op zoek naar een nieuwe balans tussen werk en gezin. Door het ouderschapsverlof deels te betalen wordt het makkelijker om zowel een baan te hebben als meer tijd thuis te besteden. En dat is belangrijk, want in het eerste jaar maken stellen afspraken over de werk- en zorgverdeling. Door het ouderschapsverlof in het eerste jaar te betalen verkleinen we voor veel gezinnen de belemmering om ouderschapsverlof daadwerkelijk op te nemen.
Minister Wouter Koolmees
Nu al kunnen ouders 26 weken ouderschapsverlof opnemen in de eerste acht levensjaren van hun kind. Dat verlof is in principe onbetaald, tenzij werkgever en werknemers daar binnen hun bedrijf of cao andere afspraken over maken. Daardoor kan niet iedereen het zich veroorloven gebruik te maken van het verlof: slechts een derde van de ouders neemt ouderschapsverlof op. Daarom heeft het kabinet besloten om de eerste negen van de 26 weken ouderschapsverlof te gaan betalen. Ouders krijgen straks van UWV een uitkering ter hoogte van vijftig procent van hun dagloon, tot vijftig procent van het maximum dagloon. De regeling gaat op 2 augustus 2022 in. UWV en bedrijven hebben daardoor tijd om zich voor te bereiden.
Een belangrijk element is dat de eerste negen weken alleen worden betaald als deze in het eerste levensjaar van het kind worden opgenomen. Daarmee krijgen gezinnen meer tijd om te wennen aan de nieuwe situatie en om samen bewust keuzes te maken over de verdeling van werken en zorgen. Verlof dat niet in het eerste jaar is opgenomen kan worden toegevoegd aan de 17 weken onbetaald verlof. Deze kunnen nog steeds tot de 8e verjaardag van het kind worden opgenomen, maar dus zonder betaling. Het blijft mogelijk voor werkgevers en werknemers om daar aanvullende afspraken over te maken.
De invoering van betaald ouderschapsverlof volgt op de invoering van extra geboorteverlof voor partners. Sinds 1 januari 2019 krijgen partners geen twee, maar vijf werkdagen vrij direct na de geboorte van hun kind. Vanaf 1 juli 2020 krijgen zij nog eens vijf weken betaald verlof in de eerste zes maanden van een baby. Daarmee krijgen partners van moeders in het eerste levensjaar van het kind in totaal vijftien weken betaald verlof. Moeders hebben ook recht op deze negen weken betaald ouderschapsverlof, naast het bestaande zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het kabinet geeft met deze besluiten ook invulling aan de Europese richtlijn over de werk-privébalans.
Er is informatie toegevoegd over de volgende onderwerpen:
Neemt u personeel in dienst, dan meldt u zich aan met het formulier ‘Melding Loonheffingen Aanmelding Werkgever’. Dit formulier stuurt u per post naar de Belastingdienst.
Neemt u bij de start van de onderneming direct personeel in dienst, dan kunt u zich bij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KVK) aanmelden als werkgever. De KVK zorgt voor de afhandeling richting de Belastingdienst.
Nadat de Belastingdienst het aanmeldformulier heeft ontvangen, krijgt u binnen 5 werkdagen een loonheffingennummer.
Meldt u zich aan vóór indiensttreding van een werknemer, dan krijgt u een loonheffingennummer binnen 5 werkdagen nadat de werknemer in dienst is gekomen.
Na aanmelding ontvangt u binnen 3 weken de ‘Aangiftebrief Loonheffingen’. In deze brief staan de volgende gegevens:
Deze gegevens hebt u nodig om op tijd aangifte loonheffingen in te dienen en te betalen.
Let op!
De Belastingdienst verstrekt de brief maar 1 keer, bewaar deze daarom in de administratie.
Als u voor de werknemers premies werknemerszekeringen moet betalen, dan ontvangt u binnen 4 weken brieven met informatie over:
Als u een startende werkgever bent, kunt u eigenrisicodrager (ERD) worden voor de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en/of de Ziektewet (ZW). Dit kan vanaf het moment waarop u werkgever bent geworden.
WGA
U stuurt bij uw aanmelding als werkgever het aanvraagformulier voor het ERD WGA en de garantieverklaring mee.
ZW
U stuurt bij uw aanmelding als werkgever het aanvraagformulier voor het ERD ZW en de afspraken over de verzuimbegeleiding mee.
Ontvangst formulieren door Belastingdienst
Het aanvraagformulier voor ERD WGA en de garantieverklaring en/of het aanvraagformulier voor ERD ZW en de afspraken over verzuimbegeleiding moeten op tijd binnen zijn bij de Belastingdienst. Dit is uiterlijk op het moment waarop u een werknemer in dienst neemt voor wie u premies werknemersverzekeringen moet betalen. U hoeft nog geen loonheffingennummer te hebben om deze aanvraag te kunnen doen.
Hebt u zich al aangemeld als werkgever, maar neemt u op een later moment werknemers in dienst waarvoor u premies werknemersverzekeringen moet betalen? Dan meldt u dit met het formulier ’Melding Loonheffingen Premies werknemersverzekeringen betalen’. Dit formulier geldt ook voor buitenlandse werkgevers.
Start u een onderneming door overname van een onderneming met werknemers, dan meldt u zich aan als werkgever met het formulier ‘Melding Loonheffingen Aanmelding Werkgever’. Een buitenlandse werkgever gebruikt het formulier ‘Aanmelding Onderneming buitenland’. Daarnaast verzendt u, samen met de overdragende werkgever, het formulier ‘Melding Loonheffingen Overdracht van activiteiten’.
U gebruikt dit formulier ook als de rechtsvorm van de onderneming verandert, of als u al werkgever bent en een andere onderneming met werknemers overneemt.
Als u een onderneming met werknemers overneemt, verandert de toerekening van eventuele ZW- en WGA-uitkeringslasten. Daarmee verandert misschien ook de gedifferentieerde premie Whk.
Gaat een kind meewerken in de onderneming van zijn ouder(s)? En wilt u de vereenvoudigde regeling voor meewerkende kinderen toepassen? Dan gebruikt u het formulier ‘Melding Loonheffingen Werkgever van meewerkende kinderen’.
Als u deze regeling mag toepassen, krijgt u voor deze dienstbetrekking een apart loonheffingennummer.
Moet u aangifte doen voor artiesten, beroepssporters of groepen, dan gebruikt u het formulier ‘Melding Loonheffingen Aangifte doen voor artiesten of beroepssporters’.
Daarbij zijn 3 situaties mogelijk:
Bent u een particulier en moet u aangifte doen voor personeel aan huis? Dan gebruikt u het formulier ‘Melding Loonheffingen Werkgever van personeel aan huis’.
Melding Loonheffingen Aanmelding Werkgever
Aanmelding Onderneming buitenland
Melding Loonheffingen Premies werknemersverzekeringen betalen
Aanvraag of beëindiging Eigenrisicodragerschap voor de WGA
Aanvraag of beëindiging Eigenrisicodragerschap voor de ZW
Melding Loonheffingen Overdracht van activiteiten
Melding Loonheffingen Werkgever van meewerkende kinderen
Melding Loonheffingen Aangifte doen voor artiesten of beroepssporters
Melding Loonheffingen Werkgever van personeel aan huis
Paragraaf 2.1 ( aanmelding werkgever)
Paragraaf 7.7 ( eigenrisicodragerschap)
Handreiking Wet overgang van onderneming
Handboek loonheffingen 2021 nieuwe versie
Meewerkende kinderen in de loonaangifte
De correcties die u indient na 1 mei neemt UWV niet mee in de definitieve berekening van het loonkostenvoordeel (LKV), lage-inkomensvoordeel (LIV) en jeugd-LIV.
De Belastingdienst verstuurt de definitieve berekening uiterlijk 31 juli 2021.
Kloppen de gegevens in de aangiften loonheffingen wel, maar de voorlopige berekening niet? Of hebt u geen voorlopige berekening gekregen, terwijl u deze wel verwachtte? Bel dan met UWV Telefoon Werkgevers: 0900 – 9295.
Meer informatie over Wtl vindt u in hoofdstuk 26 Handboek Loonheffingen en op uwv.nl/wtl.