De werkkostenregeling is op 1 januari 2011 geïntroduceerd als nieuwe, eenvoudigere manier om vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers te behandelen.
U hebt er vast al wel eens over gehoord; de werkkostenregeling (WKR). De werkkostenregeling vervangt alle verschillende regels en wetten rondom de verschillende vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers, en bundelt deze in één collectieve regeling. In feite is het een versimpeling, maar natuurlijk brengt het voor u als werkgever in eerste instantie een hoop papierwerk en zorgen met zich mee. Sinds 2011 kunt u met uw bedrijf gebruik maken van de werkkostenregeling en sinds 1 januari 2015 is de WKR voor elke werkgever verplicht.
Onder de WKR kan de werkgever maximaal 1,2% van het totale fiscale loon van de organisatie besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan werknemers. Stopt u méér in deze zogenoemde vrije ruimte, dan moet uw organisatie over het meerdere 80% eindheffing betalen. Soms is dat een voordeligere optie dan het bruteren van een loonbestanddeel.
Om een vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling in de vrije ruimte te mogen onderbrengen, moet hij de gebruikelijkheidstoets doorstaan. Sommige vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen maken geen gebruik van de vrije ruimte, omdat er een gerichte vrijstelling of nihilwaardering voor geldt.
Per 1 januari 2015 is ook het noodzakelijkheidscriterium aan de WKR toegevoegd. Dit houdt in dat werkgevers bepaalde hulpmiddelen die hun werknemers nodig hebben voor hun werk volledig onbelast kunnen vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Het doet er dan niet toe of de werknemer de voorziening ook privé gebruikt.
Al met al is de behandeling van vergoedingen en verstrekkingen door de werkkostenregeling niet per se eenvoudiger geworden. Er gaan inmiddels alweer stemmen op om de regeling aan te passen of te vervangen.
Zie ook:
Deze vragen zijn gemaakt & verstrekt door belastingdienst
De werkgeversheffing Zvw is van toepassing als de dga de afkoopsom van het PEB geniet tot en met de maand waarin deze de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Geniet de dga de afkoop van het PEB ná de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, dan houdt u de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw in.
Als de dga uitsluitend een afkoopsom van het PEB geniet dan zijn er geen loontijdvakken en bent u geen werkgeversheffing Zvw verschuldigd. U houdt dan ook niet de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw in.
a. De dga is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen
U bent op de afkoopsom PEB de werkgeversheffing niet verschuldigd omdat er geen loontijdvakken zijn te onderkennen. De loontijdvakken van het reguliere loon, waarop u de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw moet inhouden, werken niet door naar de afkoopsom van het PEB.
b. De dga is wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen
U bent over de afkoopsom PEB de werkgeversheffing Zvw verschuldigd. Op het reguliere loon van de dga bent u ook de werkgeversheffing Zvw verschuldigd. De afkoopsom van het PEB en het reguliere loon vallen onder hetzelfde regime voor de Zvw.
Daarom moet u deze loonbestanddelen bij elkaar optellen. De loontijdvakken van het reguliere loon werken door naar de afkoopsom van het PEB. Over het totaal van de loonbestanddelen moet u de werkgeversheffing Zvw berekenen.
Als gevolg van voortschrijdend cumulatief rekenen is nooit meer dan het maximum aan werkgeversheffing Zvw verschuldigd.
Is bijdrage Zvw over de afkoopsom van het PEB verschuldigd?
a. De dga is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen
Op de afkoopsom PEB moet u de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw inhouden. Ook op het reguliere loon van de dga moet u de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw inhouden.
Omdat de afkoopsom van het PEB en het reguliere loon onder hetzelfde regime voor de Zvw vallen, telt u deze loonbestanddelen bij elkaar op. De loontijdvakken van het reguliere loon werken dan door naar de afkoopsom van het PEB.
Op het totaal van de loonbestanddelen moet u de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw inhouden. Als gevolg van voortschrijdend cumulatief rekenen houdt u nooit meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage Zvw in.
b. De dga is wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen (ZW)
U hoeft op de afkoopsom PEB de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw niet in te houden omdat er geen loontijdvakken zijn te onderkennen. De loontijdvakken van het reguliere loon, waarover de werkgeversheffing Zvw is verschuldigd, werken niet door naar de afkoopsom van het PEB.
Voor de afkoopsom PEB gebruikt u de code 56 (pensioenen).
Let op! U vermeldt code 56 ook als er geen bijdrage Zvw is verschuldigd.
6. Welke code verzekeringsplicht Zvw moet worden vermeld?
Voor de werkgeversheffing Zvw geldt code K. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw vermeldt u code M.
Let op! U vermeldt deze codes ook als er geen bijdrage Zvw is verschuldigd.
Nee, op aanslag is geen bijdrage Zvw verschuldigd over de afkoopsom van PEB. De Zvw kent gescheiden heffingssystemen. Als de afkoopsom van het PEB een loonbestanddeel is waarop de werkgeversheffing Zvw van toepassing is, ook al is geen werkgeversheffing verschuldigd vanwege het ontbreken van loontijdvakken, dan kan hierover geen aanslag Zvw worden opgelegd.
Geniet de dga nog winst, row of bepaalde periodieke uitkeringen waarover wel op aanslag Zvw is verschuldigd, dan verlaagt de afkoopsom van het PEB wel de heffingsruimte op aanslag.
Nee, op aanslag is geen bijdrage Zvw verschuldigd over de afkoopsom van PEB. De Zvw
kent gescheiden heffingssystemen. Als de afkoopsom van het PEB een loonbestanddeel is waarop de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw moet worden ingehouden, ook al is geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw ingehouden vanwege het ontbreken van loontijdvakken, dan kan hierover geen aanslag Zvw worden opgelegd.
Geniet de dga nog winst, row of bepaalde periodieke uitkeringen waarover wel op aanslag Zvw is verschuldigd, dan verlaagt de afkoopsom van het PEB wel de heffingsruimte op aanslag.
Betaalt de Belastingdienst de teveel betaalde bijdrage Zvw terug?
a. De dga is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen
De werkgeversheffing Zvw is verschuldigd als de dga de afkoopsom PEB uiterlijk in de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd geniet. Maar omdat loontijdvakken ontbreken is geen werkgeversheffing Zvw over de afkoopsom PEB verschuldigd.
Over het reguliere loon houdt u de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw in. De loontijdvakken van het reguliere loon werken niet door naar de afkoopsom PEB, omdat op het reguliere loon een ander regime voor de Zvw van toepassing is.
Op het reguliere loon uit beide bvs houdt u de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw in. In totaal kan dat meer zijn dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
De Belastingdienst betaalt de te veel betaalde inkomensafhankelijke bijdrage Zvw aan de dga terug. De dga hoeft hiervoor niets te doen.
b. De dga is wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
De werkgeversheffing Zvw is verschuldigd als de dga de afkoopsom PEB uiterlijk in de maand van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd geniet.
Over het reguliere loon is eveneens de werkgeversheffing Zvw verschuldigd. De loontijdvakken van het reguliere loon werken door naar de afkoopsom PEB, omdat op het reguliere loon hetzelfde regime voor de Zvw van toepassing is. In totaal kan dan meer dan het maximum aan werkgeversheffing Zvw verschuldigd zijn.
De Belastingdienst betaalt de te veel betaalde werkgeversheffing Zvw niet terug.