Maar alleen als ze kunnen aantonen dat klanten dat op prijs stellen.
Werkgevers mogen hun personeel verbieden hoofddoekjes en andere religieuze symbolen te dragen, ook al heeft dat tot praktisch gevolg dat gelovigen ongelijk worden behandeld.
Maar dan moeten zij wel kunnen aantonen dat hun klanten dat willen, heeft het Europees Hof van Justitie bepaald. Dat kan als ouders bijvoorbeeld van de leidster van hun kinderdagverblijf vragen geen kruisje om de hals te dragen.
Gerechtshof
Het hof in Luxemburg gaf werkgevers eerder al de ruimte om van hun werknemers te vragen zich neutraal te kleden. Als die regel tenminste voor al het personeel geldt, en niet specifiek bedoeld is om bijvoorbeeld moslima’s te beletten een hoofddoek te dragen of christenen om een kruisteken te dragen. Dan is er geen sprake van rechtstreekse discriminatie.
Maar in de praktijk kan zo’n neutraliteitsregel wel zo uitpakken, erkent het hof. Die hindert immers werknemers die op grond van hun geloof of overtuiging zich op een bepaalde manier willen uitdossen meer dan anderen.
Toch is ook dat toegestaan, mits klanten daar aantoonbaar prijs op stellen of als collega’s anders ruzie kunnen krijgen. Dan heeft de werkgever er een echt belang bij, en dat is gerechtvaardigd.
Werkgevers mogen overigens geen onderscheid maken tussen grote, meteen in het oog springende religieuze tekens, zoals een keppeltje, hoofddoek of tulband, en kleinere varianten als een bescheiden kruiskettinkje. Dat zou mensen benadelen die een geloof of overtuiging hebben die nu eenmaal heel zichtbare symbolen gebruikt.
Neutraal is neutraal, vindt het hof.
Bron: ANP