Bij de werknemersgegevens in de aangifte loonheffingen vult u het loon in waarover u de loonheffingen hebt berekend. Daarnaast vermeldt u de volgende gegevens:
Het kan zijn dat de werkgever een auto aan de werknemer ter beschikking heeft gesteld, maar geen privégebruik auto bij zijn loon telt. In dit geval moet u in de aangifte loonheffingen één van de volgende codes vermelden:
De werkgever heeft (collectieve) afspraken gemaakt met de Belastingdienst (zie paragraaf 21.3.15 Handboek Loonheffingen). Deze code moet u ook aangeven als de werkgever het privégebruik van een bestelauto heeft verboden.
De werknemer heeft een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ van de Belastingdienst (zie paragraaf 21.3.17 Handboek Loonheffingen).
Deze code gebruikt u als code 1 en code 2 niet van toepassing zijn. Verder gebruikt u deze code voor een bestelauto die (bijna) uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen (zie paragraaf 21.4.4 Handboek Loonheffingen), of voor een bestelauto die de werknemer buiten werktijd niet kan gebruiken (zie paragraaf 21.4.3 Handboek Loonheffingen).
U past voor de werknemer eindheffing toe als hij en andere werknemers de bestelauto doorlopend afwisselend gebruiken (zie paragrafen 21.4.7 en 24.6 Handboek Loonheffingen).
Deze code mag u alleen gebruiken voor auto’s met een CO2 – uitstoot van maximaal 50 gram per kilometer waarvan de datum 1e tenaamstelling ligt vóór 1 januari 2014. U vermeldt deze code niet als u toch moet bijtellen in verband met excessief privégebruik van de auto (zie paragraaf 21.3.5 Handboek Loonheffingen).
De werknemer heeft een verklaring van de Belastingdienst dat hij de bestelauto alleen maar zakelijk gebruikt (zie paragraaf 21.4.9 Handboek Loonheffingen).
Over de auteur