In de nieuwe versie staan de volgende wijzigingen:
* Bij vraag 2.8 is verduidelijkt hoe u de uitzondering voor de BBL-leerling toepast.
De lage WW-premie geldt pas als de praktijkovereenkomst is ondertekend door alle partijen en is opgenomen in de administratie van de werkgever. Ook is toegevoegd per wanneer de lage WW-premie ingaat. Daarnaast is verduidelijkt onder welke voorwaarden een formele werkgever, bijvoorbeeld een uitzendbureau, de uitzondering voor de BBL-leerling mag toepassen.
* Bij vraag 2.17 is toegevoegd dat de 30% herzieningssituatie ook voor het jaar 2021 wordt opgeschort.
U kunt versie 1.5 van het ‘Kennisdocument premiedifferentiatie WW ’ downloaden op rijksoverheid.nl.
De Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) is op 5 februari 2019 aangenomen door de Tweede Kamer en op 28 mei 2019 is het wetsvoorstel door de Eerste Kamer aanvaard. De meeste onderdelen van de Wab, waaronder premiedifferentiatie WW, zijn per 1 januari 2020 in werking getreden.
In dit Kennisdocument wordt ingegaan op de nieuwe wet- en regelgeving met betrekking tot premiedifferentiatie WW.
Kennisdocument Premiedifferentiatie WW pdf
Premiedifferentiatie WW in een animatie uitgelegd
Kennisdocument premiedifferentiatie WW-Versie 1.4
Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) voor 2021 ontvangen?
Nieuwe versie Kennisdocument premiedifferentiatie WW
Staatssecretaris Bas van ’t Wout: “Zelfstandig ondernemers doormaken een uitzonderlijk moeilijke tijd met grote onzekerheden. Aan het begin van de crisis hadden wij niet voorzien dat deze tot nu zou voortduren. Helaas is dit wel de situatie. Een situatie waar zij niets aan kunnen doen. Daarom zorgt het kabinet nu dat zelfstandigen iets meer lucht krijgen.”
Naast uitstel van aflossen en de tijdelijk stopgezette renteopbouw wordt ook de looptijd waarbinnen een verstrekte lening afgelost moet zijn verlengd. Deze wordt met zes maanden verlengd naar in totaal 3,5 jaar. Wie toch per januari 2021 of sneller dan binnen 3,5 jaar wil aflossen, kan dat uiteraard nog steeds doen.
De Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo) is onderdeel van het steun- en herstelpakket voor de economie en de arbeidsmarkt. De Tozo kent twee voorzieningen, aanvullende inkomensondersteuning en een lening voor bedrijfskapitaal. De tijdelijke regeling is afgeleid van de bijstand voor zelfstandigen (Bbz). De Tozo loopt tot 1 juli 2021.
Bijna 30.000 bedrijven hebben de afgelopen weken een aanvraag gedaan voor NOW 3. Er zijn inmiddels 21.000 aanvragen toegekend. Deze bedrijven vertegenwoordigen ongeveer 380.000 werkenden. De regeling staat nog tot 13 december open. De meeste van de inmiddels goedgekeurde aanvragen voor de NOW dit najaar komen uit de horeca en de catering (ongeveer 160.000 werkenden). Gevolgd door vervoer en logistiek en commerciële dienstverlening. Voor de Tozo is het moeilijker aan te geven hoeveel aanvragen er exact zijn ingediend, omdat deze aanvragen via de verschillende gemeenten gaan. Er zijn zo’n 61.000 aanvragen voor inkomensondersteuning en ongeveer 4.000 aanvragen voor een bedrijfslening gedaan.
Nu de aanwezigheid van het coronavirus langduriger gevolgen heeft voor onze gezondheid en economie dan er in het voorjaar werd gehoopt, komt er samenloop in de uitbetaling en afwikkelingen van de verschillende regelingen. Terwijl UWV bezig is met het uitkeren van de voorschotten van NOW 3 en voorbereidingen treft voor de subsidieperiode vanaf januari tot april 2021, start de uitvoeringsorganisatie komende week ook met het versturen van de eerste vaststellingen van het definitieve subsidiebedrag van NOW 1.
Dit laatste betekent dat werkgevers de komende maanden duidelijkheid krijgen over het precieze subsidiebedrag waar ze recht op hebben voor maart, april en mei 2020. In het voorjaar hebben ze immers de NOW 1 aangevraagd op basis van een verwacht omzetverlies. Hierop heeft UWV tachtig procent van de NOW als voorschot uitgekeerd. Bij de vaststelling wordt gekeken wat het daadwerkelijke omzetverlies was en hoe de loonsom zich heeft ontwikkeld. Voor sommige bedrijven betekent dit dat ze een aanvulling op het voorschot kunnen verwachten. Andere bedrijven moeten (een deel van de) NOW terugbetalen. Op basis van de eerste 20.000 aanvragen voor de vaststelling is de verwachting dat in ongeveer zestig procent van de gevallen sprake is van een terugbetaling. Dit is een ruwe schatting omdat in elk geval de grote bedrijven met hoge subsidiebedragen de vaststelling zullen aanvragen na het opmaken van de jaarrekening begin 2021.
Voor bedrijven die ook deze maanden getroffen worden door de crisis of die gesloten zijn om onze gezondheid te beschermen, zal een snelle nabetaling welkom zijn maar zal een terugbetaling zeer ongelegen komen. Ondernemers kunnen met UWV telefonisch een afspraak maken voor een betaalperiode van een jaar. Minister Koolmees benadrukt dat ook afspraken over langere termijnen mogelijk zijn.
Minister Koolmees: “Ik begrijp dat het voor ondernemers in de eerste fase van de crisis lastig was om het omzetverlies en de loonontwikkeling in te schatten. Veel ondernemers zullen het zekere voor het onzekere hebben genomen. Sommige ondernemers hebben het momenteel zwaar. Dus ik heb met UWV afgesproken dat ze waar dat nodig is coulant omgaan met de betaaltermijnen.’’
Kamerbrief Monitoring Arbeidsmarkt en Beroep NOW en Tozo
Minister Koolmees en Staatssecretaris Van ’t Wout sturen de vijfde editie van de brief ‘monitoring arbeidsmarkt en beroep NOW en …
Kamerstuk: Kamerbrief | 03-12-2020
Kamerbrief vaststellingsbeschikkingen NOW 1 en dilemma’s NOW
Sinds 7 oktober 2020 kunnen werkgevers een aanvraag indienen voor definitieve vaststelling van de NOW 1-subsidie.
Kamerstuk: Kamerbrief | 03-12-2020
Afgelopen dinsdag werd dat in de ‘Kamerbrief over aanvullingen op steun- en herstelpakket‘ gepubliceerd.
Sinds 1 januari jl. betalen werkgevers, als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. Op grond van de WAB is in het Besluit Wfsv ook geregeld dat werkgevers met terugwerkende kracht de hoge WW-premie moeten afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Deze bepaling kan onbedoelde effecten hebben in sectoren waar door het coronavirus veel extra overwerk nodig is, zoals de zorg. Om deze onbedoelde effecten weg te nemen, is de zogenaamde 30% herzieningssituatie in 2020 opgeschort. Ook in 2021 zal in bepaalde sectoren nog veel overwerk nodig zijn als gevolg van corona. De 30% herzieningssituatie zal daarom tevens in 2021 worden opgeschort. De minister van SZW zal deze aanpassing zo spoedig mogelijk uitwerken.
Sinds 1 januari 2020 betaalt u als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB), een lage WW-premie voor schriftelijk overeengekomen arbeidscontracten met een vaste arbeidsomvang én een hoge WW-premie voor flexibele arbeidscontracten. Werken uw werknemers meer dan 30% over op jaarbasis? Dan moet u de eerder toegepaste lage WW-premie voor parttime werknemers (minder dan 35 uur per week) met terugwerkende kracht corrigeren naar de hoge WW-premie. In bepaalde sectoren, zoals de zorg, waar door het coronavirus veel extra overwerk nodig is leidt dit tot onbedoelde effecten. Daarom besloot het kabinet de correctieverplichting in 2020 tijdelijk te laten vervallen.
Het zag er naar uit dat de correctieverplichting vanaf 1 januari 2021 weer in werking zou treden. Door de aanhoudende coronacrisis komt het kabinet terug op dit besluit. Ook in 2021 zal dus géén correctieverplichting gelden. Het kabinet verwacht namelijk dat ook volgend jaar nog veel overwerk nodig zal zijn. Dit is een extra maatregel naast andere aanvullingen die het kabinet heeft gedaan op de het derde steunpakket. Het is nog niet bekend of het gaat om een generieke uitzondering voor álle werkgevers, zoals in 2020. Mogelijk beperkt het kabinet het dit keer tot bepaalde sectoren, zoals de zorg. Het kabinet moet de maatregel nog verder uitwerken.
Wijziging van de WW-premiesystematiek 2020
Hoe geeft u tijdelijke uitbreiding aantal uren aan?
Generieke uitzondering 30%-herzieningssituatie in 2020
WAB: Verschil tussen herzien en foutherstel
Gedurende het tweede kwartaal werd de arbeidsmarkt hard geraakt door de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Maar cijfers over alleen werkgelegenheid en werkloosheid zijn volgens Eurostat onvoldoende om de situatie te duiden. Ook omdat maatregelen om het verlies aan werkgelegenheid te voorkomen, geleid hebben tot werktijdverkorting of tijdelijk verlof in plaats van ontslag.
Bij zowel vrouwen als bij mannen was sprake van een historisch dieptepunt als het gaat om daadwerkelijk aantal gewerkte uren, al werden vrouwen door de crisis nog net iets harder geraakt. In de metingen van het statistiekbureau was bij vrouwen sprake van een daling van de index van 103 naar 90 op kwartaalbasis. Bij mannen ging het om een daling van 93 naar 83.
Personen die niet naar werk zochten of die vanwege de crisismaatregelen niet naar werk konden zoeken, konden dus ook niet als werkloos worden bestempeld. In de nieuwe publicatie probeert Eurostat de meest recente ontwikkelingen samen te vatten.
In het tweede kwartaal waren 187,3 miljoen mensen binnen de Europese Unie werkzaam. Daarmee was de arbeidsparticipatie van mensen tussen de 20 en 64 jaar 72 procent, tegen 73 procent een kwartaal eerder. Dit betekent de scherpste daling sinds het begin van de metingen in 2000.
Het aantal werklozen stond op 13,1 miljoen. De voor seizoensinvloeden gecorrigeerde werkloosheid in de EU bedroeg 6,5 procent, tegen 6,3 procent in het eerste kwartaal.
Bron:ANP