Update handreiking ‘Bijtelling fiets van de zaak’

De Belastingdienst heeft de handreiking ‘Bijtelling fiets van de zaak’ uitgebreid. Er is informatie toegevoegd over de samenloop van een ter beschikking gestelde fiets en een vergoeding voor ander vervoer.

Het tekstdeel over het vaststellen van de restwaarde van de fiets bij overname door de werknemer is verduidelijkt met een voorbeeld.

Verder is sprake van enkele kleine tekstuele aanpassingen. Hieronder vindt u de informatie en voorbeelden die de redactie heeft toegevoegd.

Samenloop fiets van de zaak en vergoeding voor ander vervoer

Het kan voorkomen dat de werknemer een aantal dagen per week met de fiets van de zaak reist en een aantal dagen met ander vervoer, zoals de eigen auto. 

Werkgever en werknemer kunnen daar individueel afspraken over maken. Deze zijn de basis voor het vaststellen van een vaste onbelaste reiskostenvergoeding voor de dagen waarop de werknemer ‘in de regel’ niet reist met de fiets van de zaak , maar met ander vervoer. De afspraken moeten afgestemd zijn op de persoonlijke omstandigheden van de werknemer en voldoende realiteitswaarde hebben. 

Als een werknemer incidenteel van deze afspraak afwijkt, hoeft u de vaste onbelaste reiskostenvergoeding niet te belasten of aan te passen.   

Een werknemer gebruikt het andere vervoer niet meer ‘in de regel’ als hij dat meer dan 2 maanden niet doet. Dit beoordeelt u per aanleiding (zoals verlof, cursus of ziekte) en op kalenderjaarbasis. Als de aanleiding het kalenderjaar overstijgt, is sprake van een nieuwe aanleiding. 

Voorbeeld
Nadia reist 3 dagen per week naar haar werk met de eigen auto en krijgt hiervoor een vaste reiskostenvergoeding. Vanaf 15 november neemt ze 1 dag per week ouderschapsverlof op voor 3 maanden.

U beoordeelt per kalenderjaar of Nadia ‘in de regel’ nog 3 dagen per week met de eigen auto naar haar werk reist . Het gaat dan om 2 periodes:
– van 15 november t/m 31 december (1,5 maand)
– van 1 januari t/m 15 februari (1,5 maand)

Per kalenderjaar verandert haar reispatroon niet voor meer dan 2 maanden. De werkgever hoeft de reiskostenvergoeding niet aan te passen.

Overname fiets

Neemt een werknemer de fiets over van zijn werkgever? Dan moet u vaststellen wat de waarde in het economisch verkeer is. Hierbij mag u uitgaan van een waardevermindering van 20% op jaarbasis. Na 5 jaar is de restwaarde van de fiets nihil en heeft de verkoop geen gevolgen voor de loonheffingen.

Voorbeeld
Een werkgever stelt op 2 januari 2020 zijn werknemer een fiets ter beschikking. De catalogusprijs van de fiets is € 1.600. De waarde van het privégebruik is jaarlijks 7% van € 1.600 = € 112.

De werknemer neemt ontslag op 1 juli 2024 en neemt de fiets over van de werkgever. De waarde van de fiets berekent u als volgt:

Op 1 juli 2024 is de fiets 4,5 jaar oud. U mag rekening houden met een waardevermindering van 20% per jaar. In totaal is de waardevermindering 90%. De restwaarde is € 1.600 x 90% = € 160.

Over de eerste 6 maanden in 2024 moet u nog rekening houden met een bijtelling voor het privégebruik. Dit is 7% van € 1.600 x 6/12 = € 56. 

Lees meer in de handreiking Bijtelling fiets van de zaak.

salarisverwerking. salarisverwerking, salarisverwerkers, salarisverwerker, salarisadministratie, loonverwerker