Geboorteverlof Extra verlof voor partners moest thuisblijven met de baby aantrekkelijker maken. Maar lage inkomens gaan er het hardst op achteruit.

Aanvullend partnerverlof is voor mensen met een inkomen rond het minimumloon nadeliger dan voor wie een hoger inkomen heeft. Dat meldt dagblad NRC vrijdag op basis van berekeningen. Het ministerie van Sociale Zaken erkent dat de regeling, die sinds juli 2020 van kracht is, inderdaad “minder voordeel” oplevert voor wie een lager inkomen heeft.

Belastingregels

De vorig jaar ingevoerde regels moeten ervoor zorgen dat partners bij de geboorte van een kind meer verlof opnemen. Dit kan ervoor zorgen dat de zorg voor het kind gelijker over de twee partners wordt verdeeld, wat meer ruimte kan bieden aan vrouwen om weer aan het werk te gaan.

Wie gebruikmaakt van de regeling kan na de eerste week partnerverlof nog eens vijf weken aanvullend partnerverlof krijgen. Daarbij ontvangt de partner 70 procent van het bruto-inkomen. In de praktijk betekent het vaak dat het netto-inkomen met zo’n 20 procent terugloopt.

Maar door diverse belastingregels worden mensen met een inkomen rond het minimumloon harder getroffen dan degenen die daar een stuk boven zitten. De lage inkomens vallen zo’n 30 procent terug, terwijl hogere inkomens er netto minder op achteruitgaan.

Gewaarschuwd dat regeling onvoordelig is voor lage inkomens

Het ministerie van Sociale Zaken zegt tegen het dagblad dat minimuminkomens inderdaad “relatief gezien minder voordeel van het extra partnerverlof hebben”. Wel wijst een woordvoerder van het ministerie erop dat er voor lage inkomens andere regelingen zijn, zoals enkele toeslagen en het kindgebonden budget.

Vóór de invoering van de nieuwe regels werd al aan de bel getrokken door onder meer vrouwenorganisaties, vakbonden en de Raad van State. Zij vreesden dat de regeling minder voordelig zou zijn voor mensen met een laag inkomen en dat zij daarom minder vaak aanvullend partnerverlof zouden aanvragen.

Het aantal aanvragen in de tweede helft van vorig jaar, het eerste half jaar na invoering van de regeling, was iets minder dan 29.000. Dat was 20 procent lager dan was verwacht.

In die periode zijn er volgens het CBS 87.000 kinderen geboren. Dat betekent dat ongeveer een op drie partners van de regeling gebruik heeft gemaakt. Hoeveel van hen een laag inkomen hebben, is niet duidelijk. In de eerste helft van dit jaar werd 40.000 keer extra partnerverlof aangevraagd.

Bron: NRC

Overheid, RVO, Kabinet, Belastingen, wet en regelgeving NL