de loonkostenvoordelen (LKV)

de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

Handreiking Update 21 maart 2022

Vanaf 1 januari 2018 vervangen de loonkostenvoordelen (LKV) de premiekortingen arbeidsgehandicapte werknemer en oudere werknemer. Dit is een tegemoetkoming voor werkgevers op grond van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). De premiekorting jongere werknemer is vervallen.

De loonkostenvoordelen zijn tegemoetkomingen voor werkgevers op grond van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). De loonkostenvoordelen hebben als doel om kwetsbare groepen werknemers betere kansen op de arbeidsmarkt te geven.

belastingen, belastingdienst, Overheid, belastingmaatregels, belastingdiensten,RVO, UWV, 2021, Kabinet,

Met ingang vanaf 1 januari 2018 zijn er 4 loonkostenvoordelen:

  1. LKV oudere werknemer (56+)
  2. LKV arbeidsgehandicapte werknemer
  3. LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden
  4. LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer

Voorwaarden LKV oudere werknemer (56+)

De werkgever heeft recht op dit voordeel als hij een werknemer in dienst neemt die voldoet aan 4 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor 1 of meer werknemersverzekeringen.
  2. Hij is 56 jaar of ouder, maar heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij was in de 6 maanden voor hij in dienst kwam, niet bij deze werkgever in dienst.
  4. Hij had, in de kalendermaand voor hij in dienst kwam, recht op 1 van de volgende uitkeringen:
    • arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wet Wajong, Waz, Wamil)
    • inkomensondersteuning Wet Wajong
    • bijstandsuitkering (Participatiewet, IOAW, IOAZ)
    • uitkeringen uit de Europese Unie (EU), de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland die hetzelfde doel hebben als bovenstaande Nederlandse uitkeringen.


Verder moet de werkgever:

  • een doelgroepverklaring van de werknemer hebben. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • in de aangifte loonheffingen dit loonkostenvoordeel voor de werknemer aanvragen. Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Voorwaarden LKV arbeidsgehandicapte werknemer

De werkgever heeft recht op dit voordeel als hij een werknemer in dienst neemt die voldoet aan 4 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor 1 of meer werknemersverzekeringen.
  2. Hij heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij was in de 6 maanden voor hij in dienst kwam, niet bij deze werkgever in dienst.
  4. Hij voldoet aan 1 van de volgende voorwaarden:
    • Hij had, in de kalendermaand voor hij in dienst kwam, recht op een WIA-uitkering. Een uitkering uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel heeft als een WIA-uitkering, kwalificeert ook.
    • Hij komt in dienst binnen 5 jaar na de dag waarop de wachttijd (of het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) is geëindigd, en voldoet aan de volgende voorwaarden:

– UWV heeft in een arbeidskundig onderzoek vastgesteld dat de werknemer op de 1e dag na afloop van de wachttijd van de WIA (of het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was en niet in staat zijn eigen of ander passend werk te doen bij de werkgever bij wie hij die dag nog in dienst was.

– De werknemer was 11 weken voor het einde van de wachttijd van de WIA (of van het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) nog in dienst bij dezelfde werkgever die hij had toen hij ziek werd.

– De werknemer had voor 1 januari 2006 recht op een WAO

– of Waz-uitkering en was daarom arbeidsgehandicapt op grond van de Wet REA (Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten). En hij zou in de kalendermaand voordat hij in dienst kwam, om dezelfde reden arbeidsgehandicapt zijn geweest in de zin van de Wet REA, als wanneer de Wet REA niet was ingetrokken.


Verder moet de werkgever:

  • een doelgroepverklaring van de werknemer hebben. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • in de aangifte loonheffingen dit loonkostenvoordeel voor de werknemer aanvragen. Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Voorwaarden LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden

De werkgever heeft recht op deze tegemoetkoming als hij een werknemer in dienst neemt die voldoet aan 4 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor 1 of meer werknemersverzekeringen.
  2. Hij heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij was in de 6 maanden voor hij in dienst kwam, niet bij dezelfde werkgever in dienst.
  4. In de kalendermaand voor hij in dienst kwam, voldoet hij aan 1 van de volgende voorwaarden:

a. Hij heeft recht op een uitkering of arbeidsondersteuning op grond van de Wet Wajong.

b. Hij heeft een WSW-indicatie (Wet sociale werkvoorziening).

c. Hij is volgens UWV niet in staat om 100% van het wettelijke minimumloon te verdienen en wordt onder verantwoordelijkheid van de gemeente naar werk begeleid. Of de gemeente heeft bij het beoordelen van de loonkostensubsidie vastgesteld dat hij niet in staat is om 100% van het wettelijke minimumloon te verdienen (de ‘Praktijkroute’). In beide gevallen geldt dat u hem op of na 1 januari 2016 in dienst hebt genomen.

d. Hij heeft een indicatie als arbeidsbeperkte. Hieronder vallen onder meer schoolverlaters van het Voortgezet Speciaal Onderwijs en schoolverlaters van het Praktijkonderwijs.

e. Hij heeft een Wiw-baan (Wet inschakeling werkzoekenden) of een ID-baan (In- en doorstroombaan).

f. Hij had op of na 1 januari 2013 een WSW-indicatie of recht op een uitkering of arbeidsondersteuning op grond van de Wet Wajong, maar heeft op enig moment tot 1 mei 2015 die indicatie, uitkering of arbeidsondersteuning verloren. Hiervan uitgezonderd is de persoon met een Wajong-status die geen arbeidsvermogen heeft.

g. Hij kreeg een ziekte of handicap vóór zijn 18e verjaardag of tijdens een studie en kan alleen met een uitkering of subsidie het wettelijk minimumloon verdienen.

h. Hij behoort niet tot de doelgroep banenafspraak, omdat hij door een ziekte of gebrek problemen heeft gehad bij het volgen van onderwijs en komt binnen 5 jaar na afronding van dat onderwijs bij de werkgever in dienst.

i. Hij voldoet niet langer aan de voorwaarden a t/m h, maar is nog wel opgenomen in het doelgroepregister.

De werknemers bij a t/m g en i zijn opgenomen in het doelgroepregister voor de banenafspraak. U kunt het doelgroepregister raadplegen via het werkgeversportaal op uwv.nl.


Verder moet de werkgever:

  • een doelgroepverklaring van de werknemer hebben. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • in de aangifte loonheffingen dit loonkostenvoordeel voor de werknemer aanvragen. Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden? Dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden? Dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Onderbreking dienstverband

Voldoet een werknemer aan de voorwaarden van het loonkostenvoordeel maar wordt het dienstverband tijdens de looptijd van het loonkostenvoordeel onderbroken? Dan kan een werkgever daarna voor deze werknemer weer recht hebben op het loonkostenvoordeel. De voorwaarde dat de werknemer in de 6 maanden voor hij in dienst kwam, niet bij dezelfde werkgever in dienst is geweest, geldt dan niet. De looptijd van het loonkostenvoordeel wordt door de onderbreking niet verlengd.

Voorwaarden LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer

De werkgever heeft recht op deze tegemoetkoming als de werkgever een arbeidsgehandicapte werknemer herplaatst die voldoet aan 3 voorwaarden. Van herplaatsen is sprake als een arbeidsgehandicapte werknemer weer geheel of gedeeltelijk voor u gaat werken, in zijn eigen functie of in een andere. De 3 voorwaarden zijn:

  1. Hij is verzekerd voor 1 of meer werknemersverzekeringen.
  2. Hij heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij voldoet aan 1 van de volgende voorwaarden:
    • Hij had in de kalendermaand voor herplaatsing recht op een WIA-uitkering. Een uitkering uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel heeft als een WIA-uitkering kwalificeert ook.
    • De werknemer had voor 1 januari 2006 recht op een WAO- of Waz-uitkering en was daarom arbeidsgehandicapt op grond van de Wet REA. En hij zou in de kalendermaand voor herplaatsing om dezelfde reden arbeidsgehandicapt zijn geweest in aanzien van de Wet REA, als wanneer de Wet REA niet was ingetrokken.

Verder moet de werkgever:

  • Een doelgroepverklaring van de werknemer hebben. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • In de aangifte loonheffingen dit loonkostenvoordeel voor de werknemer aanvragen

Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het moment van herplaatsing maximaal 1 jaaraanvragen voor deze werknemer.

Samenloop van meerdere loonkostenvoordelen

Heeft een werkgever voor dezelfde werknemer tegelijk recht op meer dan 1 loonkostenvoordeel? Dan vraagt de werkgever deze in de aangifte allemaal aan. Per loonkostenvoordeel wordt dan berekend op welk bedrag een werkgever voor de werknemer recht heeft. De werkgever krijgt vervolgens alleen het hoogste bedrag uitbetaald. 

Heeft een werkgever recht op het LKV oudere werknemer en het LKV arbeidsgehandicapte werknemer en zijn de berekende bedragen even hoog? Dan krijgt de werkgever alleen het LKV oudere werknemer.   

Samenloop met LIV

Als een werkgever voor dezelfde werknemer tegelijk recht heeft op een loonkostenvoordeel en het lage-inkomensvoordeel (LIV), dan betaalt de Belastingdienst een van beide uit. De werkgever krijgt het loonkostenvoordeel voor de werknemer als dat hoger is of even hoog als het LIV. Is het LIV hoger, dan krijgt de werkgever alleen dat uitbetaald. 

Samenloop met jeugd-LIV

Heeft een werkgever voor dezelfde werknemer tegelijk recht op een loonkostenvoordeel en het jeugd-LIV? Dan betaalt de Belastingdienst beide uit. 

Let op

Het recht op het loonkostenvoordeel start vanaf het moment dat een werkgever de werknemer in dienst neemt of herplaatst. Vanaf dat moment heeft hij er 3 of 1 jaar recht op. Die periode wordt niet verlengd. Ook niet als het dienstverband wordt onderbroken. Of als een werkgever het loonkostenvoordeel niet krijgt uitbetaald omdat hij een ander loonkostenvoordeel krijgt.

Overname van een onderneming

Neemt een werkgever een onderneming geheel of gedeeltelijk over, dan gaat het recht op het LKV niet naar hem over. Voor de overgenomen werknemers krijgt de werkgever ook geen nieuw recht op het LKV. Bij de overname van een onderneming zet de werkgever de dienstbetrekking van de werknemers namelijk voort. Er is geen sprake van in dienst nemen of herplaatsen van een werknemer, wat wel een voorwaarde is voor het LKV.
Bij een fusie of splitsing van een onderneming is sprake van overname, maar bijvoorbeeld ook bij het inbrengen van een eenmanszaak of vennootschap onder firma in een bv. Bij een doorstart of overname na een faillissement is meestal geen sprake van overname van een onderneming. Dan kan dus wel een nieuw recht op LKV ontstaan, als aan de voorwaarden wordt voldaan.

Hoogte loonkostenvoordelen

De werkgever ontvangt een bedrag per verloond uur. Dat bedrag is niet voor alle loonkostenvoordelen gelijk.

aangifte loonheffingen

Verloonde uren

UWV gebruikt de rubriek ‘Verloonde Uren’ in de loonaangifte om de hoogte van de loonkostenvoordelen vast te stellen. U moet er daarom op letten dat u deze rubriek correct invult.
Meer informatie over verloonde uren vindt u in:

Doelgroepverklaring

Een werkgever mag het LKV pas aanvragen in de aangifte loonheffingen als hij een kopie van de doelgroepverklaring van de werknemer heeft. Deze bewaart de werkgever bij de loonadministratie.

Let op!

De werknemer moet de doelgroepverklaring aanvragen. Hij moet dit doen binnen 3 maanden nadat hij in dienst komt of herplaatst wordt. Na deze 3 maanden krijgt de werknemer geen doelgroepverklaring meer en heeft de werkgever dus geen recht meer op het LKV.


UWV of gemeente

Valt een werknemer onder de doelgroep oudere werknemer (56+) en ontvangt hij een uitkering van de gemeente? Dan vraagt hij de doelgroepverklaring LKV aan bij zijn gemeente.
Ontvangt de werknemer een uitkering van UWV en valt hij onder 1 van de 4 doelgroepen? Dan vraagt hij bij UWV een doelgroepverklaring LKV aan.

Meer informatie doelgroepverklaring

In het bericht Aanvraagformulier doelgroepverklaring LKV beschikbaar leest u meer over de aanvraag van een doelgroepverklaring.

Wanneer ontvangt de werkgever de tegemoetkoming?

De Belastingdienst betaalt het LKV over 2021 in 2022 uit.

Hoe ziet de werkwijze eruit?

  1. Een werkgever ontvangt vóór 15 maart 2022 een voorlopige berekening van de loonkostenvoordelen waar hij voor zijn werknemers recht op heeft. Die berekening is gebaseerd op de aangiften loonheffingen en correcties over 2021 die tot en met 31 januari 2022 zijn ingediend.
  2. Is de werkgever het niet eens met de berekening of vindt hij dat hij ten onrechte geen voorlopige berekening heeft gekregen? Dan kan dat komen doordat hij onjuiste informatie heeft verstrekt. In dat geval kan hij tot en met 1 mei 2022 correcties over 2021 sturen. Die worden nog meegenomen in de definitieve berekening van de loonkostenvoordelen. Correcties na 1 mei worden niet meer meegenomen. Kloppen de aangiften wel, neem dan contact op met UWV.
  3. De Belastingdienst stuurt via een voor bezwaar vatbare beschikking de definitieve berekening van de loonkostenvoordelen. Dat gebeurt vóór 1 augustus 2022 op basis van de gegevens die de Belastingdienst van UWV ontvangt.
  4. De Belastingdienst betaalt uiterlijk op 12 september 2022 het loonkostenvoordeel uit.

Voor het LKV dat ziet op een ander jaar geldt dezelfde werkwijze.

Overgangsregeling lopende premiekortingen

Voor de premiekortingen oudere werknemer en arbeidsgehandicapte werknemer bestaat een overgangsregeling. Maakt de werkgever gebruik van de premiekorting oudere of arbeidsgehandicapte werknemer?

Dan heeft hij vanaf 1 januari 2018 recht op 1 van de 4 nieuwe loonkostenvoordelen voor de resterende periode dat hij nog recht zou hebben op premiekortingen. Hij moet dan wel aan deze 3 voorwaarden voldoen:

  • De werkgever geeft in de aangifte over het laatste tijdvak van 2017 aan dat hij voor een werknemer de premiekorting oudere werknemer of arbeidsgehandicapte werknemer toepast. Vergeet hij dat of kan hij dat nog niet doen omdat de werknemer bijvoorbeeld net in dienst is en nog geen doelgroepverklaring voor de premiekorting oudere werknemer heeft? Dan moet hij uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
  • De werkgever vult in deze aangifte ook een bedrag aan premiekorting in. Vergeet de werkgever dit, dan moet hij uiterlijk op 1 mei 2018 corrigeren.
  • De werkgever geeft over zijn aangiften in 2018 aan dat hij voor deze werknemer een loonkostenvoordeel wil ontvangen.

Geen doelgroepverklaring

Voor werknemers die vallen onder de overgangsregeling, heeft een werkgever voor het aanvragen van het loonkostenvoordeel geen doelgroepverklaring nodig. Wel blijft de verplichting gelden tot het bezit van een doelgroepverklaring premiekorting oudere werknemer.

Wetsartikelen

Artikelen 2.1 tot en met 2.17 Wet tegemoetkomingen loondomein

Meer informatie

Meer over de doelgroepverklaring kunt u lezen in:

belastingen, belastingdienst, Overheid, belastingmaatregels, belastingdiensten,RVO, UWV, 2021, Kabinet,