De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel ‘Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ aangenomen. Met ingang van 1 januari 2021 geldt een tijdelijke drempelvrijstelling voor een regeling voor vervroegd uittreden (RVU). Deze vrijstelling geldt tot en met 31 december 2025.


Als betalingen in verband met de RVU onder het bedrag van de drempelvrijstelling blijven, hoeft de werkgever geen RVU-heffing van 52% (pseudo-eindheffing) af te dragen.


Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • De uitkering volgens de RVU-regeling kent de werkgever toe in (maximaal) 36 maanden direct voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer.
  • De werkgever berekent het bedrag van de drempelvrijstelling per maand.
  • De werknemer heeft uiterlijk 31 december 2025 de leeftijd bereikt die (maximaal) 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt.
  • De RVU-drempelvrijstelling is maximaal het bedrag dat gelijk is aan het nettobedrag van de AOW-uitkering voor alleenstaande personen, dat geldt op 1 januari van het jaar van de uitkering. Dit is het bedrag na vermindering van loonbelasting en premie volksverzekeringen.

De RVU-drempelvrijstelling geldt voor de periode van maximaal 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Gaat de uitkering minder dan 36 maanden vóór de AOW-leeftijd in, dan geldt de vrijstelling alleen nog voor de resterende maanden.

Maximale drempelvrijstelling

De RVU-drempelvrijstelling is maximaal het bedrag dat gelijk is aan het nettobedrag van de AOW-uitkering voor alleenstaande personen, dat geldt op 1 januari van het jaar van de uitkering. Dit is het bedrag na vermindering van loonbelasting en premie volksverzekeringen.

RVU-heffing verschuldigd

De werkgever is de RVU-heffing van 52% verschuldigd als hij eerder dan 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd een vergoeding volgens RVU uitbetaalt. Ook over het gedeelte van het bedrag dat boven de RVU- drempelvrijstelling uitkomt, is de werkgever een eindheffing van 52% verschuldigd.

Voorbeeld

In dit voorbeeld geldt een drempelvrijstelling van € € 1.847 per maand.
Een werknemer bereikt op 20 juni 2024 de AOW-leeftijd. De werknemer ontvangt op 1 juli 2021 een eenmalige RVU-uitkering van de werkgever. De periode tussen het ontvangen van de RVU-uitkering en het bereiken van de AOW-leeftijd bedraagt 35 maanden en 19 dagen. Deze periode mag de werkgever afronden op hele maanden naar boven.

Hij mag 36 maanden in aanmerking nemen voor de drempelvrijstelling. De vrijstelling bedraagt € € 66.492 (36 maanden x € 1.847).
Als de werknemer de eenmalige RVU-uitkering vóór 20 juni 2021 ontvangt, geldt geen drempelvrijstelling. De werknemer ontvangt dan de uitkering meer dan 36 maanden vóór het bereiken van de AOW-leeftijd.

Periode drempelvrijstelling

De RVU-drempelvrijstelling geldt gedurende de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.


Uitloopperiode

Op basis van overgangsrecht geldt voor de jaren 2026 tot en met 2028 een uitloopperiode. De werkgever kan voor uitkeringen in die periode gebruikmaken van de drempelvrijstelling onder de volgende voorwaarden:

  • De RVU-uitkering is uiterlijk op 31 december 2025 overeengekomen.
  • De werknemer heeft de leeftijd bereikt die maximaal 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt.

Inkomenscode

Vanaf 2021 geldt voor een RVU-uitkering een nieuwe ‘code soort inkomstenverhouding’ (inkomenscode).

De werkgever moet code 53 gebruiken. Deze code geldt voor ‘Uitkering in het kader van vervroegde uittreding’. Hij gebruikt code 53 ook als de RVU-drempelvrijstelling voor de pseudo-eindheffing niet van toepassing is.

Groene tabel

Voor de berekening van de in te houden loonheffing over de eenmalige RVU-uitkering moet de werkgever de groene tabel bijzondere beloningen gebruiken. Bij een uitbetaling in termijnen gebruikt hij de groene (tijdvak)tabel.

Witte tabel

Als de werkgever de RVU-uitkering betaalt in de vorm van een non-activiteitsregeling, dan kan voor de duur van 104 weken de witte (tijdvak)tabel van toepassing zijn.

Bijdrage Zorgverzekeringswet

Op RVU-uitkeringen die kwalificeren als loon uit vroegere arbeid is altijd de inhouding van de werknemersbijdrage verschuldigd. Als de RVU-uitkering kwalificeert als loon uit tegenwoordige arbeid, is de werkgeversheffing van toepassing.

Doel versoepeling

De tijdelijke versoepeling is bedoeld om de werkgever de mogelijkheid te geven om oudere werknemers tegemoet te komen. Bijvoorbeeld werknemers die niet konden anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd en niet gezond kunnen blijven werken tot de AOW-leeftijd.

Bron

rijksoverheid.nl

Nieuwsbrief Loonheffingen 2021

100% Salaris, 100- Salarisverwerking, 100 loon, 100 salaris, 100 loonadministratie, Salarisverwerkers, salarisverwerking,