In de volgende situaties gebruikt een werknemer de auto van de zaak niet zakelijk:
Heeft de werknemer in deze situaties de auto van de zaak ter beschikking en rijdt hij meer dan 500 kilometer privé? Dan moet u de waarde van het privégebruik bij het loon tellen. U doet dit op basis van de bijtellingspercentages (bijtellingsregeling). Dit geldt ook als de werknemer de auto alleen nog voor privédoeleinden gebruikt.
De bijtelling voor de auto van de zaak verwerkt u in de aangifte loonheffingen als loon in natura. Het is afhankelijk van de situatie of u de witte of groene tabel moet gebruiken voor de berekening van de loonheffingen.
Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking is sprake van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. U gebruikt de witte tabel. De bijtellingsregeling blijft ook gelden als de werknemer door ziekte niet in de auto kan rijden. De werknemer heeft de auto dan nog steeds tot zijn beschikking.
Het bedrag van de bijtelling is loon voor de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
Mag de werknemer een auto privé blijven gebruiken na einde dienstbetrekking of bij permanente arbeidsongeschiktheid? Dan is het bedrag van de bijtelling loon uit vroegere dienstbetrekking. U gebruikt de groene tabel.
Het bedrag van de bijtelling is loon voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. U bent geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.
Als de werkelijke waarde van het privégebruik duidelijk meer is dan de bijtelling op basis van het algemene bijtellingspercentage, is sprake van excessief privégebruik van de auto.
U moet dan uitgaan van de hogere waarde van het privégebruik. Als er een korting op het algemene bijtellingspercentage van toepassing is, dan past u die korting toe op de grondslag. De uitkomst daarvan trekt u af van de waarde van het privégebruik. Rekenvoorbeelden vindt u in paragraaf 21.3.3 Handboek Loonheffingen.
De bijtelling is altijd loon van de werknemer. U kunt dit loon dus niet aanwijzen als eindheffingsloon. Er is 1 uitzondering: het deel van de bijtelling voor buitengewone beveiligingsmaatregelen kunt u wel aanwijzen als eindheffingsloon.
Als u de werknemer weinig of geen loon in geld betaalt, moet u over de bijtelling privégebruik auto toch alle loonheffingen betalen. U kunt kiezen of u dit wel of niet verhaalt op de werknemer.
Verhalen op de werknemer
U mag de loonbelasting/premie volksverzekeringen (LB/PVV) en de in te houden bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) verhalen op de werknemer. Dit geldt niet voor de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw.
Als de werknemer nog loon ontvangt, kunt u dit doen via verrekening in het eerstvolgende loontijdvak.
Niet verhalen op de werknemer
Als u de LB/PVV en bijdrage Zvw niet verhaalt op de werknemer, kunnen zich 2 situaties voordoen:
Handreiking privégebruik auto op belastingdienst.nl
Bijtellingspercentages voor privégebruik auto 2011-2026
Vakantieauto en bijtelling
Verwerking privégebruik auto in de aangifte loonheffingen
artikel 13 bis Wet op de loonbelasting (Wet LB)
artikel 13 Wet LB
artikel 22a, lid 3 Wet LB
artikel 27, lid 4 Wet LB
artikel 31, lid 4 Wet LB
artikel 49, lid 1 Zorgverzekeringswet
artikel 20 Wet financiering sociale verzekeringen
Over de auteur