Werkgeversbetaling
Ontvangt een werknemer een uitkering van UWV via de werkgever? En ontvangt hij ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van deze werkgever? Dan is sprake van een werkgeversbetaling. In deze handreiking leest u hoe u dit verwerkt in de aangifte loonheffingen.
Handreiking. 9 januari 2023
Deze handreiking geldt voor de situatie dat de werknemer in dienstbetrekking is bij de werkgever.
Werkgeversbetaling
Een werkgever en werknemer kunnen afspreken dat de werknemer de uitkering van UWV via de werkgever ontvangt. De werknemer moet UWV daarvoor machtigen.
UWV kan die uitkering aan de werkgever betalen in de vorm van een werkgeversbetaling of instantiebetaling.
De instantiebetaling gebruikt u voor de situatie waarin de werknemer geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking meer van u krijgt, maar u hem nog wel een aanvulling op zijn uitkering betaalt.
Deze handreiking gaat over de werkgeversbetaling. De werkgeversbetaling geldt voor de situatie dat de werkgever de uitkering doorbetaalt en de werknemer nog loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van dezelfde werkgever krijgt.
Bij een werkgeversbetaling betaalt UWV aan de werkgever, behalve de uitkering, ook de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw over de uitkering.
Samenvoegingsregels en witte tabel
Voor de berekening van de loonheffingen telt u de uitkering van UWV, het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en een eventuele aanvulling op de uitkering bij elkaar op. Dit zijn de samenvoegingsregels. Op het totaal past u de witte tabel toe. Ook berekent u over het totaal de premies werknemersverzekeringen.
WW-premie
Voor een werkgeversbetaling geldt altijd de lage WW-premie. Voor een eventuele aanvulling op de uitkering gebruikt u dezelfde WW-premie als voor het reguliere loon.
Aof-premie
Vanaf 2022 geldt de gedifferentieerde premie Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Voor uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (WAO, WIA, ZW en WW) geldt altijd de hoge premie Aof. Dit geldt ook voor een werkgeversbetaling.
Inkomstenverhouding
U kunt kiezen hoe u een werkgeversbetaling in de aangifte verwerkt:
- in een aparte inkomstenverhouding
- in dezelfde inkomstenverhouding als het loon
1. In een aparte inkomstenverhouding
Onderstaande informatie is van toepassing als u de werkgeversbetaling aangeeft in een aparte inkomstenverhouding.
Code soort inkomstenverhouding
U gebruikt de Code soort inkomstenverhouding die bij de werkgeversbetaling hoort:
Soort uitkering | Code soort inkomstenverhouding |
Ziektewet en WAZO | 31 |
WAO | 32 |
NWW | 33 |
IVA | 39 |
WGA | 40 |
Contractloon, contracturen en contractindicaties
U vult deze rubrieken bij deze inkomstenverhouding niet in.
WW-premie
Vanaf 2023 vermeldt u de grondslagaanwas in de rubriek ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf-uitkering’ en de WW-premie in de rubriek ‘Premie AWf-uitkering’.
Eerder gebruikte u hiervoor de rubriek ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon laag’ en de rubriek ‘Premie AWf laag’.
Aof-premie
U geeft de hoge Aof-premie aan. U vermeldt de grondslagaanwas en de premie Aof in de rubrieken voor ‘Aof-uitkering’.
Verloonde uren
De hoogte van de verloonde uren die u invult in de aparte inkomstenverhouding, hangt af van de soort uitkering die de werkgever doorbetaalt.
Soort uitkering | Verloonde uren |
Ziektewet en WAZO | De gebruikelijke uren verminderd met de uren van de reguliere inkomstenverhouding. |
WAO | Nul |
NWW | Nul |
IVA | Nul |
WGA | Nul |
2. In dezelfde inkomstenverhouding als het loon
Onderstaande informatie is van toepassing als u de werkgeversbetaling aangeeft in dezelfde inkomstenverhouding als het loon.
Code soort inkomstenverhouding
U gebruikt de Code soort inkomstenverhouding die geldt voor het reguliere loon.
Contractloon, contracturen en contractindicaties
U vermeldt het contractloon, de contracturen en de contractindicaties die gelden voor het reguliere loon.
WW-premie
Geldt voor het reguliere loon de hoge WW-premie en geeft u de werkgeversbetaling aan in dezelfde inkomstenverhouding als het reguliere loon? Dan gebruikt u vanaf 2023 voor de WW-premie van de uitkering aparte rubrieken:
- U vermeldt de grondslagaanwas in de rubriek ‘Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf-uitkering’.
- U vermeldt de lage WW-premie in de rubriek ‘Premie AWf-uitkering’.
Eerder gaf u dit gezamenlijk aan in de rubrieken voor de hoge WW-premie.
Voorbeeld
U betaalt een werknemer in 2022 en in 2023 per maand een WAZO-uitkering door van € 2.000. Hiervoor is de lage WW-premie van toepassing. Daarnaast betaalt u € 500 loon waarop de hoge WW-premie van toepassing is. U verwerkt dit in 1 inkomstenverhouding.
Verwerking in 2022 (percentages zijn fictief)
U geeft in elk aangiftetijdvak het volgende op:
Loon SV | € 2.500 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | € 2.500 |
Premie AWf hoog (8% x € 500 + 3% x € 2.000) | € 100 |
In de rubrieken voor AWf hoog geeft u de loon- en premiebedragen op die gelden voor zowel AWf laag als AWf hoog.
Verwerking in 2023 (percentages zijn fictief)
U geeft in elk aangiftetijdvak het volgende op:
Loon SV | € 2.500 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | € 500 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf-uitkering | € 2.000 |
Premie AWf hoog (8%) | € 40 |
Premie AWf-uitkering (3% x € 2.000) | € 60 |
U vermeldt de verschillende premielonen (de grondslagaanwassen) en de premies in de afzonderlijke rubrieken.
Aof-premie
Anders dan bij de WW-premie vult u de Aof-premie als volgt in:
- Voor het reguliere loon en een aanvulling op de uitkering vermeldt u de grondslagaanwas en de premie Aof in de rubrieken ‘Aof laag’ of ‘Aof hoog’. Laag of hoog is afhankelijk van de grootte van de werkgever. Kleine werkgevers betalen de lage premie, middelgrote en grote werkgevers betalen de hoge premie.
- Voor de uitkering vermeldt u de grondslagaanwas en de premie Aof in de rubrieken voor ‘Aof-uitkering’.
Aandachtspunt bij LIV, Jeugd-LIV en sommige loonkostenvoordelen
Een uitkering uit de werknemersverzekeringen telt niet mee als jaarloon voor de bepaling van het (jeugd-)LIV en sommige loonkostenvoordelen. Als u de werkgeversbetaling en het reguliere loon opgeeft in één inkomstenverhouding, kan UWV de werkgeversbetaling toch bij het jaarloon tellen. Hierdoor wordt het jaarloon hoger en stelt UWV het (jeugd-)LIV of het loonkostenvoordeel misschien verkeerd vast.
Verloonde uren
Soort uitkering | Verloonde uren |
Ziektewet en WAZO | De gebruikelijke uren. |
WAO | De uren van het reguliere loon |
NWW | De uren van het reguliere loon |
IVA | De uren van het reguliere loon |
WGA | De uren van het reguliere loon |
Aanvulling op uitkering
Soms betaalt de werkgever een aanvulling op de uitkering uit werknemersverzekeringen. Deze aanvulling vermeldt u in de inkomstenverhouding die u gebruikt voor het reguliere loon.
U geeft het bedrag van de aanvulling aan in de rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering’.
Voorbeeld
Een werknemer is in dienst bij kleine werkgever voor de premie Aof. Hij heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Het maandloon is € 1000. Daarnaast ontvangt de werknemer van de werkgever een WIA-uitkering van € 500 (werkgeversbetaling). Ook ontvangt de werknemer een aanvulling van € 100.
Voor het reguliere loon en de aanvulling geldt de hoge WW-premie. Voor de werkgeversbetaling geldt de lage WW-premie.
Voor het reguliere loon en de aanvulling geldt de lage Aof-premie. Voor de werkgeversbetaling geldt de hoge Aof-premie.
Uitwerking bij gebruik van 2 inkomstenverhoudingen (percentages zijn fictief)
Inkomstenverhouding 1 (regulier loon en aanvulling) | |||
Aangiftetijdvak | Mei | Juni | Enz. |
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd | N | N | N |
Schriftelijke arbeidsovereenkomst | J | J | J |
Oproepovereenkomst | N | N | N |
Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering | € 100 | € 100 | € 100 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf laag | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie AWf laag (3%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | € 1.100 | € 1.100 | € 1.100 |
Premie AWf hoog (8%) | € 88 | € 88 | € 88 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie AWf herzien | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof laag | € 1.100 | € 1.100 | € 1.100 |
Premie Aof laag (5,5%) | € 60,50 | € 60,50 | € 60,50 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof hoog | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie Aof hoog (7%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof-uitkering | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie Aof-uitkering (7%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Opslag Wet Kinderopvangtoeslag (0,5%) | € 5,50 | € 5,50 | € 5,50 |
Inkomstenverhouding 2 (uitkering) | |||
Aangiftetijdvak | Mei | Juni | Enz. |
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd | |||
Schriftelijke arbeidsovereenkomst | |||
Oproepovereenkomst | |||
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf-uitkering | € 500 | € 500 | € 500 |
Premie AWf-uitkering (3%) | € 15 | € 15 | € 15 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie AWf hoog (8%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie AWf herzien | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof laag | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie Aof laag (5,5%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie Aof hoog (7%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof-uitkering | € 500 | € 500 | € 500 |
Premie Aof-uitkering (7%) | € 35 | € 35 | € 35 |
Opslag Wet Kinderopvangtoeslag (0,5%) | € 2,50 | € 2,50 | € 2,50 |
Uitwerking bij gebruik van 1 inkomstenverhouding (percentages zijn fictief)
Aangiftetijdvak | Mei | Juni | Enz. |
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd | N | N | N |
Schriftelijke arbeidsovereenkomst | J | J | J |
Oproepovereenkomst | N | N | N |
Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering | € 100 | € 100 | € 100 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf laag | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie AWf laag (3%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf-uitkering | € 500 | € 500 | € 500 |
Premie AWf-uitkering (3%) | € 15 | € 15 | € 15 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | € 1.100 | € 1.100 | € 1.100 |
Premie AWf hoog (8%) | € 88 | € 88 | € 88 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie AWf herzien | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof laag | € 1.100 | € 1.100 | € 1.100 |
Premie Aof laag (5,5%) | € 60,50 | € 60,50 | € 60,50 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | € 0 | € 0 | € 0 |
Premie Aof hoog (7%) | € 0 | € 0 | € 0 |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof-uitkering | € 500 | € 500 | € 500 |
Premie Aof-uitkering (7%) | € 35 | € 35 | € 35 |
Opslag Wet Kinderopvangtoeslag (0,5%) | € 8 | € 8 | € 8 |
Wetsartikelen
Artikel 33, lid 2, letter a Wet LB 1964
Artikel 9.1 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Artikel 9.4 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Relevante informatie
Paragraaf 7.4 Handboek Loonheffingen
Paragraaf 9.6.2 Handboek Loonheffingen
Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2024
Kennisdocument premiedifferentiatie WW
Memo verloonde uren