Voor een student of scholier met een vakantiebaantje kan het voordelig zijn om de studenten- en scholierenregeling te laten toepassen. Bij gebruik van deze regeling mag de werkgever de kwartaaltabel toepassen. In deze tabel is meer loonheffingskorting verwerkt dan in de andere tijdvaktabellen, waardoor de student mogelijk meer nettoloon overhoudt.
In deze handreiking bedoelen we met student ook scholier.
Als een student voldoet aan de voorwaarden kan hij de studenten- en scholierenregeling laten toepassen bij de werkgever. Dit kan voordelig voor hem zijn als hij door bijvoorbeeld een vakantiebaantje in een maand een hoger inkomen heeft dan normaal en de loonheffingskorting laat toepassen. In deze handreiking leggen we de regeling uit en geven we een rekenvoorbeeld.
Voor wie is de regeling bedoeld?
De regeling geldt voor de volgende studenten:
- studenten voor wie bij het begin van het kalenderkwartaal recht bestaat op kinderbijslag volgens de Algemene Kinderbijslagwet
- studenten die bij het begin van een kalenderkwartaal recht hebben op een gift of prestatiebeurs volgens: * de Wet studiefinanciering 2000 of * de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
- buitenlandse studenten uit een ander land van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland of Liechtenstein die beschikken over een International Student Identity Card (ISIC)
Als een student gebruik wil maken van deze regeling, moet hij dit schriftelijk doorgeven aan de werkgever. Dat kan met het formulier: Model Opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling). De werkgever moet dit formulier bewaren bij de loonadministratie.
Wat houdt de regeling in?
De studenten- en scholierenregeling houdt in dat de werkgever de kwartaaltabel mag toepassen in plaats van de tijdvaktabel die hij zonder toepassing van de regeling moet gebruiken. In de kwartaaltabel is ¼ deel van het jaarbedrag aan loonheffingskorting verwerkt. In de andere tijdvaktabellen is een evenredig deel van het jaarbedrag aan loonheffingskorting opgenomen. Bijvoorbeeld in de maandtabel is dit 1/12 deel.
Doordat in de kwartaaltabel meer loonheffingskorting is verwerkt, kan het zijn dat het te betalen bedrag aan loonbelasting/premies volksverzekeringen (loonheffing) gelijk is aan het bedrag aan loonheffingskorting. Mogelijk hoeft u dan niets of minder in te houden op het loon van de student.
Let op!
De werknemer mag de loonheffingskorting maar bij 1 werkgever laten toepassen.
Berekening loonheffing met toepassing van de regeling
Als u de studenten- en scholierenregeling gebruikt berekent u de in te houden loonheffing als volgt:
- Bij de 1e loonbetaling berekent u de in te houden loonheffing over dat bedrag volgens de kwartaaltabel.
- Bij de daaropvolgende betalingen telt u het loon dat u al eerder in het kalenderkwartaal betaalde op bij het loon dat u op dat moment betaalt.
- Bereken de loonheffing alsof u op dat moment het hele loon betaalt.
- Breng daarop in mindering het bedrag aan loonheffing dat u al eerder had berekend.
- De uitkomst van de berekening houdt u in op het uit te betalen loon.
U mag niet uitkomen op een negatief bedrag.
Rekenvoorbeeld
Een student met een weekendbaantje ontvangt elke maand een loon van € 100. In de zomervakantie werkt hij extra uren. Hij ontvangt alleen in augustus een loon van € 1.000. Hij laat de loonheffingskorting toepassen. Wat is het verschil tussen het wel en niet toepassen van de studenten- en scholierenregeling? Met andere woorden wat is het voordeel voor de student?
Het totaal in te houden bedrag aan loonheffing in het kwartaal is € 103,42.
De student kan de teveel betaalde loonheffing terugvragen door aangifte inkomstenbelasting te doen.
U hoeft niets in te houden over het uitbetaalde loon in het kwartaal. De student krijgt het brutobedrag netto uitbetaald. De loonheffingskorting waar hij recht op heeft is volledig verrekend via zijn loon. Hij hoeft hiervoor geen aangifte inkomstenbelasting meer te doen.
Werknemersverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet
U berekent de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet op dezelfde wijze als de in te houden loonheffing. U gebruikt voor de bepaling van het maximumpremie- en bijdrageloon het kwartaalmaximum. Het kwartaalmaximum bepaalt u door driemaal het maandbedrag in aanmerking te nemen (zie tabel 11, 12 en 13 Handboek Loonheffingen).
Meer informatie
Paragraaf 18.16 Handboek Loonheffingen
Wetsartikelen