Antwoorden met betrekking tot de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie (9.0)
Voor alle duidelijkheid nog even de wijzigingen per januari 2023

Dit zijn de wijzigingen 2023 voor de loonkostenvoordeel (LKV):

  • Wat is het LKV?
  • Wanneer heeft de werkgever recht op het LKV?
  • Wat moet de werkgever doen om het LKV te krijgen?
  • Hoe hoog is het LKV?
  • Wat is de duur van het LKV oudere werknemer (56 jaar of ouder)?
  • Wat is de duur van het LKV arbeidsgehandicapte werknemer?
  • Wat is de duur van het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden?
  • Wat is de duur van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer?
  • Geldt het LKV ook bij het omzetten van VOF naar BV?
  • Kan het LKV, net zoals het LIV, zonder aanvraag worden uitbetaald?
  • Worden lopende premiekortingen omgezet in een LKV?
  • Wat als werknemer na 3 jaar LKV uit dienst en weer in dienst gaat?
  • Geen recht op LKV bij WSW of beschut werk
  • Einde recht op loonkostenvoordelen bij bereiken AOW-gerechtigde leeftijd

Wat is het LKV?

De loonkostenvoordelen moeten ervoor zorgen dat kwetsbare groepen werknemers betere kansen hebben op de arbeidsmarkt. Er zijn 4 categorieën:

  1. het LKV oudere werknemer
  2. het LKV arbeidsgehandicapte werknemer
  3. het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden
  4. het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer

Om voor deze tegemoetkoming in aanmerking te komen is voor alle groepen een doelgroepverklaring LKV vereist. Voor de premiekortingen was alleen een doelgroepverklaring vereist voor oudere werknemers (vanaf 56 jaar). Het vaststellen van de tegemoetkoming heeft voor het eerst plaatsgevonden in 2019 over 2018.

Wanneer heeft de werkgever recht op het LKV?

De werkgever kan voor één of meer van zijn werknemers voldoen aan de voorwaarden van één of meerdere loonkostenvoordelen. Heeft de werkgever iemand in dienst genomen van 56 jaar of ouder? Werknemers die (deels) arbeidsongeschikt of werkloos zijn? Of werknemers die zijn opgenomen in het doelgroepregister voor de banenafspraak of scholingsbelemmerd zijn? Dan voldoet de werknemer misschien aan de voorwaarden van één of meer van deze loonkostenvoordelen. Per LKV verschillen de voorwaarden om ervoor in aanmerking te komen. Stapeling van LKV’s voor dezelfde werknemer is niet mogelijk. De hoogst berekende LKV telt.

Voorwaarden LKV oudere werknemer (56+)

De werkgever heeft recht op dit voordeel als hij een werknemer in dienst neemt die voldoet aan 4 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen.
  2. Hij is 56 jaar of ouder, maar heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij was in de 6 maanden voor hij in dienst kwam, niet bij deze werkgever in dienst.
  4. Hij had, in de maand voor hij in dienst kwam, recht op 1 van de volgende uitkeringen:
    • werkloosheidsuitkering (WW, IOW)
    • arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wet Wajong, Waz, Wamil)
    • inkomensondersteuning Wet Wajong
    • bijstandsuitkering (Participatiewet, IOAW, IOAZ)
    • uitkeringen uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel hebben als de bovenstaande Nederlandse uitkeringen

Verder geldt:

  • De werkgever heeft voor de werknemer een doelgroepverklaring. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • In de aangifte loonheffingen geeft de werkgever aan dat hij dit loonkostenvoordeel voor de werknemer wil aanvragen.
  • De werkgever heeft voor de werknemer niet eerder over de maximale duur het loonkostenvoordeel oudere werknemer ontvangen.
  • Het is geen dienstbetrekking die op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) volledig gesubsidieerd is of een dienstbetrekking die valt onder zogenoemd beschut werk op grond van de Participatiewet.

Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer, maar uiterlijk tot de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Als de AOW- leeftijd in de loop van een aangifteperiode wordt bereikt, wordt de periode verlengd tot de aangifteperiode volgend op die waarin de AOW-leeftijd wordt bereikt.

Voorwaarden LKV arbeidsgehandicapte werknemer

De werkgever heeft recht op dit voordeel als hij een werknemer in dienst neemt die voldoet aan 4 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen.
  2. Hij heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij was in de 6 maanden voor hij bij de werkgever in dienst kwam, niet bij deze werkgever in dienst.
  4. Hij voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
    • Hij had, in de maand voor hij in dienst kwam, recht op een WIA -uitkering of op een uitkering uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel heeft als de WIA-uitkering.
    • De werknemer had voor 1 januari 2006 recht op een WAO – of Waz-uitkering en was daarom arbeidsgehandicapt op grond van de Wet REA. En hij zou in de maand voordat hij bij de werkgever in dienst kwam, om dezelfde reden arbeidsgehandicapt in de zin van de Wet REA zijn geweest als de Wet REA niet was ingetrokken.
    • Hij komt bij de werkgever in dienst binnen 5 jaar na de dag waarop de wachttijd (of
      het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) is geëindigd, en voldoet
      aan deze 2 voorwaarden:
      • 1. UWV heeft in een arbeidskundig onderzoek vastgesteld dat de werknemer op de 1e dag na afloop van de wachttijd van de WIA (of van het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was en niet in staat zijn eigen of ander passend werk te doen bij de werkgever bij wie hij die dag nog in dienst was.
      • 2. De werknemer was 11 weken voor het einde van de wachttijd van de WIA (of van het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) nog in dienst bij dezelfde werkgever die hij had toen hij ziek werd.

Voorwaarden LKV arbeidsgehandicapte werknemer

De werkgever heeft recht op dit voordeel als hij een werknemer in dienst neemt die voldoet aan 4 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen.
  2. Hij heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij was in de 6 maanden voor hij bij de werkgever in dienst kwam, niet bij deze werkgever in dienst.
  4. Hij voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
    • Hij had, in de maand voor hij in dienst kwam, recht op een WIA -uitkering of op een uitkering uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel heeft als de WIA-uitkering.
    • De werknemer had voor 1 januari 2006 recht op een WAO – of Waz-uitkering en was daarom arbeidsgehandicapt op grond van de Wet REA. En hij zou in de maand voordat hij bij de werkgever in dienst kwam, om dezelfde reden arbeidsgehandicapt in de zin van de Wet REA zijn geweest als de Wet REA niet was ingetrokken.
    • Hij komt bij de werkgever in dienst binnen 5 jaar na de dag waarop de wachttijd (of het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) is geëindigd, en voldoet aan deze 2 voorwaarden:
      1. UWV heeft in een arbeidskundig onderzoek vastgesteld dat de werknemer op de 1e dag na afloop van de wachttijd van de WIA (of van het tijdvak van de verlengde (loondoorbetalingsverplichting) voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was en niet in staat zijn eigen of ander passend werk te doen bij de werkgever bij wie hij die dag nog in dienst was.
      2. De werknemer was 11 weken voor het einde van de wachttijd van de WIA (of van het tijdvak van de verlengde loondoorbetalingsverplichting) nog in dienst bij dezelfde werkgever die hij had toen hij ziek werd.

Verder geldt:

  • De werkgever heeft voor de werknemer een doelgroepverklaring. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • In de aangifte loonheffingen geeft de werkgever aan dat hij dit loonkostenvoordeel voor de werknemer wil aanvragen.
  • De werkgever heeft voor de werknemer niet eerder over de maximale duur het loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer ontvangen.
  • Het is geen dienstbetrekking die op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) volledig gesubsidieerd is of een dienstbetrekking die valt onder zogenoemd beschut werk op grond van de Participatiewet.

Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Voorwaarden LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden

De werkgever heeft recht op deze tegemoetkoming als hij een werknemer in dienst neemt die voldoet aan 4 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen.
  2. Hij heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. Hij was in de 6 maanden voor hij in dienst kwam, niet bij dezelfde werkgever in dienst.
  4. In de maand voor hij in dienst kwam, of op de eerste dag van de indiensttreding, voldoet hij aan 1 van de volgende voorwaarden:
    • a) Hij heeft recht op een uitkering of arbeidsondersteuning op grond van de Wet Wajong.
    • b) Hij heeft een WSW-indicatie (Wet sociale werkvoorziening).
    • c) Hij is volgens UWV niet in staat om 100% van het wettelijke minimumloon te verdienen en wordt onder verantwoordelijkheid van de gemeente naar werk begeleid. Of de gemeente heeft bij het beoordelen van de loonkostensubsidie vastgesteld dat hij niet in staat is om 100% van het wettelijke minimumloon te verdienen (de ‘Praktijkroute’). In beide gevallen geldt dat de werknemer op of na 1 januari 2016 in dienst is gekomen bij zijn (toenmalige) werkgever en op dat moment is vastgesteld dat de werknemer minder dan 100% van het minimumloon kan verdienen.
    • d) Hij beschikt over een indicatie als arbeidsbeperkte. Hieronder vallen onder meer schoolverlaters van het Voortgezet Speciaal Onderwijs en schoolverlaters van het 17 Praktijkonderwijs. Hij heeft een Wiw-baan (Wet inschakeling werkzoekenden) of een ID- baan (In- en doorstroombaan).
    • e) Hij heeft een voorziening van UWV of de gemeente en kan zonder die voorziening niet het minimumloon verdienen.
    • f) Hij hoort niet tot de doelgroep banenafspraak, hij heeft door een ziekte of gebrek problemen gehad bij het volgen van onderwijs en hij komt binnen 5 jaar na afronding van dat onderwijs bij de werkgever in dienst.

Verder geldt:

  • De werkgever heeft voor de werknemer een doelgroepverklaring. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • In de aangifte loonheffingen geeft de werkgever aan het LKV voor de werknemer te willen aanvragen.
  • De werkgever heeft voor de werknemer niet eerder over de maximale duur het loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden ontvangen.
  • Het is geen dienstbetrekking die op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) volledig gesubsidieerd is of een dienstbetrekking die valt onder zogenoemd beschut werk op grond van de Participatiewet.

Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal 3 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Voorwaarden LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer

De werkgever heeft recht op deze tegemoetkoming als de werkgever een arbeidsgehandicapte werknemer herplaatst die voldoet aan 3 voorwaarden:

  1. Hij is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen.
  2. Hij heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  3. De werknemer voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
    • Hij had, in de maand voor de herplaatsing, recht op een WIA-uitkering of op een uitkering uit de EU, de EER of Zwitserland die hetzelfde doel heeft als de WIA-uitkering.
    • Let op: Als hij voor de 1e WIA-dag het werk in zijn huidige of nieuwe functie geheel of gedeeltelijk heeft hervat (bijvoorbeeld als onderdeel van de re -integratie) wordt aan deze voorwaarde niet voldaan. Er bestaat in dat geval geen recht op deze tegemoetkoming.
    • De werknemer had voor 1 januari 2006 recht op een WAO- of Waz-uitkering en was daarom arbeidsgehandicapt op grond van de Wet REA. En hij zou in de maand voor herplaatsing om dezelfde reden arbeidsgehandicapt in de zin van de Wet REA zijn geweest als de Wet REA niet was ingetrokken.

Verder geldt:

  • De werkgever heeft voor de werknemer een doelgroepverklaring. Uit deze verklaring blijkt dat de werknemer voldoet aan de voorwaarden.
  • In de aangifte loonheffingen geeft de werkgever aan dat dit loonkostenvoordeel voor de werknemer wil aanvragen.
  • De werkgever heeft voor de werknemer niet eerder over de maximale duur het loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer ontvangen.
  • Het is geen dienstbetrekking die op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) volledig gesubsidieerd is of een dienstbetrekking die valt onder zogenoemd beschut werk op grond van de Participatiewet.

Voldoen de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden, dan mag de werkgever het loonkostenvoordeel vanaf het moment van herplaatsing maximaal 1 jaar aanvragen voor deze werknemer.

Wat moet de werkgever doen om het LKV te krijgen?

Beschikt de werknemer over een doelgroepverklaring LKV, dan geeft hij een kopie ervan aan de werkgever (dit geldt niet als de werkgever namens de werknemer aanvraagt middels een machtiging). Vervolgens zet de werkgever de indicatie ‘LKV’ op ‘ja’ bij iedere aangifte loonheffingen 18 om aanspraak te kunnen maken op het LKV. Dit doet hij ook voor werknemers die vallen onder het overgangsrecht.

Hoe hoog is het LKV?

Hoeveel loonkostenvoordeel de werkgever ontvangt, is afhankelijk van de doelgroep waartoe de werknemer behoort. De werkgever ontvangt aan LKV het aantal verloonde uren in het kalenderjaar
vermenigvuldigd met het van toepassing zijnde bedrag per verloond uur, met een maximum afhankelijk van de doelgroep.

De maximale bedragen per doelgroep zijn als volgt:

maximale bedragen per doelgroep lkv,

Wat is de duur van het LKV oudere werknemer (56 jaar of ouder)?

De werkgever mag het LKV voor de werknemer vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal drie jaar aanvragen, mits de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden voldoen. Als een werknemer na een tijdelijke onderbreking weer bij dezelfde werkgever in dienst komt dan kan de werkgever het LKV oudere werknemer hervatten zolang de termijn van drie jaar niet is verstreken.
De looptijd van het LKV wordt dus niet verlengd met de periode van de onderbreking.

Voorbeeld:
als de werknemer één jaar in dienst is geweest en na een onderbreking van één jaar weer in dienst komt, dan resteert er nog één jaar recht op LKV oudere werknemer.
Na de periode van drie jaar na indiensttreding stopt het recht op LKV oudere werknemer. De werkgever kan voor dezelfde werknemer niet opnieuw dit LKV over een periode van drie jaar krijgen, ook niet als de onderbreking langer dan zes maanden heeft geduurd. De werkgever kan wel in aanmerking komen voor een andere LKV als de werknemer na een onderbreking van meer dan zes maanden opnieuw bij hem in dienst treedt en aan de voorwaarden van die andere doelgroep voldoet.

Wat is de duur van het LKV arbeidsgehandicapte werknemer?

De werkgever mag het LKV voor de werknemer vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal drie jaar aanvragen, mits de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden voldoen. Als een werknemer na een tijdelijke onderbreking weer bij dezelfde werkgever in dienst komt dan kan de werkgever het LKV arbeidshandicapte werknemer hervatten zolang de termijn van drie jaar niet is verstreken. De looptijd van het LKV wordt dus niet verlengd met de periode van de onderbreking.


Voorbeeld:
als de werknemer één jaar in dienst is geweest en na een onderbreking van één jaar weer in dienst komt, dan resteert er nog één jaar recht op LKV arbeidshandicapte werknemer.
Na de periode van drie jaar na indiensttreding stopt het recht op LKV arbeidshandicapte werknemer. De werkgever kan voor dezelfde werknemer niet opnieuw dit LKV over een periode van drie jaar krijgen, ook niet als de onderbreking langer dan zes maanden heeft geduurd. De werkgever kan wel in aanmerking komen voor een andere LKV als de werknemer na een onderbreking van meer dan zes maanden opnieuw bij hem in dienst treed t en aan de voorwaarden van die andere doelgroep voldoet.

Wat is de duur van het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden?

De werkgever mag het LKV voor de werknemer vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal drie jaar aanvragen, mits de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden voldoen. Als een werknemer na een tijdelijke onderbreking weer bij dezelfde werkgever in dienst komt dan kan de werkgever het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden hervatten zolang de termijn van drie jaar niet is verstreken. De looptijd van het LKV wordt dus niet verlengd met de periode van de onderbreking.


Voorbeeld:
Als de werknemer één jaar in dienst is geweest en na een onderbreking van één jaar weer in dienst komt, dan resteert er nog één jaar recht op LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden.
Na de periode van drie jaar na indiensttreding stopt het recht op LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden. De werkgever kan voor dezelfde werknemer niet opnieuw dit LKV over een periode van drie jaar krijgen, ook niet als de onderbreking langer dan zes maanden heeft geduurd. De werkgever kan wel in aanmerking komen voor een andere LKV als de werknemer na een onderbreking van meer dan zes maanden opnieuw bij hem in dienst treedt en aan de voorwaarden van die andere doelgroep voldoet.

Wat is de duur van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer?

De werkgever mag het LKV voor de werknemer vanaf het begin van de dienstbetrekking maximaal één jaar aanvragen, mits de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden voldoen. Als een werknemer na een tijdelijke onderbreking weer bij dezelfde werkgever in dienst komt dan kan de werkgever het LKV herplaatste arbeidsgehandicapte werknemer hervatten zolang de termijn van één jaar niet is verstreken.De looptijd van het loonkostenvoordeel wordt dus niet verlengd met de periode van de onderbreking.
Na de periode van één jaar na indiensttreding stopt het recht op LKV herplaatste arbeidsgehandicapte werknemer. De werkgever kan voor dezelfde werknemer niet opnieuw dit LKV
over een periode van één jaar dit LKV krijgen, ook niet als de onderbreking langer dan 6 maanden heeft geduurd. De werkgever kan wel in aanmerking komen voor een andere LKV als de
werknemer na een onderbreking van meer dan 6 maanden opnieuw bij hem in dienst treedt en aan de voorwaarden van die andere doelgroep voldoet.

Geldt het LKV ook bij het omzetten van VOF naar BV?

Indien er sprake is van een omzetting van een VOF naar een BV , waarbij de werkzaamheden hetzelfde blijven bestaat geen recht (meer) op een LKV. Om in aanmerking te komen voor een LKV moet er sprake zijn van een indiensttreding of een herplaatsing. Bij omzetting van een VOF naar een BV is er sprake van een overgang van onderneming. De overnemende werkgever zet in dat geval de arbeidsovereenkomst voort en is er geen sprake van een indiensttreding of een herplaatsing. De overnemende werkgever komt ook niet in aanmerking voor de resterende duur van de LKV van de overdragende werkgever. Dit was wel het geval bij de premiekortingen. Deze mogelijkheid is niet opgenomen voor de LKV.

Kan het LKV, net zoals het LIV, zonder aanvraag worden uitbetaald?

Nee, dit is onder meer vanuit privacyoverwegingen niet mogelijk. Het LIV en het jeugd-LIV worden automatisch aan de werkgever uitgekeerd. Voor het LKV is een doelgroepverklaring LKV van de werknemer nodig en de werkgever dient in de aangifte loonheffingen de indicatie ‘LKV’ op ‘ja’ te zetten om aan te geven dat hij aanspraak wil maken op het LKV.

Worden lopende premiekortingen omgezet in een LKV?

Lopende premiekortingen oudere werknemer en arbeidsgehandicapte werknemer worden per 1 januari 2018 onder voorwaarden omgezet in het desbetreffende loonkostenvoordeel voor de resterende periode. Dit is de ‘overgangsregeling’.De premiekorting jongere werknemer wordt niet omgezet in een LKV, omdat de premiekorting jongere werknemer met ingang van 1 januari 2018 is vervallen. Het overgangsrecht wordt in hoofdstuk 6 toegelicht.

Wat als werknemer na 3 jaar LKV uit dienst en weer in dienst gaat?

Een werkgever heeft voor een medewerker maximaal 3 jaar recht op het LKV. Als dezelfde werknemer na die 3 jaar uit dienst gaat en daarna weer bij dez e werkgever wordt aangenomen, dan kan deze werknemer niet opnieuw dezelfde doelgroepverklaring LKV aanvragen. De werkgever heeft dus niet opnieuw recht op hetzelfde LKV. Ook al zit er meer dan 6 maanden tussen uit – en indiensttreding. Een werkgever kan wel in aanmerking komen voor een andere LKV als hij opnieuw in dienst treedt en aan de voorwaarden voldoet. Zo kan een werkgever eerst in aanmerking komen voor het LKV arbeidsgehandicapte werknemer en bij een latere indiensttreding voor het LKV oudere werknemer.

Geen recht op LKV bij WSW of beschut werk

De werkgever heeft geen recht op de loonkostenvoordelen als de dienstbetrekking van de werknemer op grond van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) volledig gesubsidieerd is. Of als de dienstbetrekking valt onder zogenoemd beschut werk op grond van de Participatiewet. Is de dienstbetrekking deels gesubsidieerd, dan kan de werkgever voor de werknemer wél recht hebben op de loonkostenvoordelen. Als de werkgever en de werknemer aan alle voorwaarden voldoen.

Einde recht op loonkostenvoordelen bij bereiken AOW-gerechtigde leeftijd

Er is geen recht meer op LKV vanaf de dag dat de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Blijft de werknemer na het bereiken van de AOW-leeftijd doorwerken, dan bestaat er recht op het LKV tot en met het aangiftetijdvak waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt. Als de werknemer op de eerste dag van het aangiftetijdvak de AOW -leeftijd bereikt, dan telt dat tijdvak niet meer mee voor het recht op LKV.

U vindt het gehele Kennisdocument Wtl hier op de site of op rijksoverheid.nl.

Het jaar 2023,overheid,uwv, belastingdienst,rvo,rechtspraak,kabinet,