Voor BBL-leerling met uitzendbeding
geldt vanaf 2023 de hoge WW-premie
Vanaf 1 januari 2023 moet u de hoge WW-premie toepassen voor een werknemer die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgt en een arbeidsovereenkomst heeft met uitzendbeding. Tot en met 2022 mocht u hiervoor de lage WW-premie gebruiken.
Voor alle uitzendkrachten die een arbeidsovereenkomst hebben met een uitzendbeding, geldt de hoge WW-premie. Het is namelijk geen overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dit geldt ook voor de werknemer die de BBL volgt.
Voorwaarden lage WW-premie tot en met 2022
Tot en met 2022 mocht u de lage WW-premie toepassen als het uitzendbureau voldeed aan de volgende voorwaarden:
- Uit de arbeidsovereenkomst tussen de BBL-leerling en het uitzendbureau blijkt dat de arbeidsovereenkomst is aangegaan in het kader van een leerwerktraject in de beroepsbegeleidende leerweg, zoals beschreven in de Wet educatie en beroepsonderwijs.
- Het uitzendbureau heeft de ondertekende en gedagtekende praktijkovereenkomst in de administratie opgenomen. Dit geldt ook als het uitzendbureau zelf geen partij is bij de praktijkovereenkomst.
- De praktijkovereenkomst is gedagtekend en ondertekend door alle betrokken partijen. Dit zijn de onderwijsinstelling, de student en het bedrijf dat de beroepspraktijkvorming verzorgt.
Jonger dan 21 jaar
Is een BBL-leerling jonger dan 21 jaar en heeft hij maximaal 48 verloonde uren per vierwekenaangifte, of 52 verloonde uren per maandaangifte? Dan is het niet van belang of een uitzendbeding is opgenomen in de arbeidsovereenkomst. De lage WW-premie blijft voor deze werknemer gelden vanaf 2023.
Gerelateerde informatie
Onderwerp 7 Nieuwsbrief Loonheffingen 2023
Vraag 2.9 Kennisdocument Premiedifferentiatie WW
Wetsartikel
Artikel 2.4 lid 3 Besluit Wfsv
Gerelateerde handreiking
Handreiking voorwaarden lage WW-premie