Als een werknemer geen burgerservicenummer (BSN) aan de werkgever verstrekt, mag u geen fictief BSN vermelden in de aangifte loonheffingen. De Belastingdienst ziet dat dit soms wel gebeurt.
Dit fictieve BSN is mogelijk een bestaand BSN van een ander persoon. Op een ‘makkelijk’ BSN staan soms meer dan 100 inkomstenverhoudingen.
Wat moet u doen als het BSN van een werknemer (nog) niet bekend is?
- Vermeld het personeelsnummer in de aangifte loonheffingen.
- Het personeelsnummer geeft u aan in een aparte rubriek. U vindt deze rubriek in het nominatieve deel van de aangifte.
- Pas het anoniementarief toe. Als sprake is van het anoniementarief, geldt het volgende:
- Het tarief voor de in te houden loonbelasting/premie volksverzekeringen is 52%.
- U houdt geen rekening met de loonheffingskorting.
- Voor de premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw houdt u geen rekening met het maximumpremieloon en maximumbijdrageloon.
- Past u de eindheffing toe? Voor anonieme werknemers geldt een aparte tabel. (Zie tabel 5, 6a en 6b, achter in het Handboek Loonheffingen. In de aangifte vermeldt u dan tabelcode 940.
Let op!
Ontbrak in het vorige tijdvak het BSN van de werknemer, maar hebt u deze nu wel? Vermeld in de eerstvolgende aangifte dan zowel het personeelsnummer als het BSN.
Dit zorgt ervoor dat de loongegevens gekoppeld worden aan de juiste persoon in de polisadministratie. Op deze manier kunnen Belastingdienst en UWV het recht op toeslagen en uitkeringen vaststellen. Ook komen de correcte gegevens in de vooraf ingevulde aangifte inkomstenbelasting.
U hoeft geen correctieberichten in te dienen voor de aangiften waarin het BSN nog onbekend was.
Meer informatie
- Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2021, pagina 64
- Handboek Loonheffingen, hoofdstuk 2.3.1 en hoofdstuk 2.6