Werknemer uit dienst!
Welke Code reden einde arbeidsovereenkomst moet u gebruiken als een werknemer uit dienst gaat? In deze handreiking leest u hier meer over.
De Code reden einde arbeidsovereenkomst geeft UWV inzicht in de reden van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Deze codes zijn onder meer nodig, zodat UWV op een juiste manier het recht op uitkering van de werknemersverzekeringen kan vaststellen.
De Code reden einde arbeidsovereenkomst vult u in als sprake is van een arbeidsovereenkomst, waarvan de inkomstenverhouding eindigt.
Let op!
U geeft de code alleen op als sprake is van beëindiging van een dienstverband op grond van een arbeidsovereenkomst. Dus niet bij het beëindigen van een fictieve dienstbetrekking.
Arbeidsovereenkomst
Als u Code soort inkomstenverhouding / inkomenscode 11, 13 en 15 gebruikt, in combinatie met Code aard arbeidsverhouding 1, 10, 11, 82 of 83, dan is sprake van een arbeidsovereenkomst.
Codes soort inkomstenverhouding
11 | Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet |
13 | Loon of salaris directeuren van een nv of bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen |
15 | Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 |
Codes aard arbeidsverhouding
1 | Arbeidsovereenkomst (exclusief BBL) |
10 | Wet sociale werkvoorziening (Wsw) |
11 | Uitzendkracht |
82 | Payrolling |
83 | Beroepspraktijkopleiding van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) |
Codes reden einde arbeidsovereenkomst
De volgende codes zijn mogelijk:
- 01 Opzegging door de werkgever binnen de proeftijd
- 02 Opzegging door de werkgever met toestemming van UWV
- 03 Ontbinding door rechter op verzoek van de werkgever
- 04 Beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden op initiatief van de werkgever
- 20 Einde arbeidsovereenkomst door opzegging werknemer, door toedoen werknemer of op initiatief van de werknemer
- 21 Opzegging door werkgever om dringende reden (ontslag op staande voet)
- 30 Einde van rechtswege vanwege verstrijken duur arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
- 31 Einde van rechtswege, om een andere reden (intreden ontbindende voorwaarde, pensionering, overlijden, e.d.)
- 40 Einde uitzendovereenkomst, inroepen uitzendbeding door inlener vanwege ziekte uitzendkracht
- 41 Einde uitzendovereenkomst, inroepen uitzendbeding door inlener om een andere reden
- 90 De arbeidsovereenkomst loopt door, maar de inkomstenverhouding is administratief beëindigd
- 99 Een andere, hiervoor niet genoemde reden
Toelichting codes
Hieronder vindt u een toelichting op de verschillende codes.
Code 01, 02, 03 en 04
Deze codes zien op situaties waarin de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, of deze op zijn verzoek is ontbonden of op initiatief van de werkgever de overeenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd.
Let op!
Als het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de werknemer komt (vanwege een handeling of een gedraging van hem), dan gebruikt u code 20 en niet een van de codes 01 tot en met 04.
Code 01
De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd binnen de proeftijd.
Code 02
De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd na toestemming van UWV. Mogelijk is in uw salarissoftware deze reden opgesplitst in 2 situaties :
- vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid of
- om bedrijfseconomische reden
Het kan zijn dat uw software voor beide situaties andere codes gebruikt. De reden hiervoor is dat onderscheid nodig is voor de eventuele pensioenaangifte (UPA). Uw software geeft voor 2021 in beide gevallen wel code 02 door.
Vanaf 2022 vervalt in de aangifte loonheffingen code 02 en dan krijgen deze 2 situaties afzonderlijke codes, namelijk 05 en 06.
Code 03
De arbeidsovereenkomst is door de rechter ontbonden op verzoek van de werkgever.
Code 04
De arbeidsovereenkomst is op initiatief van de werkgever beëindigd met wederzijds goedvinden. In deze situatie zal over het algemeen een beëindigingsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst worden afgesloten.
Code 20 en 21
Deze codes gebruikt u in situaties waarbij de werkgever de arbeidsovereenkomst eindigt als gevolg van een handeling of gedraging van de werknemer. Dan geldt niet een van de codes 01 tot en met 04.
Code 20
In overige situaties is code 20 van toepassing. Hieronder valt de situatie waarin de werknemer zelf ontslag heeft genomen of hij het initiatief tot ontslag heeft genomen. Dit kan bijvoorbeeld een beëindiging zijn met wederzijds goedvinden op initiatief van de werknemer, of een ontbindingsverzoek van de werknemer bij de rechter.
U gebruikt deze code ook als andere gedragingen en nalaten van de werknemer hebben geleid tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst of het niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Deze code geldt niet bij ontslag op staande voet, daarvoor gebruikt u code 21.
Code 21
Deze code ziet specifiek op ontslag op staande voet.
Code 30 en 31
Deze codes zien op situaties waarbij de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt.
Code 30
Code 30 gebruikt u in de situatie waarin een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt door het verstrijken van de duur waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Als echter door gedragingen of nalaten van de werknemer de werkgever een tijdelijke arbeidsovereenkomst verlengt, gebruikt u code 20.
Code 31
Deze code geldt in overige situaties waarin de arbeidsovereenkomst zonder opzegging eindigt. Hiervan is bijvoorbeeld sprake:
- bij het intreden van een ontbindende voorwaarde
- als in de cao is geregeld dat de arbeidsovereenkomst eindigt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde of andere pensioengerechtigde leeftijd
- bij overlijden van de werknemer
Code 40 en 41
Deze codes zijn specifiek voor uitzendovereenkomsten:
- 40 Einde uitzendovereenkomst, inroepen uitzendbeding door inlener vanwege ziekte uitzendkracht
- 41 Einde uitzendovereenkomst, inroepen uitzendbeding door inlener om een andere reden
Deze codes zijn specifiek voor uitzendovereenkomsten met uitzendbeding. Hierbij geldt dat de overeenkomst kan eindigen door het inroepen van het uitzendbeding door de uitzendkracht, door de uitlener, maar ook op verzoek van de inlener. Voor het overige gelden voor uitzendovereenkomsten dezelfde beëindigingsgronden als voor andere arbeidsovereenkomsten.
Code 90 en 99
Deze codes zijn nodig voor de polisadministratie zodat UWV een sluitende controle kan doen, als bij 1 arbeidsovereenkomst sprake is van gelijklopende of elkaar opvolgende inkomstenverhoudingen.
Code 90
Deze code ziet op situaties waarin de arbeidsovereenkomst doorloopt, maar waar u de ‘Datum einde inkomstenverhouding om administratieve redenen’ moet invullen met een einddatum.
Bijvoorbeeld als de werknemer overgaat naar een andere administratieve eenheid binnen dezelfde inhoudingsplichtige. Dus als u de werknemer gaat verlonen onder een andere loonheffingen(sub)nummer. Dit geldt ook als sprake is van een overgang van onderneming, waarbij de werknemer overgaat naar een andere werkgever. Ook dan wordt de werknemer verloond onder een ander loonheffingennummer.
In beide gevallen is dus sprake van een andere loonheffingen(sub)nummer waaronder u de werknemer gaat verlonen. De arbeidsovereenkomst loopt door. De oude inkomstenverhouding moet u beëindigen met vermelding van code 90. Voor het nieuwe loonheffingen(sub)nummer gebruikt u een nieuwe inkomstenverhouding.
Code 99
Code 99 mag u alleen gebruiken voor situaties waarin geen van de andere codes van toepassing zijn.
Bij einde arbeidsovereenkomst kunt u in vrijwel alle situaties één van de codes 01 tot en met 90 gebruiken. Slechts bij uitzondering is code 99 van toepassing.
Let op!
Als meer dan één code gelijktijdig van toepassing is, dan vult u de code in die het meest aansluit bij de reden waarom de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
Nabetaling bij eerder beëindigde arbeidsovereenkomst
Als u een nabetaling doet voor een eerder beëindigde inkomstenverhouding, dan moet u ook een Code reden einde arbeidsovereenkomst opgeven. Als de beëindigingsreden bekend is, vermeldt u de toepasselijke code. Als die reden niet bekend is, gebruik dan code 99.