Update handreiking ‘Bijtelling fiets van de zaak’
Vanaf 1 januari 2020 geldt 7% bijtelling voor de fiets die de werkgever voor privégebruik ter beschikking stelt aan de werknemer. Dit is ook van toepassing op een ter beschikking gestelde elektrische fiets en een speed pedelec.
Handreiking. Update 19 april 2023:
Als de werknemer de fiets van de zaak voor woon-werkverkeer mag gebruiken, dan wordt de fiets geacht ook voor privégebruik ter beschikking te staan. Voor dit privégebruik moet u per kalenderjaar een bedrag bij het loon tellen. Deze bijtelling geldt niet als de werknemer de fiets alleen mag gebruiken voor dienstreizen. Dit wil zeggen dat de werknemer de fiets niet privé mag gebruiken en ook niet voor woon-werkverkeer.
Ter beschikking gestelde fiets
In de volgende gevallen is sprake van een ter beschikking gestelde fiets:
- Een werkgever stelt een fiets ter beschikking aan zijn werknemer en deze fiets blijft eigendom van de werkgever.
- Een werkgever least een fiets van een leasemaatschappij en stelt deze ter beschikking aan zijn werknemer.
- De werknemer least zelf een fiets en de werkgever vergoedt alle kosten.
Waarde privégebruik fiets
De waarde van het privégebruik is 7% van de consumentenadviesprijs die de fabrikant of importeur bekendmaakt. Dit is de consumentenprijs inclusief omzetbelasting. Rijwiel en Automobiel Industrie (RAI) Vereniging heeft hiervoor een database opgezet. Deze vindt u op www.bijtellingfietsvandezaak.nl.
Als u de oorspronkelijke prijs niet kunt achterhalen, moet u uitgaan van de consumentenadviesprijs van de meest vergelijkbare fiets.
Accessoires en fietsverzekering
Accessoires bij de fiets die deel uitmaken van de consumentenadviesprijs en met de fiets ter beschikking worden gesteld vallen onder 7% bijtelling. Accessoires die ter beschikking staan en geen deel uitmaken van de consumentenadviesprijs moet u waarderen tegen het bedrag op de inkoopfactuur inclusief btw. Als u geen factuur heeft van de terbeschikkingstelling geldt de waarde in het economisch verkeer. Een fietsverzekering, een extra slot, een steun voor de tas en reparatiekosten vormen intermediaire kosten en hebben geen invloed op de bijtelling.
Let op!
Een regenpak dat de werkgever aan de werknemer ter beschikking stelt, is loon van de werknemer. Maar u kunt dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon als aan de gebruikelijkheidseis wordt voldaan. Het bedrag komt ten laste van de vrije ruimte. Daarboven betaalt u 80% eindheffing.
Loon in natura
De bijtelling voor het privégebruik van de fiets is loon in natura. U telt jaarlijks 7% bij het loon van de werknemer. U moet daarover loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden, premies werknemersverzekeringen betalen en de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) betalen of de bijdrage Zvw inhouden.
Aanwijzen als eindheffingsloon
De bijtelling mag u ook aanwijzen als eindheffingsloon als aan de gebruikelijkheidseis wordt voldaan. Het bedrag komt ten laste van de vrije ruimte. Daarboven betaalt u 80% eindheffing.
Cafetariaregeling
Een werkgever kan met de werknemer afspreken dat een deel van het brutoloon uitgeruild wordt tegen een bedrag dat gelijk is aan de bijtelling voor een ter beschikking gestelde fiets. Het gaat om een aparte uitruil die plaatsvindt naast de bijtelling. U kunt dit bedrag aanwijzen als eindheffingsloon als aan de gebruikelijkheidseis wordt voldaan.
Eigen bijdrage
De eigen bijdrage die de werknemer betaalt vanuit het nettoloon mag u in mindering brengen op de bijtelling. Het saldo van de bijtelling privégebruik fiets en de eigen bijdrage voor privégebruik van de werknemer mag op kalenderjaarbasis niet negatief zijn.
Betalingen aan derden komen niet in mindering op de bijtelling, zoals de kosten van het thuis opladen van de accu van een elektrische fiets van de zaak. Maar u kunt deze (intermediaire) kosten wel onbelast vergoeden aan de werknemer.
Geen tegenbewijs mogelijk
Anders dan bij de auto van de zaak is het niet mogelijk om bij gering privégebruik tegenbewijs te leveren. De bijtelling fiets geldt altijd als een werknemer een ter beschikking gestelde fiets voor woon-werkverkeer mag gebruiken.
Kilometervergoeding
Betaalt u een vergoeding voor de kilometers die de werknemer rijdt met de fiets van de zaak? Dan is dit belast loon voor de werknemer. Er is namelijk sprake van vervoer vanwege de werkgever. U mag dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon. Dit komt ten laste van de vrije ruimte.
Samenloop fiets van de zaak en vergoeding voor ander vervoer
Het kan voorkomen dat de werknemer een aantal dagen per week reist met de fiets van de zaak en een aantal dagen met ander vervoer, zoals de eigen auto.
Werkgever en werknemer kunnen daar individueel afspraken over maken. Deze zijn de basis voor het vaststellen van een vaste onbelaste reiskostenvergoeding voor de dagen waarop de werknemer ‘in de regel’ niet reist met de fiets van de zaak , maar met ander vervoer. De afspraken moeten afgestemd zijn op de persoonlijke omstandigheden van de werknemer en voldoende realiteitswaarde hebben.
Als een werknemer incidenteel van deze afspraak afwijkt, hoeft u de vaste onbelaste reiskostenvergoeding niet te belasten of aan te passen.
Een werknemer gebruikt het andere vervoer niet meer ‘in de regel’ als dat meer dan 2 maanden niet meer voorkomt. Dit beoordeelt u per aanleiding (zoals verlof, cursus of ziekte) en op kalenderjaarbasis. Als de aanleiding het kalenderjaar overstijgt, is sprake van een nieuwe aanleiding.
Voorbeeld
Nadia reist 3 dagen per week naar haar werk met de eigen auto en krijgt hiervoor een vaste reiskostenvergoeding. Vanaf 15 november neemt ze 1 dag per week ouderschapsverlof op voor 3 maanden.U beoordeelt per kalenderjaar of Nadia ‘in de regel’ nog 3 dagen per week met de eigen auto naar haar werk reist . Het gaat dan om 2 periodes:
– van 15 november t/m 31 december (1,5 maand)
– van 1 januari t/m 15 februari (1,5 maand)Per kalenderjaar verandert haar reispatroon niet voor meer dan 2 maanden. De werkgever hoeft de reiskostenvergoeding niet aan te passen.
Overname fiets
Neemt een werknemer de fiets over van de werkgever? Dan moet u vaststellen wat de waarde in het economisch verkeer is. Hierbij mag u uitgaan van een waardevermindering van 20% op jaarbasis. Na 5 jaar is de restwaarde van de fiets nihil en heeft de verkoop geen gevolgen voor de loonheffingen.
Voorbeeld
Een werkgever stelt op 2 januari 2020 de werknemer een fiets ter beschikking. De catalogusprijs van de fiets is € 1.600. De waarde van het privégebruik is jaarlijks 7% van € 1.600 = € 112.De werknemer neemt ontslag op 1 juli 2024 en neemt de fiets over van de werkgever. De waarde van de fiets berekent u als volgt:
Op 1 juli 2024 is de fiets 4,5 jaar oud. U mag rekening houden met een waardevermindering van 20% per jaar. In totaal is de waardevermindering 90%. De restwaarde is € 1.600 x 90% = € 160.
Over de eerste 6 maanden in 2024 moet u nog rekening houden met een bijtelling voor het privégebruik. Dit is 7% van € 1.600 x 6/12 = € 56.
Relevante informatie
Paragraaf 23.7.3 en 23.7.4 Handboek Loonheffingen
Besluit 2022-192540 (restwaarde bij overname fiets)
Besluit 2017, 71047 ( cafetariaregeling)
Wetsartikel
Artikel 13ter Wet loonbelasting