Denk goed na over het extern onderbrengen van verlofrechten
Iedereen geniet van verlof, zowel werkgevers als werknemers. Je zou in de vakantie euforie haast vergeten dat verlof fiscale consequenties heeft.
Verlof is vrije tijd die de vorm aanneemt van een arbeidsvoorwaarde die ongrijpbaar lijkt en in het luchtledige verdwijnt. Niets is minder waar. Ook een arbeidsvoorwaarde als verlof laat zich in geld waarderen. Dit valt onder de hoofdregel van de Wet op de loonbelasting, die bepaalt dat alles dat wordt genoten uit een (vroegere) dienstbetrekking tot het loon behoort. Dus ook verlof.
Belastingheffing over verlofrechten
Sinds de wettelijke verruiming vanaf 2021 voor werknemers om belastingvrij verlof te sparen tot een maximum van de wekelijkse arbeidsduur x 100 weken, is verlof ineens veel interessanter geworden. De verruiming is natuurlijk gebaseerd op het ondersteunen van werknemers in zware beroepen die moeite hebben om de AOW-leeftijd al werkende te bereiken. Werkgevers houden grote voorzieningen aan om de tegenwaarde van het verlof van werknemers te financieren.
Het feit dat verlof in geld een enorme waarde vertegenwoordigt, stimuleert de creativiteit van werkgevers om iets met dat op de balans gereserveerde geld te doen. Bovendien zien werkgevers die voorzieningen liever niet op hun balans, waarna het idee ontstond om dergelijke voorzieningen buiten het vermogen van de werkgever onder te brengen bij een uitvoerder zoals een fonds of een stichting. Op deze manier zijn de rechten van de werknemer ook gewaarborgd mocht de werkgever failliet gaan. De vraag komt dan op of er een fiscaal genietingsmoment ontstaat waardoor belastingheffing moet plaatsvinden over de verlofrechten. En kun je eigenlijk iets doen met verlofrechten?
Standpunt Belastingdienst overdragen verlof
Laten we klein beginnen. Bij wisseling van werkgever onder dezelfde cao is het in veel cao’s al jaren toegestaan om de aanspraak op resterend verlof mee te nemen naar de nieuwe werkgever. In principe heeft een werknemer namelijk recht op uitbetaling van verlof als hij naar een nieuwe werkgever gaat. Beide werkgevers kunnen echter overeenkomen om het verlofsaldo over te dragen naar de nieuwe werkgever. De nieuwe werkgever factureert in dat geval de tegenwaarde van het verlof aan de oude werkgever. Hij moet immers in de toekomst zorg dragen voor doorbetaling van het loon als de werknemer het verlof opneemt.
Voor de werknemer verandert er niets. Deze gaat bij zijn nieuwe werkgever gewoon door met zijn ‘oude’ verlofstaat. Hierbij kan de fiscale vraag rijzen of er sprake is van een fiscaal genietingsmoment van de waarde van het verlof voor de werknemer. De werknemer heeft namelijk volgens het Burgerlijk Wetboek recht op uitbetaling van verlof bij einde dienstbetrekking, maar kiest er zelf voor om het verlof over te dragen.
De Belastingdienst heeft recent het standpunt ingenomen dat het zowel arbeidsrechtelijk als fiscaal is toegestaan om het verlof over te dragen aan de nieuwe werkgever zonder heffingsmoment. De werknemer heeft immers niets genoten bij die overdracht. Arbeidsrechtelijk is het van belang dat de afspraken van werkgevers die zien op het overdragen van verlof niet ten nadele mogen komen van de rechten van de werknemer.
Het is goed dat de mogelijkheid bestaat om aanspraken op verlof zonder verplichte eindafrekening mee te nemen naar een nieuwe werkgever. Anders heeft de verruiming naar het sparen van 100 weken verlof geen enkele zin gehad.
Verlofrechten extern onderbrengen
Terug naar de eerdergenoemde wens om verlofrechten extern onder te brengen bij een uitvoerder zoals een stichting of een fonds. Die situatie ligt iets lastiger. Op Kamervragen heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gezegd dat werkgevers geruisloos verlofsaldi tot 100 weken kunnen overdragen aan een nieuwe werkgever als de werknemer daarom vraagt.
Het is echter nieuw dat de minister aangeeft dat werkgevers de mogelijkheid hebben om de financiering van de aanspraken op verlof van werknemers zonder fiscale gevolgen onder te brengen bij een externe partij. Wanneer het verlof meer dan 100 weken duurt, dan volgt ook hier belastingheffing.
De manier waarop en de juridische vormgeving van dat extern overbrengen van verlofrechten is echter cruciaal voor het voorkomen van belastingheffing.
Het is van cruciaal belang dat werknemers hun recht op verlof behouden en het ook kunnen opnemen. Maar als de werkgever de tegenwaarde van het vakantieverlof stort op een spaarrekening die door de werknemer is geopend en geblokkeerd bij een in Nederland gevestigde externe partij (de uitvoerder), is over het bedrag dat aan de uitvoerder is overgemaakt loonheffing verschuldigd. Als de vormgeving niet goed is, dan bestaat zeker de kans op belastingheffing.
Er bestaan nog veel vragen en onduidelijkheden rondom het extern onderbrengen van verlofrechten. Voordat je als werkgever deze stap overweegt, zou ik nog maar een paar dagen verlof opnemen om nog even goed na te denken.
Stan Rethans is voorzitter Kennisgroep cao van de Belastingdienst.