Minister Koolmees heeft op 9 december 2019 in een brief aan de Tweede Kamer gemeld dat werkgevers voor 1 april 2020 moeten voldoen aan de voorwaarden voor de lage WW-premie. Als gevolg van het coronavirus is het niet voor alle werkgevers mogelijk om aan die voorwaarden te voldoen. Daarom is deze periode verlengd tot 1 juli 2020.
Werkgevers mogen de lage WW-premie afdragen, ook als de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (die geen oproepovereenkomst is) nog niet schriftelijk is vastgelegd. Dit geldt ook als de arbeidsovereenkomst of het addendum nog niet door beide partijen is ondertekend.
In deze situaties kunnen werkgevers in de loonaangifte de indicatierubriek ‘Schriftelijke arbeidsovereenkomst’ vullen met ‘Ja’. Deze coulance geldt alleen voor arbeidsovereenkomsten van werknemers die vóór 1 januari 2020 in dienst zijn gekomen. Voor andere arbeidsovereenkomsten geldt de coulance niet.
Uiterlijk voor 1 juli 2020 moet voor deze werknemers 1 van de volgende documenten in de loonadministratie aanwezig zijn:
Daaruit moet blijken dat de werknemer al op uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst was.
Als een werkgever niet voor 1 juli 2020 aan deze voorwaarden voldoet, maar de arbeidsovereenkomst wel voortduurt na 30 juni, is hij met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.
Lees meer in de brief van minister Koolmees op rijksoverheid.nl.
Kennisdocument premiedifferentiatie WW (vraag 1.6)
Handreiking voorwaarden lage WW-premie
Over de auteur