Met het overgangsrecht konden werknemers tot 1 januari 2022 tegoed opnemen of omzetten in pensioenaanspraken. Maakte de werknemer hier geen gebruik van, dan was op 31 december 2021 het zogenaamde fictieve genietingsmoment. De (ex-)werkgever was inhoudingsplichtig: hij moest loonheffingen inhouden en betalen.
Voor levenslooptegoeden, die nog niet zijn opgenomen, wordt het fictieve genietingsmoment vervroegd naar 1 november 2021. Zo worden bestaande levensloopregelingen voor het einde van 2021 afgerond. De instelling waar het levenslooptegoed is ondergebracht, is inhoudingsplichtig.
Wanneer een werknemer (een deel van) het tegoed opneemt vóór 1 november 2021, dan verandert voor die opname niets. De (ex-)werkgever blijft dan inhoudingsplichtig voor de loonheffingen.
Meer informatie over deze wijziging leest u in de 3e uitgave van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2021.