Als een werkgever recht heeft op 1 of meer loonkostenvoordelen kan hij deze aanvragen als hij een doelgroepverklaring van de werknemer heeft ontvangen. Het is belangrijk dat de werknemer de verklaring aanvraagt bij de juiste instantie. Doet hij dit niet dan loopt de werkgever het LKV mis.
Het komt voor dat gemeentes een doelgroepverklaring afgeven voor situaties waarvoor zij dit niet mogen. Deze doelgroepverklaringen zijn ongeldig. De werkgever heeft dan geen recht op het LKV.
Alleen in de volgende situatie kan de werknemer een doelgroepverklaring aanvragen bij de gemeente:
In alle andere gevallen vraagt de werknemer de doelgroepverklaring aan bij UWV.
De werknemer vraagt de doelgroepverklaring aan. Hij moet dit doen binnen 3 maanden nadat hij in dienst komt of herplaatst wordt. Na deze 3 maanden krijgt de werknemer geen doelgroepverklaring meer. De werkgever heeft dan geen recht meer op het LKV.
Is een dienstverband gestart tussen 1 januari 2020 en 1 oktober 2020? Dan geldt een aanvraagtermijn van 6 maanden. De aanvraagtermijn is tijdelijk met 3 maanden verlengd omdat het door de coronacrisis soms niet lukt om de aanvraag op tijd te doen.
Als de werknemer de werkgever machtigt, mag de werkgever de doelgroepverklaring aanvragen.
Paragraaf 26.1.3 Handboek Loonheffingen
Kennisdocument Wtl, hoofdstuk 5
uwv.nl/wtluwv.nl/particulieren
De correcties die u indient na 1 mei neemt UWV niet mee in de definitieve berekening van loonkostenvoordeel (LKV), lage-inkomensvoordeel (LIV) en jeugd-LIV.
Belastingdienst verstuurt de definitieve berekening uiterlijk 31 juli.
Kloppen de gegevens in de aangiften loonheffingen wel, maar de voorlopige berekening niet? Of heeft u geen voorlopige berekening gekregen terwijl u deze wel verwachtte? Bel dan met UWV Telefoon Werkgevers: 0900 – 9295.
Meer informatie over Wtl vindt u in hoofdstuk 26 Handboek Loonheffingen en op uwv.nl/wtl.
In de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) staan 3 tegemoetkomingen in de loonkosten voor werkgevers:
Zie ook:
Als een werkgever recht heeft op een of meer tegemoetkomingen uit de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl), dan krijgt u uiterlijk 14 maart 2019 van UWV de voorlopige berekening Wtl. Vul uw aangifte loonheffingen uiterlijk op 31 januari in en doe dit zo volledig mogelijk. Anders kunt u tegemoetkomingen mislopen.
Onder de Wtl vallen met ingang van 2018 het loonkostenvoordeel (LKV), lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd-LIV.
Vul uw aangiften loonheffingen volledig en op tijd in: uiterlijk 31 januari 2019. Let op dat u het aantal verloonde uren goed invult.
Let voor het LKV ook op het volgende:
Voor de loonkostenvoordelen (LKV) wijzigt de voorwaarde ‘kalendermaand’ in ‘maand’. Voor LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden hoeft de werknemer pas op de 1e dag van de dienstbetrekking aan de voorwaarden te voldoen.
Bovenstaande wetswijziging gaat in op 1 januari 2019. Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beoordeelt UWV alle aanvragen vanaf 1 oktober 2018 aan de hand van deze gewijzigde voorwaarde.
Veel aanvragen voldoen niet aan de voorwaarde dat de werknemer in de kalendermaand voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking recht had op een uitkering of arbeidsondersteuning. Als ‘kalendermaand’ wordt gewijzigd in ‘maand’ voldoen deze aanvragen wel aan de voorwaarde.
Een werkzoekende van 56 jaar krijgt op 1 februari 2018 een WW-uitkering. Een werkgever wil de werkzoekende in dienst nemen op 12 februari 2018 en vraagt een doelgroepverklaring aan voor loonkostenvoordeel oudere werknemer. Omdat de werkzoekende de kalendermaand voorafgaand aan indiensttreding (lees: januari) geen uitkering had, wordt de aanvraag afgewezen.
In de nieuwe situatie voldoet deze aanvraag wel aan de voorwaarde. De werkzoekende had in de maand voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking recht op een uitkering.
Deze situatie komt veel voor bij de Praktijkroute. De beschikking voor de loonwaardebepaling wordt soms pas op de eerste dag van het dienstverband geregistreerd terwijl de loonwaardebepaling zelf al eerder is gedaan. Om deze gevallen niet buiten de doelgroep van het loonkostenvoordeel banenafspraak en scholingsbelemmerden te laten vallen, geldt voor dit loonkostenvoordeel dat pas op de 1e dag van de dienstbetrekking aan de voorwaarden hoeft te zijn voldaan.
Meer informatie vindt u in het bericht Wijzigingen Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) op rijksoverheid.nl.
Korte samenvatting
Samengevat handelt UWV de aanvragen voor een doelgroepverklaring LKV als volgt af:
Het loonkostenvoordeel (LKV) is op 1 januari 2018 in werking getreden. In 2019 vindt de eerste afrekening plaats.
De premiekortingen zijn met ingang van 2018 vervangen door het LKV. Daarnaast zijn de doelgroepen verbreed. De premiekorting jongere werknemer is vervallen.
Het LKV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die een of meer werknemers in dienst nemen uit doelgroepen die vaak lastig aan het werk komen. Het gaat om de volgende doelgroepen:
Het maximale LKV per werknemer per kalenderjaar bedraagt voor doelgroep 1, 2 en 4:
€ 3,05 per uur en € 6.000 per jaar.
Voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden bedraagt het maximale LKV per werknemer per kalenderjaar:
€ 1,01 per uur en € 2.000 per jaar.
De maximale termijn van het LKV is drie jaar, met uitzondering van het herplaatsen van arbeidsgehandicapte werknemers. Daarvoor geldt het LKV één jaar.
Als de werkgever in aanmerking komt voor zowel LKV als LIV (lage-inkomensvoordeel), dan wordt alleen het hoogste bedrag uitbetaald. Een LKV en het jeugd-LIV kunnen wel samenlopen.
In de aangifte loonheffingen zet u de indicatie voor ‘LKV’ op ‘ja’. Let op: dit mag pas als de werkgever over een kopie doelgroepverklaring LKV van de werknemer beschikt.
UWV berekent op basis van de loonaangiften over 2018 voor welke werknemers de werkgever recht heeft op het LKV.
Als de werkgever recht heeft, ontvangt u eerst van UWV een voorlopige berekening. U ontvangt deze in 2019. Controleer deze berekening goed. Van de Belastingdienst ontvangt u uiterlijk 31 juli 2019 een definitieve berekening. Het LKV wordt binnen 6 weken na de datum van de definitieve berekening door de Belastingdienst aan u betaald. Van de Belastingdienst ontvangt u de betaling na afloop van het kalenderjaar.
De stappen op een rij. Dit proces is elk jaar hetzelfde voor zowel het LKV, de LIV als het jeugd-LIV.
Stap 1. Vanaf 1 februari 2019
UWV stelt vast voor welke tegemoetkoming(en) uit de Wet tegemoetkomingen loondomein de werkgever in aanmerking komt en bepaalt de hoogte en duur.
Stap 2. Uiterlijk 14 maart 2019
UWV verstuurt een voorlopige berekening aan de werkgever ter controle.
Stap 3. Uiterlijk 1 mei
Werkgever kan eventueel een correctiebericht indienen naar aanleiding van de voorlopige berekening.
Stap 4. Uiterlijk 31 juli
De Belastingdienst verstuurt een definitieve berekening aan de werkgever.
Stap 5. Uiterlijk 12 september
Binnen zes weken betaalt de Belastingdienst de tegemoetkoming(en) uit aan de werkgever.
Zie pdf uitleg wet-tegemoetkomingen-loondiensten