U mag een werknemer uit het buitenland een onbelaste vergoeding geven voor de extra kosten voor tijdelijk verblijf in Nederland. Als u de 30%-regeling gebruikt, mag u – zonder nader bewijs – maximaal 30% van het loon inclusief vergoeding aanwijzen als gericht vrijgestelde vergoeding voor extraterritoriale kosten.
Wilt u vanaf de 1e werkdag gebruikmaken van de regeling? Dan moet het verzoek binnen 4 maanden na die dag bij de Belastingdienst binnen zijn. Anders mag u pas gebruikmaken van de regeling vanaf de 1e dag van de maand waarin u het verzoek doet.
Vul het formulier in en laat het ondertekenen door de werkgever en werknemer. Zorg dat u alle gevraagde bijlagen met het verzoek meestuurt. De Belastingdienst neemt de aanvraag pas in behandeling na ontvangst van alle gegevens. Na ontvangst krijgt u binnen 16 weken bericht.
Stuur het formulier en bijlagen naar:
Belastingdienst/kantoor Buitenland
Postbus 2865
6401 DJ Heerlen
U vindt het formulier ‘Verzoek loonheffingen 30%-regeling 2021’ op belastingdienst.nl.
Paragraaf 17.4 Handboek Loonheffingen
Werkelijke ET-kosten vergoeden of verstrekken naast de 30%-regeling
Voortzetting 30%-regeling bij wisseling van werkgever
U mag uitgezonden werknemers een vergoeding geven voor extra kosten van het verblijf in het buitenland. Voor deze vergoeding van extraterritoriale kosten (hierna: ET-kosten) geldt een gerichte vrijstelling.
Voor een bepaalde groep uitgezonden werknemers mag u de 30%-regeling toepassen. Dit houdt in dat u voor ET-kosten zonder nader bewijs een vergoeding mag geven van 30% van het loon inclusief de vergoeding. Als u voldoet aan de voorwaarden is de vergoeding gericht vrijgesteld.
Dit geldt voor de volgende werknemers:
Wilt u gebruikmaken van de 30%-regeling voor een uitgezonden werknemer? Dan moet de werknemer in een periode van 12 maanden ten minste 45 dagen in het buitenland verblijven. Uitzendingen van minder dan 15 dagen tellen hierbij niet mee. Maar als de werknemer eenmaal aan de 45-dagenvoorwaarde voldoet, dan mag u voor de berekening van het aantal dagen waarop u de 30%-regeling mag toepassen, ook alle uitzendingen van ten minste 10 dagen meetellen.
Om van de 30%-regeling voor uitgezonden werknemers gebruik te kunnen maken, hebt u geen beschikking nodig van de Belastingdienst. Als u aan de voorwaarden voldoet, kunt u de regeling toepassen. De 30%-regeling geldt dan voor de duur van de uitzending.
Hieronder vindt u 2 praktische voorbeelden over de berekening van de dagen waarop u de 30%-regeling mag toepassen.
Voorbeeld 1
U zendt werknemer A op 1 februari uit naar Chili voor 50 dagen. Na afloop van het werk daar, komt de werknemer terug naar Nederland. In oktober van hetzelfde jaar zendt u deze werknemer opnieuw uit, nu voor 11 dagen naar Argentinië. Omdat deze werknemer aan de 45-dagenvoorwaarde voldoet, mag u ook de 11-daagse uitzending meetellen: u past de 30%-regeling voor deze werknemer toe op het loon dat hij tijdens de 61 dagen uitzending verdiende.
Voorbeeld 2
Op 8 maart zendt u werknemer B uit naar Tanzania. De uitzending duurt 20 dagen, waarna de werknemer weer naar Nederland komt. In de loop van hetzelfde jaar zendt u werknemer B nog 2 keer uit: voor 14 dagen naar Mali en voor 20 dagen naar Kenia. Hoewel u werknemer B in een periode van 12 maanden in totaal 54 dagen hebt uitgezonden, voldoet deze werknemer niet aan de 45-dagenvoorwaarde, want de uitzending naar Mali (minder dan 15 dagen) telt niet mee. U mag voor deze werknemer de 30%-regeling niet toepassen.
Geeft u naast de 30%-vergoeding ook nog een vergoeding of verstrekking voor de werkelijke ET-kosten, dan is deze vergoeding of verstrekking loon van uw werknemer. Als het gebruikelijk is, mag u dit loon ook aanwijzen als eindheffingsloon. De vergoeding of verstrekking komt dan ten laste van de vrije ruimte.
Als de werkelijke ET-kosten hoger zijn dan de 30%-vergoeding, mag u er ook voor kiezen om – in plaats van de 30%-regeling – de werkelijke kosten onbelast te vergoeden. U moet deze kosten dan wel aannemelijk maken. U houdt dan de kosten en de vergoeding per werknemer bij in uw loonadministratie.
Meer informatie over de 30%-regeling leest u in paragraaf 17.4 Handboek Loonheffingen.
Werkelijke ET-kosten vergoeden of verstrekken naast 30%-regeling
30%-regeling voor ingekomen werknemers
30%-regeling 2020
Brieven met stappenplan aanvraag 30%-regeling
Rekenregels 1 juli 2020 zijn beschikbaar
Voor de toepassing van de regeling moet u van ons toestemming hebben. Hiervoor kunt u, samen met uw werkgever, een verzoek indienen. U komt in aanmerking voor deze vergoeding als u aan een aantal voorwaarden voldoet.
De looptijd staat op uw beschikking. Meer daarover leest u bij U hebt een geldige beschikking. Stopt u eerder met werken, dan stopt ook de 30%-regeling.
Wilt u gebruikmaken van de 30%-regeling? Vul dan samen met uw werkgever een verzoek in. U ontvangt dan binnen 13 weken bericht van van de Belastingdienst.
Wilt u gebruikmaken van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers? Dan kunt u, samen met uw werkgever, bij ons een verzoek indienen voor toepassing van die regeling. Gebruik hiervoor het formulier Verzoek loonheffingen 30%-regeling 2020.
Bent u werkgever? Lees dan paragraaf 17.4 van het Handboek Loonheffingen.
Bent u werknemer? Lees dan Wat zijn de voorwaarden voor de 30%-regeling?
Alleen als buitenlandse werknemers specifieke kennis of vaardigheden hebben, mogen organisaties onder voorwaarden de 30%-regeling voor hen toepassen. De salarisnorm die past bij deze forfaitaire vergoeding voor extraterritoriale kosten is per 1 januari 2019 verhoogd.
Buitenlandse werknemers maken vaak extra kosten voor hun verblijf in Nederland.
Voor vergoeding van deze extraterritoriale kosten > zoals de kosten voor huisvesting > geldt een gerichte vrijstelling, zolang de werkgever de werkelijke kosten per werknemer in de loonadministratie bijhoudt. Maar de werkgever heeft soms de optie om maximaal 30% van het loon onbelast te vergoeden, wat veel administratief werk scheelt. Werkgevers kunnen alleen kiezen voor deze 30%-regeling onder bepaalde voorwaarden.
De regeling is alleen voor buitenlandse werknemers die bij een Nederlandse organisatie in dienst komen en een specifieke deskundigheid hebben. De Belastingdienst gaat ervan uit dat werknemers over deze deskundigheid beschikken als ze een bepaald salaris verdienen. In de derde uitgave van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2019 stelde de Belastingdienst de nieuwe inkomensgrens voor de 30%-regeling per 1 januari 2019 op € 37.743 per jaar. In 2018 lag deze grens nog bijna € 500 lager.
Voor buitenlandse werknemers die jonger zijn dan 30 jaar en die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel (of gelijkwaardige buitenlandse titel) hebben gehaald, geldt een lagere salarisnorm. Voor hen ligt de grens per 1 januari 2019 op € 28.690.
Werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij bepaalde instellingen hoeven helemaal niet aan een salarisnorm te voldoen. Hetzelfde geldt voor artsen in opleiding.
Als vrijwel alle werknemers in de betreffende sector voldoen aan de bovengenoemde inkomensnorm > zoals bij profvoetballers > is dat geen onderscheidende factor meer. Dan komt het zogenoemde schaarstevereiste om de hoek kijken. De werkgever moet dan ook aantonen dat de deskundigheid van de buitenlandse werknemer op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of nauwelijks te vinden is.
Zie ook:
Kortere looptijd 30%-regeling
Kortere looptijd 30% regeling en overgangsrecht
Overgangsrecht bij beperking 30% regeling!
30% regeling