De ‘Codes voor de aangifte loonheffingen 2021’ kunt u downloaden van de internetsite van de Belastingdienst.
Klik op pdf of afbeelding boven voor informatie.
Bron: Belastingdienst
Bij opting-in brengt u de arbeidsrelatie vrijwillig onder de loonbelasting/volksverzekeringen. U houdt dan loonbelasting/premie volksverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) in. Opting-in geldt niet voor de werknemersverzekeringen.
Om te kiezen voor opting-in moet de opdrachtnemer voldoen aan de volgende voorwaarden:
Als u en de pseudowerknemer de regeling willen toepassen, dan geeft u dit door aan de Belastingdienst. Hiervoor kunt u het formulier ‘Verklaring Loonheffingen Opting-in ‘ gebruiken. Met dit formulier verklaren u en de pseudowerknemer dat u samen kiest voor opting-in. De regeling geldt alleen voor de werkzaamheden die u op het formulier vermeldt.
Hebt u nog geen loonheffingennummer, dan meldt u zich ook aan als werkgever. Hiervoor gebruikt u het formulier ‘Melding Loonheffingen Aanmelden Werkgever ’. U ontvangt dan binnen 6 weken een loonheffingennummer van de Belastingdienst.
Voordat de pseudowerknemer bij u gaat werken, moet u voldoen aan de volgende verplichtingen:
De werknemer geeft deze gegevens door vóór de 1e werkdag. Of als u de werknemer op de 1e werkdag aanneemt, op de 1e werkdag vóór aanvang van de werkzaamheden.
In paragraaf 2.2 en 2.3 Handboek Loonheffingen leest u hier meer over.
Na de melding moet u loonheffingen inhouden en betalen, en gelden de gewone regels voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Dit betekent bijvoorbeeld dat u de pseudowerknemer de mogelijkheid kunt geven om deel te nemen aan een pensioenregeling. Ook mag u de werkkostenregeling gebruiken om onbelaste vergoedingen en/of verstrekkingen te geven.
Op de beloning van de pseudowerknemer moet u bijdrage Zvw inhouden.
De pseudowerknemer is geen werknemer voor de werknemersverzekeringen, dus u bent geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.
Voor de pseudowerknemer gebruikt u in de aangifte de volgende codes:
De keuze voor opting-in heeft geen arbeidsrechtelijke gevolgen. Er ontstaat bijvoorbeeld geen ontslagbescherming.
U kunt op ieder moment stoppen met toepassen van opting-in. Dit geldt ook voor de werknemer. In beide gevallen moet u dit schriftelijk doorgeven aan de Belastingdienst.
U kunt niet met terugwerkende kracht voor opting-in kiezen. Heeft u voor bepaalde werkzaamheden voor opting-in gekozen, dan kunt u dat niet met terugwerkende kracht ongedaan maken.
Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2020
Verklaring Loonheffingen Opting-in
Melding Loonheffingen Aanmelding Werkgever
Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen
Artikel 4 letter f Wet op de loonbelasting
Artikel 2g Uitvoeringsbesluit loonbelasting
Deze handreiking geldt voor de situatie dat de werknemer in dienstbetrekking is bij de werkgever.
Een werkgever en werknemer kunnen afspreken dat de werknemer de uitkering van UWV via de werkgever ontvangt. De werknemer moet UWV daarvoor machtigen.
UWV kan die uitkering aan de werkgever betalen in de vorm van een werkgeversbetaling of instantiebetaling.
De instantiebetaling gebruikt u voor de situatie waarin de werknemer geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking meer van u krijgt, maar u hem nog wel een aanvulling op zijn uitkering betaalt.
Deze handreiking gaat over de werkgeversbetaling. De werkgeversbetaling geldt voor de situatie dat de werkgever de uitkering doorbetaalt en de werknemer nog loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van dezelfde werkgever krijgt.
Bij een werkgeversbetaling betaalt UWV aan de werkgever, behalve de uitkering, ook de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw over de uitkering.
Voor de berekening van de loonheffingen telt u de uitkering van UWV, het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en een eventuele aanvulling op de uitkering bij elkaar op. Dit zijn de samenvoegingsregels. Op het totaal past u de witte tabel toe. Ook berekent u over het totaal de premies werknemersverzekeringen.
Voor een werkgeversbetaling geldt altijd de lage WW-premie.
Voor een eventuele aanvulling op de uitkering gebruikt u dezelfde WW-premie als voor het reguliere loon.
In 2020 en 2021 kunt u kiezen hoe u een werkgeversbetaling in de aangifte verwerkt:
Onderstaande informatie is van toepassing als u de werkgeversbetaling aangeeft in een aparte inkomstenverhouding.
Code soort inkomstenverhouding
U gebruikt de Code soort inkomstenverhouding die bij de werkgeversbetaling hoort:
Tabel code soort inkomstenverhouding bij een soort uitkering
Contractloon, contracturen en contractindicaties
U vult deze rubrieken bij deze inkomstenverhouding niet in.
WW-premie
U geeft de lage WW-premie aan.
Verloonde uren
De hoogte van de verloonde uren die u invult in de aparte inkomstenverhouding, hangt af van de soort uitkering die de werkgever doorbetaalt.
Tabel verloonde uren bij een soort uitkering
Onderstaande informatie is van toepassing als u de werkgeversbetaling aangeeft in dezelfde inkomstenverhouding als het loon.
Code soort inkomstenverhouding
U gebruikt de Code soort inkomstenverhouding die geldt voor het reguliere loon.
Contractloon, contracturen en contractindicaties
U vermeldt het contractloon, de contracturen en de contractindicaties die gelden voor het reguliere loon.
WW-premie
Gebruikt u voor het reguliere loon de hoge WW-premie en geeft u de werkgeversbetaling aan in dezelfde inkomstenverhouding als het reguliere loon? Dan vult u de WW-premie als volgt in:
Aandachtspunt bij LIV, Jeugd-LIV en sommige loonkostenvoordelen
Een uitkering uit de werknemersverzekeringen telt niet mee als jaarloon voor de bepaling van het (jeugd-)LIV en sommige loonkostenvoordelen. Als u de werkgeversbetaling en het reguliere loon opgeeft in één inkomstenverhouding, kan UWV de werkgeversbetaling toch bij het jaarloon tellen. Hierdoor wordt het jaarloon hoger en stelt UWV het (jeugd-)LIV of het loonkostenvoordeel misschien verkeerd vast.
Verloonde uren
Tabel verloonde uren bij een soort uitkering
U verwerkt de werkgeversbetaling in de aangifte over het tijdvak waarin de werkgever de uitkering doorbetaalt. Wanneer de werkgever de uitkering van UWV ontvangt, is niet van belang.
Soms betaalt de werkgever een aanvulling op de uitkering uit werknemersverzekeringen. Deze aanvulling vermeldt u in de inkomstenverhouding die u gebruikt voor het reguliere loon.
U geeft het bedrag van de aanvulling aan in de rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering‘.
Een werknemer heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Het maandloon is € 1000. Daarnaast ontvangt de werknemer van de werkgever een WIA-uitkering van € 500 (werkgeversbetaling). Ook ontvangt de werknemer een aanvulling van € 100.
Voor het reguliere loon en de aanvulling geldt de hoge WW-premie. Voor de werkgeversbetaling geldt de lage WW-premie.
U gebruikt 2 inkomstenverhoudingen.
Tabel inkomstenverhouding 1 (regulier loon en aanvulling)
Tabel inkomstenverhouding 2 (uitkering)
U gebruikt 1 inkomstenverhouding.
Tabel inkomstenverhouding
Paragraaf 7.6.2 Handboek Loonheffingen
Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2020
Kennisdocument premiedifferentiatie WW
Memo verloonde uren
artikel 33 lid 2, letter a Wet loonbelasting
artikel 9.1 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
artikel 9.4 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Stagiairs zijn leerlingen die in de praktijk werken als onderdeel van hun opleiding.
Het is afhankelijk van de beloning of en hoe u de stagiair moet verwerken in de aangifte loonheffingen.
Ontvangt de stagiair alleen onderricht en eventueel een vergoeding van de werkelijke kosten, dan is geen sprake van een fictieve of echte dienstbetrekking. De stagiair ontvangt dan namelijk geen loon volgens de Wet op de loonbelasting.
Als een stagiair een reële beloning krijgt voor de stage-uren, bijvoorbeeld het minimum(jeugd)loon, is hij in echte dienstbetrekking. Dan gelden de normale regels voor de loonheffingen en is de stagiair verzekerd voor alle werknemersverzekeringen. U moet dan op de gebruikelijke manier premies werknemersverzekeringen berekenen en ook de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) betalen.
Als er geen echte dienstbetrekking is en de stagiair krijgt een stagevergoeding, kan sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking. Dit is van toepassing als de stagiair geen marktconforme beloning ontvangt. Marktconform is bijvoorbeeld het minimumjeugd- of cao-loon.
U houdt loonbelasting/premie volksverzekeringen in en u betaalt werkgeversheffing Zvw.
Deze stagiair is verzekerd voor de Wet Wajong en voor de Ziektewet (ZW), maar u hoeft geen premies werknemersverzekeringen te berekenen.
Voor stagiair in fictieve dienstbetrekking geldt het volgende:
Het kan zijn dat een werknemer gelijktijdig bij dezelfde werkgever in echte dienstbetrekking en fictieve dienstbetrekking (stage) is.
Als een stagiair voor de stage-uren een marktconforme beloning ontvangt, is sprake van een echte dienstbetrekking. U houdt op de gebruikelijk manier de loonheffing in. U betaalt ook premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw.
Ontvangt de stagiair geen marktconforme beloning maar een stagevergoeding, dan past u de regels toe die gelden voor de fictieve dienstbetrekking. U gebruikt voor de stagevergoeding een aparte inkomstenverhouding.
Wanneer de arbeidsverhouding van een stagiair na zijn stage wijzigt van een fictieve dienstbetrekking naar een echte dienstbetrekking, verandert zijn verzekeringssituatie. Voor de echte dienstbetrekking gebruikt u dan een nieuwe inkomstenverhouding.
Wijzigt de dienstbetrekking van de stagiair in de loop van het kalenderjaar, dan heeft dit gevolgen voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen. Voor de berekening van het premiemaximum moet u ook rekening houden met loon dat de stagiair tijdens zijn stageperiode heeft genoten. U moet dan alsnog alle premies werknemersverzekeringen betalen over de stagevergoeding. Dit leidt dus tot een ‘inhaaleffect’.
Iemand werkt van 1 januari tot en met 31 maart als stagiair in fictieve dienstbetrekking tegen een loon van € 300 per maand. Per 1 april komt deze persoon in vaste dienst tegen een maandloon van € 4.500. Het (fictieve) maximum premieloon per maand is € 4.700.
Voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen geldt het volgende:
Tabel met berekening van de premies werknemersverzekeringen n.a.v. het gegeven voorbeeld
In de brochure ‘Toelichting loonberekening VCR ’ vindt u meer rekenvoorbeelden.
Als de stagiair de stagevergoeding niet zelf krijgt, hoeft u geen loonheffingen in te houden en te betalen onder de volgende voorwaarden:
Handboek Loonheffingen (paragraaf 16.10)
Codes aangifte loonheffingen 2020
Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2020
Toelichting loonberekening VCR
Besluit DGB2010/2202M ‘Heffingsaspecten stagiairs ’
Artikel 3, lid 1, letter e Wet op de loonbelasting (stagiair)
Artikel 16 en 17 Wet financiering sociale verzekeringen (VCR)
Check recht loonkostenvoordeel in dienst nemen stagiair
Toepassing studenten- en scholierenregeling
De ‘Codes voor de aangifte loonheffingen 2020’ kunt u hier downloaden of van de internetsite van de Belastingdienst.
Codes bij aangeven transitievergoeding vernieuwd
Codes aangifte loonheffingen 2019
Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2020