Een aanspraak is een recht om na verloop van tijd of onder voorwaarden 1 of meer uitkeringen of verstrekkingen te krijgen.
Voor het uitbetalen van een eenmalige uitkering bij het einde van de dienstbetrekking zijn er 2 mogelijkheden:
Heeft de werknemer bij einde dienstbetrekking recht op een eenmalige uitkering door arbeidsongeschiktheid of doordat hij de pensioenleeftijd bereikt? En is de uitkering maximaal driemaal het loon over een maand? Dan is de aanspraak vrijgesteld. De uitkering is belast.
Het loon dat de hoogte van de vrijstelling bepaalt, is gelijk aan het loon over een maand dat de hoogte van de diensttijduitkering bepaalt.
Als de werknemer recht heeft op een hogere eenmalige uitkering, dan hoort de volledige aanspraak tot het loon. Omdat de aanspraak volledig belast is, is de uitkering vrijgesteld. U mag de aanspraak ook aanwijzen als eindheffingsloon. Dit komt ten laste van de vrije ruimte.
De volledige aanspraak op een eenmalige uitkering is vrijgesteld, als u de uitkering uitbetaalt bij het einde van de dienstbetrekking om een andere reden dan:
De hoogte van de uitkering is in deze situatie niet van belang. Voorbeelden van een dergelijke uitkering zijn een transitievergoeding of ontslagvergoeding.
De uitkering die u betaalt op grond van een vrijgestelde aanspraak hoort tot het loon, behalve als het gaat om een vrijgestelde diensttijduitkering.
Hebt u een aanspraak ten onrechte niet tot het loon gerekend en is de aanspraak minder dan 5 jaar geleden toegekend? Dan moet u over die aanspraak alsnog loonheffingen afdragen. U geeft dit aan in een correctiebericht.
Is de aanspraak langer dan 5 jaar geleden toegekend dan hoeft u geen correctiebericht in te sturen. De eventuele uitkeringen of verstrekkingen die uit deze aanspraak voortvloeien zijn dan belast.
Paragraaf 19.1.5 Handboek Loonheffingen
Wet op de loonbelasting:
Artikel 3.3a Uitvoeringsregeling loonbelasting
Handreiking diensttijduitkering
Hoe verwerk ik een ontslagvergoeding in de aangifte loonheffingen
Codes bij aangeven transitievergoeding
Over de volgende onderwerpen is informatie toegevoegd:
De volgende onderwerpen zijn verduidelijkt:
Daarnaast is de bijlage over de verloonde uren bij ziekte en arbeidsongeschiktheid verruimd. In deze bijlage vindt u nu informatie over de verloonde uren bij uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen.
De wijzigingen gelden met ingang van 1 januari 2021, maar u mag ze ook eerder toepassen.
Het aantal verloonde uren bepaalt het recht op en/of de hoogte van de volgende tegemoetkomingen:
De verloonde uren bepalen bovendien de hoogte en duur van een WW-, ZW-, WIA- of WAO-uitkering. Dus ook voor de werknemers is het belangrijk dat u de verloonde uren correct doorgeeft.
Omdat er in de praktijk veel vragen komen, hebben het CBS, UWV en de Belastingdienst standpunten geformuleerd om meer duidelijkheid te geven over wat verloonde uren zijn. Deze standpunten vindt u in het ‘Memo verloonde uren’.
U vindt het memo op belastingdienst.nl.
Als uw tijdelijke contract eindigt op de afgesproken datum, eindigt uw contract van rechtswege. Dat geldt ook als u overlijdt en soms als u de AOW-leeftijd bereikt. De werkgever moet wel rekening houden met een aanzegtermijn.
Bij overlijden kan voor nabestaanden nog wel aanspraak bestaan op een overlijdensuitkering van een maandsalaris.
Uw werkgever kan u vragen akkoord te gaan met uw ontslag. Bijvoorbeeld door een beëindigingsovereenkomst te tekenen. Bekijk altijd eerst of u het eens bent met de overeenkomst. Zet geen handtekening als u denkt dat de overeenkomst niet klopt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat uw werkgever beweert dat u zelf ontslag neemt terwijl dat niet zo is. U krijgt dan mogelijk geen WW-uitkering. Let er verder op dat uw werkgever zich aan de opzegtermijn houdt.
Zowel u als uw werkgever kunnen de arbeidsovereenkomst in de proeftijd direct opzeggen. Zegt de werknemer of de werkgever het contract binnen de proeftijd op? Dan moet degene die opzegt schriftelijk de reden daarvoor aangeven als de ander daar om vraagt.
Bij opzegging zegt 1 van beide partijen de overeenkomst op tijdens de contractperiode. Daarbij geldt meestal een opzegtermijn.
U kunt uw werkgever (bij voorkeur schriftelijk) laten weten dat u na de opzegtermijn het bedrijf of de organisatie wilt verlaten. Uw werkgever moet toestemming (ontslagvergunning) vragen bij het UWV voordat hij de arbeidsovereenkomst mag opzeggen. Dit is om bedrijfseconomische redenen of bij langdurige arbeidsongeschiktheid.
De opzegtermijn die voor u en uw werkgever geldt, staat vaak in het contract of in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Er zijn aparte voorwaarden voor het opzeggen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
U kunt met uw werkgever afspreken dat de arbeidsovereenkomst eindigt als er een zogeheten ‘ontbindende voorwaarde’ is. Dit kan bijvoorbeeld zijn als u op een bepaalde datum een diploma niet heeft behaald. Of als u tijdelijk een zieke werknemer vervangt.
Bij ontslag op staande voet eindigt het dienstverband per direct. Uw werkgever moet daar wel een goede en dringende reden voor hebben. Die reden kan bijvoorbeeld zijn dat u steelt, fraudeert of werk weigert zonder goede reden.
Uw werkgever heeft dan geen toestemming nodig van het UWV en mag de loonbetaling stopzetten. U heeft ook geen recht op een WW-uitkering als blijkt dat u voor het ontslag een verwijt kan worden gemaakt. Wordt u op staande voet ontslagen? Dan moet uw werkgever u direct de reden vertellen. Bent u het niet eens met uw ontslag op staande voet? Dan kan het UWV u vertellen welke stappen u kunt ondernemen. U kunt ook terecht bij het Juridisch Loket, uw vakbond of uw rechtsbijstandverzekeraar.
Zowel u als uw werkgever kan de rechter vragen de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De behandeling van een ontbindingsverzoek gebeurt in principe binnen 8 weken.
U kunt bij uw ontslag een financiële vergoeding krijgen. Dit heet de transitievergoeding. Voorwaarde is dat u 2 jaar of langer in dienst bent geweest.
Wanneer is er sprake van een collectief ontslag? Als een bedrijf binnen 3 maanden 20 of meer medewerkers wil ontslaan. Hier is dan een bedrijfseconomische reden voor. Bijvoorbeeld een reorganisatie, beëindiging van de bedrijfsactiviteiten, inkrimping of verplaatsing van de onderneming. Uw werkgever moet een voorgenomen collectief ontslag melden bij het UWV en de vakbonden. Daarbij moet hij de redenen van het collectief ontslag onderbouwen en onder andere aangeven het aantal werknemers dat hij wil ontslaan. Voor collectief ontslag gelden aparte regels.
Wat is een aanzegtermijn?
Wat als mijn werkgever zich niet aan de aanzegtermijn houdt?
Regels ontslagrecht 2020
Ontslag om bedrijfseconomische redenen en subsidie NOW 2.0
In de volgende situaties gebruikt een werknemer tijdelijk of permanent de auto van de zaak niet meer zakelijk:
Heeft de werknemer tijdens tijdelijke arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking de auto van de zaak nog ter beschikking? Dan blijft de regeling privégebruik auto op basis van bijtellingspercentages (hierna: bijtellingsregeling) van toepassing.
Bij einde dienstbetrekking en permanente arbeidsongeschiktheid geldt deze bijtellingsregeling niet meer. Dan moet u de waarde van het werkelijke privégebruik tot het loon rekenen.
De bijtelling voor de auto van de zaak verwerkt u in de aangifte loonheffingen als loon in natura.
Als de werkgever na einde dienstbetrekking een auto ter beschikking stelt aan een ex-werknemer is geen sprake meer van zakelijk gebruik. De werknemer gebruikt de auto alleen nog voor privédoeleinden. Daarom is de bijtellingsregeling niet meer van toepassing.
U waardeert de werkelijk gereden privékilometers op de waarde in het economisch verkeer. Die waarde is het aantal privékilometers vermenigvuldigd met de kilometerprijs en verminderd met de eigen bijdrage van de werknemer. De uitkomst mag per saldo niet negatief zijn.
De waarde van het privégebruik is loon uit vroegere dienstbetrekking, dus u gebruikt de groene tabel.
De bijtellingsregeling blijft gelden als een werknemer tijdens tijdelijke arbeidsongeschiktheid de auto van de zaak mag blijven gebruiken. De verwachting is namelijk dat de werknemer in de toekomst weer zakelijk gaat rijden met de auto. De bijtellingsregeling is van toepassing als de auto naast zakelijk gebruik ook voor privédoeleinden ter beschikking staat.
Dit geldt ook als de werknemer door ziekte niet in de auto kan rijden. De auto staat nog steeds ter beschikking.
De bijtellingsregeling geldt niet meer als een werknemer permanent arbeidsongeschikt is en nog een auto van de zaak ter beschikking heeft. Dit geldt vanaf het moment dat de verwachting is dat de werknemer de auto niet meer voor zakelijke doeleinden gaat gebruiken.
U waardeert de werkelijk gereden privékilometers op de waarde in het economisch verkeer. Die waarde is het aantal privékilometers vermenigvuldigd met de kilometerprijs en verminderd met de eigen bijdrage van de werknemer. De uitkomst mag per saldo niet negatief zijn.
De waarde van het privégebruik is loon uit vroegere dienstbetrekking. U gebruikt de groene tabel.
Als een werknemer tijdens een loopbaanonderbreking nog een auto van de zaak tot zijn beschikking heeft, blijft u de bijtellingsregeling gebruiken.
De regeling blijft van toepassing omdat verwacht wordt dat de auto in de toekomst nog voor zakelijke doeleinden gebruikt zal worden. De bijtellingsregeling geldt als de auto naast zakelijk gebruik ook voor privédoeleinden ter beschikking staat.
Als u de werknemer weinig of geen loon in geld betaalt, moet u over de bijtelling privégebruik auto toch alle loonheffingen betalen. U kunt kiezen of u dit wel of niet verhaalt op de werknemer.
U mag de loonbelasting/premie volksverzekeringen (LB/PVV) en de in te houden bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) verhalen op de werknemer. Dit geldt niet voor de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw.
Als de werknemer nog loon ontvangt, kunt u dit doen via verrekening in het eerstvolgende loontijdvak.
Als u de LB/PVV en bijdrage Zvw niet verhaalt op de werknemer, kunnen zich 2 situaties voordoen:
Als de werkelijke waarde van het privégebruik duidelijk meer is dan de bijtelling op basis van het algemene bijtellingspercentage, is sprake van excessief privégebruik van de auto. Dit kan voorkomen bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid of loopbaanonderbreking.
U moet dan uitgaan van de hogere waarde van het privégebruik. Als er een korting op het algemene bijtellingspercentage van toepassing is, dan past u die korting toe op de grondslag. De uitkomst daarvan trekt u af van de waarde van het privégebruik. Rekenvoorbeelden vindt u in paragraaf 21.3.3 Handboek Loonheffingen.
Handreiking privégebruik auto op belastingdienst.nl
Artikel 13 bis Wet op de loonbelasting (Wet LB)
Artikel 13 Wet LB
Artikel 27, lid 4 Wet LB
Artikel 49, lid 1 Zorgverzekeringswet
Artikel 20 Wet financiering sociale verzekeringen
Bijtellingspercentages voor privégebruik auto 2011-2026
Vakantieauto en bijtelling
Verwerking privégebruik auto in de aangifte loonheffingen
Er zijn 12 kennissessies over actuele thema’s op het gebied van de arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Tijdens de sessies kunt u via de chat vragen stellen aan de experts.
De onderwerpen van de kennissessies zijn:
U stelt zelf uw programma samen. Het dagdeel bestaat uit 4 ronden en u kiest per ronde een sessie die voor u interessant is.
Op uwv.nl leest u meer informatie over de UWV Werkgeverscongressen en kunt u zich registreren.