De minister van sociale zaken en werkgelegenheid mag werkzaamheden aanwijzen waarvoor een ‘stukloon ’ kan worden afgesproken. Werknemers die een stukloon ontvangen, krijgen dus geen uurloon, maar een bedrag per opgeleverd stuk werk. Een stukloon wordt gebruikt de werknemer werkzaamheden verricht waarbij werkgevers onvoldoende toezicht kunnen houden op de werkzaamheden van een werknemer en de werknemer een zekere mate van vrijheid heeft om zelf de werkzaamheden in te richten.
Een stukloon wordt berekend op basis van de tijd die ‘redelijkerwijs met de uitvoering van de te verrichten arbeid is gemoeid’. Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van deze bevoegdheid moet de arbeidsduur worden bepaald op grond van de ‘daadwerkelijke tijd die de werknemer heeft besteed aan de uitvoering van de verrichte arbeid’. De minister wijst de werkzaamheden waarvoor een stukloon geldt straks aan op verzoek van de Stichting van de Arbeid óf van een van de in de stichting vertegenwoordigde organisatie(s) van werkgevers.
Voordat de stichting een verzoek doet aan de minister moeten werkgevers en werknemers gezamenlijk, ofwel werkgevers eenzijdig, een berekening aan te leveren bij de stichting van de tijd die redelijkerwijs met de uitvoering van de te verrichten arbeid is gemoeid. Als ze dat gezamenlijk doen, gelden geen nadere eisen. Een verzoek dat alleen door werkgevers wordt gedaan, kan alleen als dat verzoek voldoet aan voorwaarden die worden vastgesteld bij ministeriële regeling. Deze zijn terug te vinden in de Regeling voorwaarden en publicatie stukloonnorm.
In de toekomst zou het ministerie ook graag voorwaarden willen kunnen stellen aan de aanvragen die wel gezamenlijk zijn gedaan. Voordat daartoe wordt besloten, wordt eerst nog overlegd met de Stichting van de Arbeid.
Bron:Nota van wijziging Verzamelwet SZW 2020
Over de auteur