Per 1 juli 2019 stijgt het wettelijk minimumloon met 1,23% naar € 1.635,60 bruto per maand bij een fulltime dienstverband. Het dagloon voor de uitkeringen op basis van de WAO/WIA, Werkloosheidswet (WW) en de Ziektewet (ZW) stijgt met hetzelfde percentage.
Daardoor is het maximumdagloon voor deze uitkeringen per 1 juli 2019 € 216,90 per dag: € 56.610,90 per jaar.
Het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen en maximumbijdrageloon voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) werknemersverzekeringen staat gedurende 2019 vast op € 55.927 op jaarbasis. Dat verandert dus niet per 1 juli.
Voor werkgevers is het dagloon zo belangrijk, omdat het bepaalt hoe hoog de uitkering is die een werknemer krijgt op basis van de Wet arbeid en zorg, zoals een uitkering voor adoptieverlof, pleegzorgverlof of zwangerschaps- en bevallingsverlof. Ongeacht het loon van de werknemer, keert UWV nooit meer uit dan het maximumdagloon. Toch staat in veel (collectieve) arbeidsovereenkomsten dat de werkgever dit maximumdagloon moet aanvullen tot 100% van het laatstverdiende loon van de werknemer. Staat er niets in deze overeenkomsten, dan is die aanvulling niet verplicht.
Ook eigenrisicodragers voor de WGA en ZW hoeven geen hogere uitkering te betalen dan (een vast percentage van) het maximumdagloon.
Per 1 juli 2019 zijn er aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon. Ze gelden voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het minimumniveau. De rekenregels geven u hier inzicht in. Hier onder een beschrijving van de veranderingen en 7 bijlagen:
PDF document | 250 kB
Regeling | 03-06-2019
PDF document | 250 kB
Regeling | 03-06-2019
PDF document | 79 kB
Regeling | 03-06-2019
Over de auteur