In het arbeidsrecht zijn veel verschillende onderwerpen geregeld.
Toch is het mogelijk dat de wet op een bepaalde vraag niet een duidelijk antwoord heeft. Meestal komt dan artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek goed van pas. In dit wetsartikel is vastgelegd dat de werkgever zich als ‘goed werkgever’ moet gedragen.
Dit is van belang wanneer je (in de ogen van een werknemer) geen goede werkgever bent. Zijn advocaat probeert dit dan te onderbouwen met een of meer beginselen die bij werkgeverschap horen. Hieronder vind je een definitie van die beginselen, gevolgd door voorbeelden uit de praktijk.
De wet bepaalt ook dat de werknemer zich als goed werknemer moet gedragen. Dat neemt niet weg dat het de werkgever zwaarder wordt aangerekend als hij zich niet als goed werkgever gedraagt. Als werkgever heb je namelijk een sterkere positie.
Met de beginselen van goed werkgeverschap is in de rechtspraak een poging gedaan om het vage begrip ‘goed werkgeverschap’ iets concreter te maken. Omdat dit slechts beginselen zijn, kijkt de rechter steeds naar de omstandigheden van ieder specifiek geval. Desondanks is het goed om ervan op de hoogte te zijn.
De 6 beginselen van goed werkgeverschap:
De sterkere positie die je als werkgever hebt, mag je niet misbruiken. Dat betekent dat je werknemers niet het gevoel mogen krijgen dat ze helemaal zijn overgeleverd aan jouw willekeur.
Je moet je als werkgever zorgvuldig gedragen tegenover werknemers. Daarom wordt ook wel gesproken van het zorgvuldigheidsbeginsel.
Dit beginsel kun je opsplitsen in de volgende onderdelen:
Een ingrijpende beslissing moet je duidelijk motiveren. Hierdoor geef je werknemers de mogelijkheid om verweer te bieden. Als je een werknemer op non-actief stelt of overplaatst naar een andere afdeling, moet je dat bijvoorbeeld goed onderbouwen.
Werknemers hebben bepaalde verwachtingen van een werkgever. Als werkgever moet je rekening houden met deze verwachtingen en je werknemers moeten erop kunnen vertrouwen dat je ze waarmaakt. Dit heet daarom ook wel het vertrouwensbeginsel.
Dit beginsel gaat ervan uit dat je werknemers gelijk moet behandelen. Daarom spreken we ook wel van het gelijkheidsbeginsel. Op basis hiervan mag je (zonder gegronde reden) bijvoorbeeld geen onderscheid maken tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers. Ook wel inclusief werkgeverschap genoemd.
Om de grootste risico’s en kosten van uw bedrijf en werknemers te dekken en te beperken zijn er diverse verzekeringsoplossingen. Voor werkgevers is het aan te raden om een ongevallen en / of ziekteverzuimverzekering te overwegen.
Bij ongevallenverzekering gaat het om een verzekering voor ongeval-schade, die in verband staat met het werk, een zakenreis of een personeelsactiviteit.
Bij ziekteverzuimverzekering gaat het om de kosten en duur van een verzuim te beperken.
Wilt u weten hoe en wat de mogelijkheden zijn met daarbij een heel voordelige en extra kortingspakket.
Neem dan direct contact met ons op!
Tel: +31 (0)79 33 15 444
In het arbeidsrecht speelt goed werkgeverschap – of de afwezigheid daarvan – een belangrijke rol. Enkele voorbeelden van situaties uit de praktijk:
De term goed werkgeverschap wordt ook wel gebruikt in een bredere zin. Daarmee wordt dan bedoeld dat je goed voor je werknemers zorgt. Bijvoorbeeld door de duurzame inzetbaarheid van werknemers te stimuleren, een passend salaris uit te betalen, de werk-privébalans te ondersteunen en een veilige werkomgeving te bieden.
De Wet werk en zekerheid bevat een scholingsplicht. Dit is een aanvulling op het begrip goed werkgeverschap. De plicht moet ervoor zorgen dat werkgevers hun personeel meer gaan scholen via opleidingen, trainingen of cursussen. Als een werknemer van mening is dat hij onvoldoende scholing krijgt, dan is het mogelijk dat hij zijn werkgever daarop aanspreekt of zelfs naar de rechter stapt om nakoming te vorderen.
Goed werkgeverschap is een must voor iedere werkgever. Wil je weten wat nog meer belangrijk is? Doe dan de gratis HR quickscan van 100% Werkgeverscoach!
Over de auteur