Met de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans wijzigt de premie voor de Werkloosheidswet per 1 januari 2020.
In de factsheet leest u wat er verandert in 2020 en wat dit voor de werkgever betekent.
U vindt ‘Factsheet premiedifferentiatie WW’ op rijksoverheid.nl.
Wat gaat er op 1 januari 2020 veranderen?
Werknemersverzekeringen verzekeren werknemers tegen het verlies van inkomen als gevolg van werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid. Als werkgever betaalt u de premies werknemersverzekeringen over het loon van uw werknemers. Per 1 januari 2020 wijzigt de premie voor de Werkloosheidswet.
In deze factsheet wordt toegelicht wat er verandert ten opzichte van de huidige situatie en wat dit voor u als werkgever betekent.
De bestaande premiedifferentiatie in de WW per sector verdwijnt en daarvoor komt een premiedifferentiatie naar de aard van de arbeidsovereenkomst in de plaats. Vanaf 1 januari 2020 gelden twee WW-premies: een lage WW-premie voor bepaalde vaste arbeidsovereenkomsten en een hoge WW-premie voor flexibele arbeidsovereenkomsten. Het vaste verschil tussen de twee WW-premies is 5 procentpunt. De minister van SZW stelt de hoogte van de premies jaarlijks vast. Met deze maatregel wil de regering stimuleren dat werkgevers meer vaste arbeidsovereenkomsten met hun werknemers aangaan.
1. een schriftelijke arbeidsovereenkomst heeft;
2. voor onbepaalde tijd; en
3. het geen oproepovereenkomst is. Er is sprake van een oproepovereenkomst als de omvang van de arbeid niet is vastgelegd in een aantal uren per tijdseenheid van maximaal een maand. Ook als de omvang van de arbeid niet is vastgelegd in een aantal uren per tijdvak van maximaal een jaar, waarbij het recht op loon gelijkmatig is verspreid over dat tijdvak is sprake van een oproepovereenkomst. Heeft u de loondoorbetalingsverplichting uitgesloten wanneer uw werknemer de overeengekomen arbeid niet verricht, dan is dit ook een oproepovereenkomst.
Voor werknemers die niet aan deze drie voorwaarden voldoen betaalt u de hoge WW-premie.
4. Bijzondere situaties
U betaalt altijd de lage WW-premie inde volgende situaties:
– Uw werknemer is jonger dan 21 jaar en u verloont maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van 4 weken of 52 uur per aangiftetijdvak van een kalendermaand.
– U sluit met een leerling die de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt een praktijkovereenkomst en een arbeidsovereenkomst. U neemt de praktijkovereenkomst met een dagtekening op in uw administratie.
– U betaalt een uitkering op grond van de werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO) als werkgeversbetaling of als eigenrisicodrager.
In sommige situaties heeft u de lage WW-premie betaald, terwijl dit achteraf toch de hoge WW-premie moet zijn. U bent zelf verantwoordelijk voor het herzien van de lage WW-premie in de hoge WW-premie met terugwerkende kracht.
– U heeft een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met uw werknemer gesloten. Eindigt deze arbeidsovereenkomst uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking dan moet u met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie betalen.
– U betaalt aan uw werknemer meer uren uit dan in zijn arbeidsovereenkomst is opgenomen. Is dit verschil meer dan 30% dan moet u alsnog de hoge WW-premie toepassen. Bijvoorbeeld: uw werknemer heeft een arbeidsovereenkomst voor 20 uur per week, maar u betaalt 30 uur per week uit.
In uw loonaangifte geeft u voor uw werknemer aan of sprake is van de lage of de hoge WW-premie. Heeft u de lage WW-premie toegepast en moet dit achteraf bezien de hoge WW-premie zijn? Dan moet u dat wijzigen door een correctiebericht.
Voor meer informatie over hoe de herziening van de WW-premie in de loonaangifte wordt verwerkt zie het antwoord op vraag 1.14 in het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW (https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/publicaties/2019/09/09/kennisdocument-premiedifferentiatie-ww).
Via de Werkloosheidswet (WW) zijn werknemers verzekerd tegen het verlies van inkomen als gevolg van werkloosheid. Uw werkgever betaalt hiervoor een WW-premie. Per 1 januari 2020 treedt een nieuwe systematiek in werking om de werkgeverspremies voor de WW te berekenen.
In deze factsheet wordt toegelicht wat er verandert ten opzichte van de huidige situatie en wat dit voor u als werknemer betekent.
Vanaf 1 januari 2020 gelden twee WW-premies: een lage WW-premie voor bepaalde vaste arbeidsovereenkomsten en een hoge WW-premie voor flexibele arbeidsovereenkomsten. Het vaste verschil tussen de twee WW-premies is 5 procentpunt. Met deze maatregel wil de regering stimuleren dat werkgevers meer vaste arbeidsovereenkomsten met hun werknemers aangaan.
U merkt niets van de WW-premie die uw werkgever voor u betaalt. Wat wel voor u verandert, is dat uw werkgever vanaf 1 januari 2020 verplicht is om op uw loonstrook te vermelden wat voor soort arbeidsovereenkomst u heeft. Ook kunt u vanaf die datum in het digitaal verzekeringsbericht via ‘Mijn UWV’ op www.uwv.nl zien wat voor soort arbeidsovereenkomst u heeft.
Kennisdocument Premiedifferentiatie WW beschikbaar
De Wet tegemoetkomingen loondomein
Wijziging van de WW-premiesystematiek 2020
Over de auteur