Stagiairs zijn leerlingen die in de praktijk werken als onderdeel van hun opleiding.
Het is afhankelijk van de beloning of en hoe u de stagiair moet verwerken in de aangifte loonheffingen.
Ontvangt de stagiair alleen onderricht en eventueel een vergoeding van de werkelijke kosten, dan is geen sprake van een fictieve of echte dienstbetrekking. De stagiair ontvangt dan namelijk geen loon volgens de Wet op de loonbelasting.
Als een stagiair een reële beloning krijgt voor de stage-uren, bijvoorbeeld het minimum(jeugd)loon, is hij in echte dienstbetrekking. Dan gelden de normale regels voor de loonheffingen en is de stagiair verzekerd voor alle werknemersverzekeringen. U moet dan op de gebruikelijke manier premies werknemersverzekeringen berekenen en ook de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) betalen.
Als er geen echte dienstbetrekking is en de stagiair krijgt een stagevergoeding, kan sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking. Dit is van toepassing als de stagiair geen marktconforme beloning ontvangt. Marktconform is bijvoorbeeld het minimumjeugd- of cao-loon.
U houdt loonbelasting/premie volksverzekeringen in en u betaalt werkgeversheffing Zvw.
Deze stagiair is verzekerd voor de Wet Wajong en voor de Ziektewet (ZW), maar u hoeft geen premies werknemersverzekeringen te berekenen.
Voor stagiair in fictieve dienstbetrekking geldt het volgende:
Het kan zijn dat een werknemer gelijktijdig bij dezelfde werkgever in echte dienstbetrekking en fictieve dienstbetrekking (stage) is.
Als een stagiair voor de stage-uren een marktconforme beloning ontvangt, is sprake van een echte dienstbetrekking. U houdt op de gebruikelijk manier de loonheffing in. U betaalt ook premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw.
Ontvangt de stagiair geen marktconforme beloning maar een stagevergoeding, dan past u de regels toe die gelden voor de fictieve dienstbetrekking. U gebruikt voor de stagevergoeding een aparte inkomstenverhouding.
Wanneer de arbeidsverhouding van een stagiair na zijn stage wijzigt van een fictieve dienstbetrekking naar een echte dienstbetrekking, verandert zijn verzekeringssituatie. Voor de echte dienstbetrekking gebruikt u dan een nieuwe inkomstenverhouding.
Wijzigt de dienstbetrekking van de stagiair in de loop van het kalenderjaar, dan heeft dit gevolgen voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen. Voor de berekening van het premiemaximum moet u ook rekening houden met loon dat de stagiair tijdens zijn stageperiode heeft genoten. U moet dan alsnog alle premies werknemersverzekeringen betalen over de stagevergoeding. Dit leidt dus tot een ‘inhaaleffect’.
Iemand werkt van 1 januari tot en met 31 maart als stagiair in fictieve dienstbetrekking tegen een loon van € 300 per maand. Per 1 april komt deze persoon in vaste dienst tegen een maandloon van € 4.500. Het (fictieve) maximum premieloon per maand is € 4.700.
Voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen geldt het volgende:
Tabel met berekening van de premies werknemersverzekeringen n.a.v. het gegeven voorbeeld
In de brochure ‘Toelichting loonberekening VCR ’ vindt u meer rekenvoorbeelden.
Als de stagiair de stagevergoeding niet zelf krijgt, hoeft u geen loonheffingen in te houden en te betalen onder de volgende voorwaarden:
Handboek Loonheffingen (paragraaf 16.10)
Codes aangifte loonheffingen 2020
Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2020
Toelichting loonberekening VCR
Besluit DGB2010/2202M ‘Heffingsaspecten stagiairs ’
Artikel 3, lid 1, letter e Wet op de loonbelasting (stagiair)
Artikel 16 en 17 Wet financiering sociale verzekeringen (VCR)
Check recht loonkostenvoordeel in dienst nemen stagiair
Toepassing studenten- en scholierenregeling
Over de auteur