Dit was al van toepassing bij een loonsverlaging door opname ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof.
De goedkeuring uit het besluit wordt vanaf 1 januari 2021 toegevoegd aan artikel 8.2a Uitvoeringsregeling loonbelasting.
U vindt het besluit in de Staatscourant.
Artikel 10eb lid 1 en 2 Uitvoeringsbesluit loonbelasting
Artikel 8.2a Uitvoeringsregeling loonbelasting
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten
Dit besluit bevat een goedkeuring voor de uitvoering van de looncriteria opgenomen in de 30%-regeling. Het loopt vooruit op de regeling van de Staatssecretaris van Financiën tot wijziging van onder meer enige uitvoeringsregelingen op het gebied van belastingen (Eindejaarsregeling 2020).
Sinds 1 januari 2019 heeft de partner van de werknemer bij de geboorte van een kind recht op een week geboorteverlof. Indien het kind op of na 1 juli 2020 geboren is, bestaat daarnaast recht op vijf weken aanvullend geboorteverlof. Dit aanvullend geboorteverlof kan in de eerste zes levensmaanden van het kind worden opgenomen tegen 70% van het loon, betaald door het UWV. Deze verruiming van het geboorteverlof is geregeld in de WIEG. Onder omstandigheden kan het voorkomen dat door opname van het aanvullend geboorteverlof niet langer wordt voldaan aan het looncriterium voor de 30%- regeling. Om dit ongewenste gevolg weg te nemen zal artikel 8.2a URLB worden aangepast. Daarnaast wordt adoptieverlof en pleegzorgverlof aan deze bepaling toegevoegd. Dit besluit bevat een goedkeuring op grond waarvan deze wijziging reeds met ingang van 1 juli 2020 kan worden toegepast.
UBLB – Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
URLB – Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
UWV – Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Wet LB – Wet op de loonbelasting 1964
WIEG – Wet invoering extra geboorteverlof
In artikel 8.2a URLB is geregeld dat indien een werknemer door het opnemen van ouderschapsverlof of zwangerschapsverlof niet langer voldoet aan het looncriterium van de 30%-regeling, een eventuele loonsverlaging als gevolg van het opnemen van deze vormen van verlof buiten beschouwing blijft voor de toepassing van het looncriterium van de 30%-regeling.
In de Eindejaarsregeling 2020 wordt in het kader van de inwerkingtreding van de WIEG het aanvullend geboorteverlof toegevoegd aan de uitzondering op het looncriterium voor de 30%-regeling, omdat het doel en karakter van het aanvullend geboorteverlof overeenkomt met het ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof. Daarnaast wordt het adoptieverlof en pleegzorgverlof aan deze bepaling toegevoegd. Genoemde vormen van verlof worden derhalve eveneens buiten beschouwing gelaten als het gaat om de toets op het looncriterium.
Ik acht het doelmatig en wenselijk dat in de praktijk desgewenst de voorgenomen wijziging al met ingang van 1 juli 2020 kan worden toegepast. Daarom keur ik, vooruitlopend op wijziging van artikel 8.2a URLB, het volgende goed.
Ik keur goed dat ingeval het loon, bedoeld in artikel 10eb, eerste en tweede lid UBLB, van een werknemer als gevolg van het opnemen van aanvullend geboorteverlof, pleegzorgverlof of adoptieverlof in een tijdvak op jaarbasis lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 10eb, eerste lid, onderscheidenlijk tweede lid, UBLB in dat loontijdvak bij de toepassing van dat artikel ten aanzien van de werknemer wordt uitgegaan van het loon, bedoeld in dat artikel, dat de werknemer zou hebben genoten indien hij geen aanvullend geboorteverlof, pleegzorgverlof of adoptieverlof zou hebben opgenomen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2020.
Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2021.
Bron: Overheid
Het gaat om vier miljoen verborgen burn-outs, zo bleek uit eerder onderzoek van het Nationaal Centrum Preventie Stress & Burn-out (NCPSB). “In de aanloop naar een burn-out kun je nog heel goed interveniëren”, zei NCPSB-voorzitter Theo Immers in augustus. “Wacht je daar te lang mee, dan ben je een werknemer minstens een jaar kwijt.”
Ook vakbond CNV slaat nu alarm door te wijzen op de stijgende werkstress, minder werkplezier en een grimmigere werksfeer. CNV-voorzitter Piet Fortuin sluit zich aan bij Immers door te pleiten voor een noodhulpfonds “om vertrouwenspersonen, leidinggevenden en HR-managers bij te scholen in deze nieuwe problematiek”.
“Een burn-out heeft nooit één oorzaak, maar is altijd een combinatie van verschillende factoren”, zegt Ellen Botman, expert op het gebied van stress-interventies en CEO van Happy Brain Clinics.
“De coronacrisis zorgt er onder meer voor dat mensen zich zorgen maken over hun baan, geldzorgen hebben en tegelijkertijd met een andere thuissituatie te maken krijgen. We moeten nu in actie komen om corona-burn-outs te voorkomen.”
Werkgevers kunnen een rol spelen in het voorkomen van uitval door bepaald gedrag te stimuleren of enkele maatregelen te nemen. Botman deelt vijf tips die werkgevers en managers helpen om coronagerelateerde burn-outs te voorkomen.
Alhoewel menig persoon blij zal zijn met de weggevallen reistijd, laat Botman weten dat uit nieuw onderzoek blijkt dat je immuunsysteem een flinke boost krijgt van twintig minuten aaneengesloten beweging per dag.
Volgens haar zouden thuiswerkende collega’s daarom moeten worden aangemoedigd om voor en na de werkdag een wandeling te maken. De scheiding die daarmee tussen privé en werk ontstaat, komt het stressniveau ten goede.
Een effectieve manier om volgens Botman stress te verminderen, is het loslaten van targets. Volgens haar zijn, vanwege de natuurlijke drang van werknemers om een bijdrage te willen leveren, zulke doelstellingen ook overbodig. Wanneer onderlinge competitie plaatsmaakt voor een positieve benadering, ontstaat vertrouwen.
Het merendeel van de mensen met een burn-out zag deze zelf niet aankomen. Daarom is het volgens Botman belangrijk om collega’s aan te moedigen om aan de bel te trekken wanneer ze doorhebben dat een collega chaotischer wordt, slechter kan relativeren of een korter lontje heeft.
Een verschil in hormonen leidt tot een andere omgang met stress. Terwijl voor mannen geldt dat ze stress het beste verwerken door inspanning, werkt voor vrouwen juist ontspanning het beste. Volgens Botman moeten werkgevers dit bij werknemers stimuleren.
Tot slot is het goed om als werkgever na te gaan of werknemers werk doen dat bij ze past en waar ze energie van krijgen. Passen de taken van een persoon bij zijn of haar talent? Ook erkenning en acceptie van iemands beperkingen en waardering voor iemands talenten spelen hierbij een rol.
Bron:BI
Werkgevers zijn verplicht het loon van een zieke werknemer de eerste twee jaar voor het grootste deel door te betalen. Daarnaast geldt een re-integratieplicht om werknemers weer terug aan het werk te krijgen. Deze verplichtingen vormen voor veel kleine ondernemers een drempel om werknemers aan te nemen. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en werkgeversorganisaties hebben daarom afspraken gemaakt die het makkelijker, duidelijker en goedkoper maken om loon door te betalen bij ziekte.
Onderdeel van de afspraken is dat dat het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend wordt bij de toets op de re-integratie inspanningen (RIV-toets) door UWV. Werknemers behouden daarbij de mogelijkheid van een second opinion door een andere bedrijfsarts of een deskundigenoordeel van UWV. De arbeidsdeskundige van UWV beoordeelt of werkgever en werknemer de re-integratie-inspanningen hebben gepleegd die passend zijn bij het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer. De verzekeringsarts zal dit advies niet langer beoordelen. Werkgevers lopen hiermee niet meer tegen loonsancties aan als gevolg van een medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts.
In een wetsvoorstel dat begin september aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt geregeld dat per 1 januari 2022 de Aof-premie gedifferentieerd wordt naar grootte van de werkgever. Het kabinet stelt in totaal €450 miljoen per jaar beschikbaar voor deze tegemoetkoming aan kleine werkgevers voor de kosten van loondoorbetaling en ziekte. Kleine werkgevers krijgen éénmalig een extra verlaging van hun Aof-tarief van €300 miljoen in 2022 en €150 miljoen in 2023 bovenop de jaarlijkse €450 miljoen.
Bron:Overheid
Het RIVM maakt geen onderscheid naar in welke sectoren mensen werkzaam die denken tijdens het werk besmet te zijn geraakt, zegt een woordvoerder. Premier Mark Rutte herhaalde tijdens zijn laatste persconferentie dat mensen zoveel mogelijk thuis moeten werken.
“We zien dat een aanzienlijk deel van de coronabesmettingen is terug te leiden naar de werksituatie”, zegt een woordvoerder van de premier desgevraagd. Thuiswerken maakt volgens de woordvoerder deel uit van de basisregels om het aantal coronabesmettingen te bedwingen. “Net zoals handen wassen.”
Door niet naar het werk te gaan, wordt niet alleen het risico verkleind dat collega’s worden besmet. “Het leidt ook tot minder bewegingen in de openbare ruimte.” Niet alleen in het openbaar vervoer, maar ook bij tankstations bijvoorbeeld. “Thuiswerken is een belangrijke maatregel in het terugdringen van het aantal besmettingen. De werksituatie kan een brandhaard zijn.”
Eind juli en begin augustus werd de werksituatie met respectievelijk 12,2 en 13,4 procent nog vaker genoemd als plek waar de besmetting zou hebben plaatsgevonden dan nu. Sindsdien liep het percentage flink terug, tot 6 procent in de rapportage van 25 augustus. Daarna is het juist elke week weer gestegen tot de 11,1 procent nu, ruim een op de tien.
“De maatregel om zoveel mogelijk thuis te werken is 12 maart aangekondigd om verspreiding van het virus tegen te gaan en nooit ingetrokken”, zegt de woordvoerder van het RIVM. “Het gaat om een combinatie van maatregelen die effectief bleek. Nu het aantal besmettingen weer oploopt, worden die weer benadrukt.”
Volgens de RIVM-woordvoerder is thuiswerken wanneer dat kan, een relatief eenvoudig te nemen maatregel. “Waarvan je ziet dat het werkt. Het is nu een veelgenoemde omgeving bij besmette personen.” Overigens noemt gemiddeld zo’n kwart van de positief geteste mensen een mogelijke besmettingshaard.
Hoeveel mensen nog thuiswerken en hoeveel mensen al dan niet regelmatig naar het werk gaan wordt nergens bijgehouden. Wel blijkt uit gegevens van Rijkswaterstaat dat de drukte op het wegennet nog maar 6 procent onder dat van vorig jaar ligt.
Bron:Nu
Het gemiddelde premiepercentage WGA 2021 stijgt licht ten opzichte van 2020, van 0,76% naar 0,78%. Stijgende WGA-lasten zijn hier de oorzaak van. Van de bij UWV verzekerde werkgevers krijgt 63% te maken met een stijging van de WGA-premie, 21% met een daling en voor 16% blijft de premie gelijk.
Het gemiddelde percentage Ziektewet stijgt van 0,52% in 2020 naar 0,58% in 2021. De oorzaak hiervan is een stijging van de Ziektewet-lasten. Van de bij UWV verzekerde werkgevers krijgt 68% te maken met een stijging en 21% met een daling van de premie Ziektewet. Voor 11% blijft de premie Ziektewet gelijk.
Meer informatie leest u in de nota ‘Gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2021’. Hierin vindt u ook rekenvoorbeelden.
De premies en parameters voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2021, zijn gepubliceerd in de Staatscourant.
Bron: UWV