Uit de praktijk blijkt dat dit niet altijd duidelijk is. In deze handreiking vindt u meer informatie met een voorbeeld.
In de rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekeringen’ vermeldt u het loon voor de werknemersverzekeringen (loon SV) dat de werkgever als aanvulling op een uitkering werknemersverzekeringen betaalt.
U vult de rubriek voor de uitbetaalde aanvulling op een uitkering werknemersverzekeringen in als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
De betaalde aanvulling op een uitkering werknemersverzekeringen is loon voor de werknemersverzekeringen. U vermeldt de aanvulling dus ook in de rubriek ‘Loon SV’. U gebruikt voor deze aanvulling dezelfde code als de code die geldt voor het arbeidsloon van de niet beëindigde dienstbetrekking.
In de volgende situaties vult u de rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekeringen’ niet in:
Let op!
Vult u in deze gevallen toch een uitbetaalde aanvulling op een uitkering werknemersverzekeringen in,
dan gaat UWV bij het vaststellen van een uitkering uit van een te laag loon.
De werknemer wordt arbeidsongeschikt en krijgt recht op een WIA-uitkering. UWV gaat voor het
bepalen van de hoogte van de uitkering uit van zijn loon in het jaar dat voorafgaat aan de arbeidsongeschiktheid.
In dat voorgaande jaar is de situatie als volgt:
In de aangifte over september en oktober vult u bij het loon voor de werknemersverzekeringen
€ 2.000 in. In de rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekeringen’ vermeldt u € 600, omdat u ervan uitgaat dat deze loonbetaling bestaat uit 70% loondoorbetaling en 30% aanvulling.
Dat is niet juist. Er is namelijk geen sprake van een aanvulling, maar van 100% loondoorbetaling bij ziekte. De totale loonbetaling is normaal loon. Het gevolg is dat UWV de uitkering baseert op een te laag loon. Want alles wat u invult bij de uitbetaalde aanvulling op een uitkering trekt UWV af van het loon voor de werknemersverzekeringen. In dit geval gaat UWV voor de berekening van de WIA-uitkering dan uit van € 22.800 (€ 24.000 loon – € 1.200), terwijl dat € 24.000 had moeten zijn.
Als de werkgever aan een werknemer een aanvulling op een uitkering werknemersverzekeringen betaalt en de dienstbetrekking is beëindigd, is geen sprake van loon SV. U gebruikt voor deze aanvulling code soort inkomstenverhouding/inkomenscode 61. De rubriek ‘Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekeringen’ vult u niet in.
In de brochure ‘Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2019’ leest u meer informatie over de rubrieken in de aangifte loonheffingen.
Over de auteur